ECLI:NL:GHARL:2023:319

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 januari 2023
Publicatiedatum
16 januari 2023
Zaaknummer
TBS P22/282
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Maximale duur van terbeschikkingstelling met voorwaarden en wijziging van voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 19 september 2022. De zaak betreft de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die in 2020 was veroordeeld voor onder andere poging zware mishandeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en brandstichting. De rechtbank had de terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd, maar het hof heeft ambtshalve de maximale duur van deze maatregel beoordeeld. Het hof concludeert dat de terbeschikkingstelling niet langer dan negen jaar mag duren, aangezien de terbeschikkinggestelde niet van overheidswege is verpleegd. Het hof heeft de verlengingsbeslissing van de rechtbank bevestigd, maar met verbetering van gronden en wijziging van de voorwaarden. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat het goed met hem gaat en dat er geen sprake meer is van een ernstige persoonlijkheidsstoornis. De raadsvrouw heeft verzocht om de voorwaarden te wijzigen, wat het hof heeft overwogen. Het hof heeft besloten om de voorwaarden te versoepelen, onder andere door het verbod op het gebruik van drugs te wijzigen en de klinische opname voorwaardelijk te laten vervallen. De terbeschikkinggestelde moet zich aan verschillende voorwaarden houden, waaronder meldplicht bij de reclassering en het niet plegen van strafbare feiten. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 5 januari 2023.

Uitspraak

TBS P22/282
Beslissing d.d. 5 januari 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag] 1985,
verblijvende te [plaats ] , [adres] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 19 september 2022. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar alsmede de wijziging van voorwaarden.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 20 september 2022;
- de aanvullende informatie van [reclassering ] van 28 november 2022.
Het hof heeft ter zitting van 15 december 2022 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. T.S.S. Overes, advocaat te [plaats ] , en de advocaat-generaal mr. J.J.T.M. Pieters.
Het hof heeft op 15 december 2022 het onderzoek onderbroken tot 5 januari 2023. Op deze zitting is het onderzoek gesloten en heeft het hof meteen uitspraak gedaan.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
Het gaat goed met de terbeschikkinggestelde. Uit het rapport van psychiater Zwemstra komt naar voren dat er geen sprake meer is van een persoonlijkheidsstoornis, maar enkel van trekken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. In het verleden was sprake van overmatig alcohol- en cocaïnegebruik, maar dit is in langdurige remissie. Ook wordt het recidiverisico ingeschat als laag tot matig. Gelet hierop is er geen sprake meer van een zodanige stoornis dat verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden noodzakelijk is. De raadsvrouw heeft primair verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht de verlenging van de terbeschikkingstelling te beperken tot één jaar om de terbeschikkinggestelde gemotiveerd te houden. Voorts heeft de raadsvrouw verzocht om de voorwaarde voor wat betreft het algemene verbod op het gebruik van drugs te wijzigen in een verbod op het gebruik van harddrugs. De reclassering heeft dit ook geadviseerd. Volgens psychiater Zwemstra is het gebruik van softdrugs ook geen probleem voor de terbeschikkinggestelde. In het geval dat het hof hierover anders denkt, heeft de raadsvrouw een voorwaardelijk verzoek gedaan om psychiater Zwemstra als deskundige ter zitting te horen over deze kwestie.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Er is voldaan aan de voorwaarden voor verlenging van de maatregel. Gelet hierop is voortzetting van de maatregel geïndiceerd. Zowel de reclassering als psychiater Zwemstra hebben aangegeven dat het recidiverisico laag tot matig is. De reclassering heeft hierbij de kanttekening gemaakt dat de huidige stabiliteit echter nog maar van korte duur is. De vooruitgang die de terbeschikkinggestelde heeft laten zien, is pril, net als de herstelde relatie met zijn vriendin. Gelet daarop is voortzetting van de steunende en toezichthoudende begeleiding vanuit de reclassering nog aangewezen. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. De advocaat-generaal verzet zich niet tegen wijziging van de voorwaarden zoals verzocht door de raadsvrouw.
Het oordeel van het hof
Uitgangspunt verlengingsduur
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridisch kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Hoewel het hof oog heeft voor de vooruitgang die de terbeschikkinggestelde heeft, is nog steeds aannemelijk dat de verdere behandeling en resocialisatie meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar. Verder zijn er geen redenen om van het uitgangspunt af te wijken.
Bevestiging
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist, met uitzondering van het volgende.
Gemaximeerde terbeschikkingstelling
De rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, heeft de terbeschikkinggestelde bij vonnis van 25 augustus 2020 veroordeeld tot de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden ter zake van -kort gezegd- poging zware mishandeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en brandstichting. Naar het oordeel van de rechtbank moeten deze misdrijven worden aangemerkt als een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De beslissing van de verlengingsrechter van 19 september 2022 onder het kopje maximering bevat de volgende overweging:
“Betrokkene is bij vonnis van deze rechtbank van 25 augustus 2020 veroordeeld voor onder meer, kort gezegd, poging zware mishandeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en brandstichting.
De rechtbank Midden-Nederland heeft in het vonnis van 25 augustus 2020 overwogen dat bij de onder 2 subsidiair en 3 bewezen verklaarde feiten sprake is van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon. Daarmee heeft de rechtbank laten blijken dat de opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd”.
Het hof ziet in deze overweging van de verlengingsrechter over de maximering aanleiding ambtshalve in te gaan op de maximale duur van die maatregel.
De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling weliswaar opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, maar daarbij heeft zij niet bevolen dat de terbeschikkinggestelde van overheidswege zal worden verpleegd. Artikel 38e, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) ziet op de totale duur van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. In het geval bij oplegging van een terbeschikkingstelling niet is bevolen dat de terbeschikkinggestelde van overheidswege zal worden verpleegd (artikel 37b Sr) en evenmin wordt bevolen dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd (artikel 6:6:10, eerste lid, aanhef en onder e, van het Wetboek van Strafvordering), gaat de totale duur van een terbeschikkingstelling de periode van negen jaar niet te boven.
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde niet van overheidswege is verpleegd, zodat de totale duur van de aan hem opgelegde terbeschikkingstelling met voorwaarden de periode van negen jaren niet te boven kan gaan. Het hof gaat ervan uit dat de rechtbank met haar aangehaalde overweging in de bestreden beslissing het oog heeft gehad op de situatie dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zou worden verpleegd. In dat geval kent de terbeschikkingstelling inderdaad geen maximale termijn zolang aan de voorwaarden tot verlenging wordt voldaan.
Het hof zal de beslissing waarvan beroep met die verbetering en met overneming van de overige gronden bevestigen, met dien verstande dat de bijzondere voorwaarden zullen worden gewijzigd.
Wijziging voorwaarden
Anders dan de rechtbank zal het hof de voorwaarde ten aanzien van het verbod op het gebruik van drugs wijzigen. Het hof heeft daarbij gelet op de informatie van [reclassering ] reclassering waaruit volgt dat het blowen geen directe negatieve gevolgen heeft op het psychisch en maatschappelijk functioneren van de terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting van het hof verklaard akkoord te zijn met de geformuleerde voorwaarden en zich daaraan te zullen houden.
Verder zal het hof de voorwaarde laten vervallen die een klinische opname inhoudt, aangezien die opname al heeft plaatsgevonden. Onder verwijzing naar de beslissing van dit gerechtshof van 15 december 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10739, zal het hof ook de voorwaarde schrappen van een klinische time-outopname op aanwijzing van de reclassering. Als een time-out nodig wordt geacht, dan kan de procedure van artikel 6:6:10a Sv worden gevolgd. Het hof ziet in dit geval geen reden in de voorwaarden een basis te scheppen voor een vrijwillige opname in een forensische kliniek.

