In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 19 september 2022. De zaak betreft de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die in 2020 was veroordeeld voor onder andere poging zware mishandeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en brandstichting. De rechtbank had de terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd, maar het hof heeft ambtshalve de maximale duur van deze maatregel beoordeeld. Het hof concludeert dat de terbeschikkingstelling niet langer dan negen jaar mag duren, aangezien de terbeschikkinggestelde niet van overheidswege is verpleegd. Het hof heeft de verlengingsbeslissing van de rechtbank bevestigd, maar met verbetering van gronden en wijziging van de voorwaarden. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat het goed met hem gaat en dat er geen sprake meer is van een ernstige persoonlijkheidsstoornis. De raadsvrouw heeft verzocht om de voorwaarden te wijzigen, wat het hof heeft overwogen. Het hof heeft besloten om de voorwaarden te versoepelen, onder andere door het verbod op het gebruik van drugs te wijzigen en de klinische opname voorwaardelijk te laten vervallen. De terbeschikkinggestelde moet zich aan verschillende voorwaarden houden, waaronder meldplicht bij de reclassering en het niet plegen van strafbare feiten. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 5 januari 2023.