ECLI:NL:GHARL:2023:2612

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
21-001700-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bedrijfsmatig telen van hennep en wapenbezit

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van het bedrijfsmatig telen van grote hoeveelheden hennep in vijf verschillende kwekerijen, het voorhanden hebben van wapens en munitie, en deelname aan een criminele organisatie die zich bezighoudt met overtredingen van de Opiumwet. De bewijsvoering is gebaseerd op de identieke modus operandi bij de hennepkwekerijen en de betrokkenheid van de verdachte bij de organisatie. De verdachte heeft een gevangenisstraf van dertig maanden gekregen, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten, maar heeft de bewezenverklaring van andere feiten gehandhaafd. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten, de professionele wijze van handelen en de impact op de samenleving.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001700-18
Uitspraak d.d.: 3 maart 2023
Tegenspraak
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 8 maart 2018 met het parketnummer
18-750061-16 en de in eerste aanleg gevoegde strafzaak met het parketnummer 18-730044-16 in de strafzaak inzake de verdachte

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1961,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Het onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het gerechtshof van 27 januari 2023 en 3 maart 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het gerechtshof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat het gerechtshof het vonnis van de rechtbank zal bevestigen, met dien verstande dat het gerechtshof zal opleggen een gevangenisstraf voor de duur van vijfenveertig maanden, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest.
Het gerechtshof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman, mr. J.M. Keizer, is aangevoerd ter terechtzitting in hoger beroep.

Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht

Bij het hierboven genoemde vonnis, waartegen het hoger beroep is gericht, heeft de rechtbank:
  • de verdachte ter zake van de onder 1 tot en met 4, 5 primair en 6 tot en met 15 aan hem ten laste gelegde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tweeënveertig maanden, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorlopige hechtenis;
  • de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] hoofdelijk toegewezen, de verdachte veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
Het gerechtshof zal dat vonnis vernietigen, omdat het gerechtshof op een aantal onderdelen tot een andere bewijsbeslissing komt dan de rechtbank. Het gerechtshof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
(zaakdossier 1, pag. 1737)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 11 november 2015, althans op 11 november 2015, te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar, (telkens) (in totaal) (ongeveer) 1128 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voormeld telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
2.
(zaakdossier 1, pag. 1929)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 11 november 2015 te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar) een hoeveelheid elektrische energie, althans enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektrische energie onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
3.
(zaakdossier 2, pag. 2000 en zaakdossier 7, pag. 3239)
hij in of omstreeks de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016, althans op
18 juli 2016, te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar, (telkens) (in totaal) (ongeveer) 1176 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voormeld telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
4.
(zaakdossier 2, pag. 2088 en zaakdossier 7, pag. 3327)
hij in of omstreeks de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar) een hoeveelheid elektrische energie, althans enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektrische energie onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
5.
(zaakdossier 3, pag. 2189)
hij in of omstreeks de periode van 21 december 2015 tot en met 10 februari 2016, althans op 10 februari 2016, te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar, (in totaal) (ongeveer) 384 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voormeld telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks 21 december 2015 tot en met 10 februari 2016 te [pleegplaats] , gemeente [gemeente] , in een pand, gelegen aan of bij [adres] , aldaar, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (een) voorwerpen heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of voorhanden gehad, te weten: (onder meer) (een) geïsoleerde sandwichpane(e)l(en) en/of een aircosysteem (van het merk [merk] ) waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
6.
(zaakdossier 3, pag. 2321)
