In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor opzettelijke brandstichting, waarbij levensgevaar voor anderen en gemeen gevaar voor goederen was te duchten. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd wat betreft de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit en de oplegging van straf en maatregel. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren, met aftrek van het voorarrest, en ter beschikking gesteld met verpleging van overheidswege.
De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren en een maatregel van gedragsbeïnvloeding. Het hof bevestigde de gevangenisstraf, maar oordeelde dat de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging noodzakelijk was vanwege de ernstige psychische problematiek van de verdachte. De verdachte had een geschiedenis van gewelddadig gedrag en er was een hoog recidivegevaar. Het hof oordeelde dat de stoornissen van de verdachte structureel waren en dat er een verband was tussen deze stoornissen en het bewezen verklaarde feit. De beslissing om de maatregel van terbeschikkingstelling op te leggen was gebaseerd op de noodzaak om de veiligheid van anderen te waarborgen.
Het hof heeft de relevante wettelijke voorschriften toegepast en de beslissing is genomen in het belang van de maatschappij en de verdachte zelf. De totale duur van de terbeschikkingstelling kan vier jaren te boven gaan, gezien de ernst van het delict en de psychische problematiek van de verdachte.