Beslissing

Het hof:
Bevestigt met verbetering van grondenzoals hiervoor is overwogen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 19 september 2022 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Wijzigtde aan de terbeschikkinggestelde opgelegde voorwaarden in die zin dat deze thans luiden dat de terbeschikkinggestelde (de wijziging is vetgedrukt):
1. De terbeschikkinggestelde zal zich niet schuldig maken aan het plegen van strafbare feiten.
2. De terbeschikkinggestelde zal zich op afspraken melden bij de reclassering, waarbij de reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
3. De terbeschikkinggestelde verleent voor het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel I van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan.
4. De terbeschikkinggestelde zal de reclassering helpen aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
5. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
6. De terbeschikkinggestelde zal meewerken aan huisbezoeken.
7. De terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
8. De terbeschikkinggestelde zal zich niet op een ander adres vestigen zonder toestemming van de reclassering.
9. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
10. De terbeschikkinggestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [naam] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
11. Indien door de reclassering geïndiceerd werkt de terbeschikkinggestelde mee aan een ambulante behandeling bij een forensische polikliniek of soortgelijke instelling. Indien de terbeschikkinggestelde medicatie krijgt voorgeschreven, zal hij deze gebruiken.
12. De terbeschikkinggestelde verblijft in een kliniek zolang zijn behandelaren en de reclassering dit noodzakelijk achten. Aansluitend zal hij meewerken aan een door de reclassering te bepalen doorplaatsing naar een geschikte vervolgvoorziening.
13. De terbeschikkinggestelde dient inzage te geven in zijn financiën indien de reclassering dat nodig acht en dient zo nodig mee te werken aan bewindvoering of budgetbeheer.
14. De terbeschikkinggestelde gebruikt geen
harddrugsen alcohol en werkt mee aan controle op deze verboden. De controle gebeurt door urineonderzoek en/of een ademonderzoektest. De reclassering of de behandelaars bepalen hoe vaak de terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd.
15. De terbeschikkinggestelde zal niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaan, zonder toestemming van het Openbaar Ministerie.
Aldus gedaan door
mr. M.E. van Wees als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen als raadsheren,
en drs. C.J.J.C.M. van Gestel en drs. R.J.A. van Helvoirt als raden,
in tegenwoordigheid van mr. J.P. Fuchs-van Dis als griffier,
en op 5 januari 2023 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.