hij in of omstreeks 21 december 2015 tot en met 10 februari 2016 te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar) een hoeveelheid elektrische energie, althans enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektrische energie onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
7.
(zaakdossier 5, pag. 2615)
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar, (telkens) (in totaal) (ongeveer) 840 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voormeld telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
8.
(zaakdossier 5, pag. 2822)
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar) een hoeveelheid elektrische energie, althans enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektrische energie onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
9.
(zaakdossier 6, pag. 3028)
hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2016 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te [pleegplaats] , in de [gemeente] , in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij de [adres] , aldaar, (telkens) (in totaal) (ongeveer) 698 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voormeld telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
10.
(zaakdossier 6, pag. 3204)
hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2016 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de [gemeente] , meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een pand gelegen aan of bij de [adres] , aldaar) een hoeveelheid elektrische energie, althans enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektrische energie onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
11.
(zaakdossier 8, pag. 3352)
hij in of omstreeks de periode van 25 mei 2016 tot en met 29 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , in een pand (te weten een woning) gelegen aan of bij [adres] , aldaar, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, stoffen en/of voorwerpen, te weten: (in totaal) 6 armaturen en/of (in totaal) 6 (aangesloten en/of niet aangesloten) assimilatielampen en/of ( in totaal) 3 schakelborden en/of 2 tijdschakelaars en/of (in totaal) 4 (aluminium) transformatoren en/of 1 voedingscomputer en/of (in totaal) 2 koolstoffilters en/of 1 aircleaner en/of (in totaal) 3 slakkenhuizen en/of 3 ventilatoren en/of (in totaal) 2 CO2-boosters en/of 1 kachel en/of (in totaal) 5 water-,beluchting en dompelpompen en/of (in totaal) 4 cans groeimiddelen, heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of te koop aangeboden en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of voorhanden gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
12.
hij op of omstreeks 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] ,
- een of meer wapens van categorie III, te weten:
- een pistool (merk Heckler & Koch HK4, kaliber 9mm Browning Kort) en/of
- een revolver (merk Ruger SP101)
en/of
munitie van categorie III, te weten:
- 6 centraalvuur kogelpatronen (merk Geco, kaliber 9mm Browning Kort) en/of
- 32 x 9mm Luger centraalvuur kogelpatronen (merk MRP) en/of
- 50 x .32 auto centraalvuur kogelpatronen en/of
- ( in totaal) 18x .38 centraalvuurkogelpatronen (merk Sellier&Bellot en/of Starline USA) en/of
- ( in totaal) 6 x .357 centraalvuur kogelpatronen (merk Geco en/of Prvi Partizan en/of Federal),
voorhanden heeft gehad;
13.
(parketnummer 730044/16)
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2015 tot en met 3 maart 2015, althans op
3 maart 2015, te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar, (telkens) (in totaal) (ongeveer) 1152 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voormeld telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
14.
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2015 tot en met 3 maart 2015 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een pand gelegen aan of bij [adres] , aldaar) een hoeveelheid elektrische energie, althans enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektrische energie onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
15.
(parketnummer 750061/16 en parketnummer 730044/16)
hij in of omstreeks de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] en/of te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] en/of te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] en/of te [pleegplaats] , in de [gemeente] , althans in het arrondissement Noord-Nederland, in elk geval in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van verdachte en (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of
[medeverdachte 3] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het overtreden van artikel 11 lid 2 en lid 3 en lid 5 van de Opiumwet, te weten het meermalen, in de uitoefening van een bedrijf of beroep, opzettelijk telen en/of verwerken en/of bewerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van (telkens) (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en), althans van (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van (telkens) meer dan 30 gram, hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.

