ECLI:NL:GHARL:2023:2696

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
21-002838-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep in ontnemingszaak

In de ontnemingszaak tegen de verdachte, geboren in 1994 en thans verblijvende in Huis van Bewaring De Vecht te Nieuwersluis, heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 maart 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Overijssel, die op 4 juni 2021 een vonnis heeft gewezen in de ontnemingszaak met parketnummer 08-910042-20. De advocaat-generaal heeft verzocht om niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in het hoger beroep. Tijdens de regiezitting op 7 april 2022 is de behandeling van de zaak in hoger beroep gestart. Op 10 maart 2023 heeft de raadsvrouw van de betrokkene, mr. M. Schwab, meegedeeld dat de betrokkene geen hoger beroep meer wenst in te stellen tegen het vonnis in de ontnemingszaak. Zowel de betrokkene als de advocaat-generaal hebben aangegeven dat er geen belang meer is bij de voortzetting van het hoger beroep. Het hof heeft geoordeeld dat de betrokkene niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is op 14 maart 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002838-21
Uitspraak d.d.: 14 maart 2023

ONTNEMINGSZAAK

Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 4 juni 2021 met parketnummer 08-910042-20 op de vordering ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, in de zaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
wonende te [plaats] , [adres] ,
thans uit anderen hoofde verblijvende in Huis van Bewaring De Vecht te Nieuwersluis.

Het hoger beroep

De betrokkene heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 14 maart 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van betrokkene in het hoger beroep. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

In deze zaak heeft een (regie)behandeling plaatsgevonden, namelijk op 7 april 2022. De behandeling van de zaak in hoger beroep is daarmee aangevangen. Met het e-mailbericht van 10 maart 2023 heeft de raadsvrouw van betrokkene, mr. M. Schwab, advocaat te Amsterdam, meegedeeld dat betrokkene nimmer tegen het vonnis in de ontnemingszaak in hoger beroep wenste te komen. Betrokkene wenst dan ook het hoger beroep niet langer door te zetten.
Nu betrokkene geen belang (meer) stelt in de behandeling van het hoger beroep en ook de advocaat-generaal heeft doen blijken dat de behandeling van de zaak in hoger beroep wat het openbaar ministerie betreft niet meer behoeft plaats te vinden, komt het hof tot het oordeel dat betrokkene geen belang meer heeft bij de voortzetting van het hoger beroep en ook overigens geen belang van strafvordering dit onderzoek vordert. Daarom zal betrokkene niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep op grond van het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Aldus gewezen door
mr. O.G. Schuur, voorzitter,
mr. A.H. Garos en mr. D. Visser, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.E. Schoenmakers, griffier,
en op 14 maart 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.