Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
- de verdachte ter zake van de onder 1 tot en met 12 aan hem ten laste gelegde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tweeënveertig maanden, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorlopige hechtenis;
- de in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer;
- de beide vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] hoofdelijk toegewezen, de verdachte telkens veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij en telkens de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
De tenlastelegging
(zaakdossier 4, pag. 2439)
(zaakdossier 4, pag. 2513)
(zaakdossier 5, pag. 2615)
(zaakdossier 5, pag. 2822)
(zaakdossier 6, pag. 3028)
(zaakdossier 6, pag. 3204)
(zaakdossier 2, pag. 2000 en zaakdossier 7, pag. 3239)
(zaakdossier 2, pag. 2088 en zaakdossier 7, pag. 3327)
(zaakdossier 9, pag. 3433)
(parketnummer 730043/16)
11.
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2015 tot en met 3 maart 2015 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar) een hoeveelheid elektrische energie, althans enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektrische energie onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
(parketnummer 750062/16 en parketnummer 730043/16)
Vrijspraak van de onder 1, 2, 5, 6, 8 en 11 ten laste gelegde feiten
Bewijsoverweging over de onder 3, 4, 7, 9, 10 en 12 ten laste gelegde feiten
het gerechtshof begrijpt: de verdachte) is geweest om te knippen, af dat de verdachte reeds begin 2015 gestart was met zijn hennepkwekerij. [11]
het gerechtshof begrijpt: de verdachte) thuis, op te bouwen. Hij heeft daar de stellingen geplaatst. Dat zijn frames voor de tafel. Hij is daar tussen de drie en vier keer geweest voor het opbouwen van de kwekerij. [12]
- is er sprake van een organisatie;
- is het oogmerk gericht op het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, artikel10a, eerste lid, of artikel 11, derde, en vijfde lid, of artikel 11a van de Opiumwet;
- heeft de verdachte deelgenomen aan deze organisatie
het gerechtshof begrijpt: de verdachte [verdachte]) thuis, op te bouwen. Hij heeft daar de stellingen geplaatst. Dat zijn frames voor de tafel. Hij is daar tussen de drie en vier keer geweest voor het opbouwen van de kwekerij. In de hennepkwekerij aan de [adres] te [pleegplaats] heeft hij tafels, lampen en kabels en dergelijk neergezet.
het gerechtshof begrijpt telkens: aan [adres]) staat. Deze staat bij de Jumbo.
Bewezenverklaring van de onder 3, 4, 7, 9, 10 en 12 ten laste gelegde feiten
hij in de periode van 1 maart 2015 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , meermalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens opzettelijk heeft geteeld, in een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar, telkens ongeveer 840 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte en zijn mededader(s) voormeld telen hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
hij in de periode van 1 maart 2015 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , meermalen, in een pand gelegen aan de [adres] , aldaar een hoeveelheid elektrische energie, die aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte die weg te nemen elektrische energie onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
hij in de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , meermalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens opzettelijk heeft bewerkt, in een pand gelegen aan [adres] , aldaar, telkens een groot aantal hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte en zijn mededader(s) voormeld bewerken hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
hij op 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , een wapen van categorie III, te weten: een pistool (merk FN Browning, 9mm Nato (synoniem 9mm Luger)) en munitie van categorie III, te weten: 48 centraalvuur kogelpatronen (merk Magtech (CBC), 9mm Luger (synoniem 9mm Nato), voorhanden heeft gehad;
hij in de periode van 12 januari 2015 tot en met 3 maart 2015 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , meermalen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft geteeld, in een pand gelegen aan [adres] , aldaar, telkens ongeveer 1152 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte en zijn mededaders voormeld telen hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
hij in of omstreeks de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , en te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , en te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , en te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van verdachte en onder andere [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het overtreden van artikel 11, lid 3 en lid 5 van de Opiumwet, te weten het meermalen, in de uitoefening van een bedrijf of beroep, opzettelijk telen en/of bewerken van telkens grote hoeveelheden hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Strafbaarheid van de bewezen verklaarde feiten
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte - kennelijk puur voor het geldelijk gewin - hennep heeft geteeld en bewerkt. Hennep is een stof die - éénmaal in het maatschappelijk verkeer gebracht - schadelijk kan zijn voor de gebruikers daarvan. Het gebruik van de op lijst II van de Opiumwet voorkomende middelen - de hennepproducten - brengt risico's mee voor de gezondheid van gebruikers en veroorzaakt mede daardoor schade van velerlei aard in de samenleving.
- de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting ter zake van het telen van hennep in een hennepkwekerij van soortgelijke omvang als de hennepkwekerijen, zoals die zijn aangetroffen bij de woning van de verdachte in [pleegplaats] , bij [adres] in [pleegplaats] en bij [adres] in [pleegplaats] ;
- de omstandigheid dat de verdachte daarnaast buiten de meter om elektriciteit heeft afgetapt ten behoeve van de hennepkwekerij in [pleegplaats] . Het op deze wijze betrekken van elektriciteit is ook maatschappelijk gezien zeer laakbaar, onder meer vanwege het gevaar van het ontstaan van brand;
- de omstandigheid dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verboden wapenbezit, te weten een pistool met bijbehorende munitie. Verboden wapenbezit brengt voor de samenleving onaanvaardbare veiligheidsrisico’s met zich mee;
- de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht ter zake van delicten ingevolge de Wet wapens en munitie. In het geval van het voorhanden hebben van een wapen van categorie III van die wet kan in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van meerdere maanden worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte deel heeft uitgemaakt van een criminele organisatie en met zijn aandeel heeft bijgedragen aan het resultaat van die organisatie.
In beslag genomen voorwerpen
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 17.179,68 (zeventienduizend honderdnegenenzeventig euro en achtenzestig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.