Vrijspraak van de onder 1, 2, 4, 6, 8, 10, 11 en 14 ten laste gelegde feiten

Het gerechtshof acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 4, 6, 8, 10, 11 en 14 aan hem ten laste gelegde feiten heeft begaan, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het gerechtshof overweegt hierover het volgende.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan genoemde feiten. De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak van die feiten bepleit, op nader in de pleitnota aangegeven gronden.
Naar het oordeel van het gerechtshof zijn in het procesdossier geen dan wel onvoldoende concrete, feitelijke aanwijzingen te vinden voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij aan [adres] in [pleegplaats] (feit 1).
Het gerechtshof komt met name tot dit oordeel, omdat deze hennepkwekerij de enige hennepkwekerij op de tenlastelegging is die geheel anders was ingericht dan de overige hennepkwekerijen.
Het gerechtshof verwijst in dit kader naar hetgeen hieronder bij de bewijsvoering is weergegeven omtrent de overeenkomsten tussen die andere hennepkwekerijen.
De hennepkwekerij aan [adres] in [pleegplaats] is blijkens het procesdossier niet te vergelijken met die andere hennepkwekerijen, die op een bijzonder opvallend overeenkomstige wijze zijn ingericht.
Op identieke grond acht het gerechtshof evenmin bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde vorm van diefstal van elektriciteit ten behoeve van deze hennepkwekerij (feit 2).
Over de diefstal van elektriciteit ten behoeve van hennepkwekerijen op de locaties zoals ten laste gelegd onder 4, 6, 8, 10 en 14 overweegt het gerechtshof het volgende.
Bedoelde hennepkwekerijen waren telkens ingericht op een ander adres dan het adres waarop de verdachte verbleef. Van die locaties staat niet vast of en, in het bevestigende geval, in hoeverre de verdachte er zicht op heeft gehad hoe de hennepkwekerijen op die adressen van elektriciteit werden voorzien. Het procesdossier biedt aldus onvoldoende concrete redengevende feiten en omstandigheden om vast te kunnen stellen dat de verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de diefstal van elektriciteit op die adressen.
Met betrekking tot feit 11 is enkel vast te stellen dat vanaf het bedrijf van de verdachte aan [adres] in [pleegplaats] een binnenunit van een airco is verplaatst naar de in dat feit genoemde locatie, [adres] in [pleegplaats] . Die binnenunit is echter niet opgenomen onder de voorwerpen die zijn vermeld in de tenlastelegging van feit 11. Redengevende feiten en/of omstandigheden voor de betrokkenheid van de verdachte bij dit feit ontbreken aldus.
Dit dient te leiden tot vrijspraak van de onder 1, 2, 4, 6, 8, 10, 11 en 14 ten laste gelegde feiten.
Bewijsoverweging over de onder 3, 5 primair, 7, 9, 13 en 15 ten laste gelegde feiten
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de onder 3, 5, 7, 9, 13 en 15 aan hem ten laste gelegde feiten.
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak van die feiten bepleit, op nader in de pleitnota aangegeven gronden.
Het gerechtshof is van oordeel dat de door de verdediging gevoerde verweren, strekkende tot vrijspraak van de onder 3, 5, 7, 9, 13 en 15 ten laste gelegde feiten worden weerlegd door de inhoud van de hieronder opgenomen bewijsmiddelen [1] en bewijsoverwegingen.
Het gerechtshof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Het gerechtshof overweegt hierbij dat verklaringen dienen te worden beoordeeld op consistentie, accuraatheid en volledigheid. De enkele omstandigheid dat in verklaringen van getuigen op onderdelen tegenstrijdigheden of verschillen voorkomen, maakt deze verklaringen op zichzelf nog niet onbetrouwbaar.
Dit kan immers zijn veroorzaakt door de feilbaarheid van het menselijk geheugen, al dan niet teweeg gebracht door (ruim) tijdsverloop. Het gaat om de totale indruk die de verklaringen maken en de wijze waarop die verklaringen zijn afgelegd.
Het gerechtshof stelt in verband met de bewezenverklaring van genoemde feiten voorop dat de volgende hennepkwekerijen zijn aangetroffen.
Ten aanzien van de hennepkwekerij aan [adres] te [pleegplaats] (feit 3).
Door de politie werd op 13 november 2015 in een pand aan [adres] te [pleegplaats] ,
binnen de gemeente [gemeente] , een hennepkwekerij aangetroffen. [2]
Er werden twee verschillende kweekruimtes aangetroffen; in beide kweekruimtes werden 576 hennepplanten aangetroffen. De hennepplanten waren allemaal bij de stam afgeknipt. [3]
Uit het buurtonderzoek van de politie van 13 november 2015 bleek dat [persoon 1] de
eigenaar is van de loods aan [adres] te [pleegplaats] . [persoon 1] heeft verklaard dat hij de loods aan [adres] ongeveer twee jaar geleden in bruikleen had gegeven aan [verdachte] . [4] Hij heeft [verdachte] een sleutel van het pand gegeven. [5]
[persoon 2] , de voormalig huurder van het pand aan [adres] te [pleegplaats] heeft verklaard dat [persoon 1] hem had verteld dat de nieuwe huurder uit [pleegplaats] kwam. [6]
[persoon 3] heeft op 12 november 2015 verklaard dat zij vijf tot zes keer bij de kwekerij is geweest om te knippen en dit steeds met tussenpozen van 8 a 9 weken. [7]
Op 18 juli 2016 werd door de politie wederom een hennepkwekerij in het pand aan [adres]
te [pleegplaats] aangetroffen. De kwekerij bestond uit twee kweekruimtes. Beide
ruimtes bevatten elk 588 hennepplanten. [8]
Ten aanzien van de hennepkwekerij aan [adres] te [pleegplaats] (feit 5 primair).
Door de politie werd op 10 februari 2016 in een pand aan [adres] te [pleegplaats] binnen
de gemeente [gemeente] , een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Het pand
betrof een bedrijfspand/loods, opgedeeld in meerdere ruimtes, waarvan twee ruimtes
daadwerkelijk als kweekruimtes dienden. In beide kweekruimtes stonden 192 hennepplanten
van ongeveer 80 centimeter hoog en nagenoeg oogstrijp. [9] Er was sprake van een zeer professioneel handelen met betrekking tot de teelt van hennep. [10]
Volgens [persoon 4] , de eigenaar van het pand aan [adres] te [pleegplaats] , heeft hij samen met [medeverdachte 2] op 21 december 2015 het huurcontract voor het pand ondertekend. Volgens hem heeft [medeverdachte 2] de huur van een vriend van hem overgenomen en kwam [medeverdachte 2] ook al eerder in het pand. Zo heeft hij in oktober 2015 reeds de sloten van de deuren van de loods vervangen. [11]
Ten aanzien van de hennepkwekerij aan [adres] te [pleegplaats] (feit 7).
Op 18 juli 2016 werd er in een woonboerderij op [adres] te [pleegplaats] in de
gemeente [gemeente] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. De kwekerij
bevond zich in de schuur. Deze schuurruimte was ook via de binnenzijde van het pand te
benaderen, middels een deur in de hal achter de keuken. Om de kweekruimten voor de
hennep te verkleinen was aan de achterzijde een geïsoleerde damwand geplaatst. Deze was
weer verdeeld in twee aparte kweekhokken. In kweekruimte 1 stonden 392 hennepplanten.
De gemiddelde hoogte van deze hennepplanten was ongeveer 80 cm. In kweekruimte 2 stonden 448 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van deze hennepplanten was ongeveer 80 cm. [12]
De geur van hennep was in de omgeving van de toegangsdeur in het woongedeelte te ruiken. [13]
De echtgenote van [medeverdachte 1] , genaamd [persoon 5] en afkomstig uit Colombia, heeft verklaard dat haar echtgenoot, die zij [medeverdachte 1] noemt, op 19 juli 2016 ongeveer twee jaren op de boerderij
woont en dat hij alles bepaalt bij de boerderij. Zij heeft wel gezien dat [medeverdachte 1] de afgesloten
deur bij de wc, die door de politie is geopend, opende en dat hij daar naar binnen is gegaan. [14]
Bij de doorzoeking in de woning werd een huurovereenkomst aangetroffen. Uit de huurovereenkomst blijkt dat op 13 februari 2014 tussen verhuurder [persoon 6] ,
wonende te [woonplaats] , en huurder [naam 1] [medeverdachte 1] , wonende te [woonplaats] , ten
overstaan van notaris [notaris] een huurovereenkomst is afgesloten betreffende de
woning aan [adres] te [pleegplaats] . [15]
Tijdens de doorzoeking werden ook in een kast in de woonkamer meerdere kweekschema’s
aangetroffen. Op een kweekschema stonden de data 3-4 t/m 24-5. Bij de datum 24-5 stond:
Zondag + 3 dagen 1e knip. Uit onderzoek van de politie bleek dat de datum 24 mei 2015 op
een zondag viel. [16] Het gerechtshof stelt derhalve vast dat het hier gaat om een kweekschema in de periode van 3 april 2015 tot en met 24 mei 2015.
Het gerechtshof leidt uit de bij de doorzoeking aangetroffen aankoopbonnen die zien op aankopen van producten die bij een hennepkwekerij kunnen worden gebruikt, zoals groeimiddelen, klimaatcontroller en CO2 generator, gedateerd 1 juni 2015 en 24 juni 2015 [17] , de aangetroffen kweekschema’s en de (hieronder nader aangeduide) verklaring van [persoon 3] van 12 november 2015, waarin zij aangeeft dat zij 5 a 6 keer bij de kwekerij van [medeverdachte 1] (
het gerechtshof begrijpt: de medeverdachte [medeverdachte 1]) is geweest om te knippen, af dat reeds begin 2015 is gestart met de hennepkwekerij. [18]
De medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij deze hennepkwekerij om financiële redenen is begonnen. [19]
Ten aanzien van de hennepkwekerij aan de [adres] te [pleegplaats] (feit 9).
Op 18 juli 2016 werd door de politie in een pand gevestigd aan de [adres]
te [pleegplaats] , in een vrijstaande stenen loods, een in werking zijnde hennepkwekerij
aangetroffen. [20] De deur die toegang gaf tot de hennepkwekerij was afgesloten met een
hangslot. Deze werd geopend met een van de sleutels die die dag eerder door de politie waren aangetroffen in de blauwe Peugeot 307, voorzien van het kenteken [kenteken] en in
gebruik bij [medeverdachte 2] . [21] De loods was in diverse ruimtes verdeeld. Er werden twee
kweekruimtes aangetroffen. In kweekruimte A stonden in totaal 335 hennepplanten en in
kweekruimte B stonden 363 hennepplanten. [22]
Ten aanzien van de hennepkwekerij aan [adres] te [pleegplaats] (feit 13). [23]
Op 3 maart 2015 werd door de politie in een bedrijfspand aan [adres] te [pleegplaats] in de
gemeente [gemeente] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Bij de bouw van de kwekerij in het bedrijfspand waren sandwichpanelen gebruikt. Er waren twee kweekruimtes. In totaal stonden er 1152 hennepplanten. In kweekruimte A met 576 hennepplanten waren de planten bijna oogstrijp. In kweekruimte B met eveneens 576 hennepplanten waren de planten 80 cm. [24]
Ten aanzien van zowel het verwijt dat de verdachte medepleger is geweest van deze kwekerijen als het verwijt dat de verdachte samen met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een criminele organisatie heeft gevormd, overweegt het gerechtshof in het bijzonder over een aantal aspecten zoals die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, als volgt.
Overeenkomsten tussen de hennepkwekerijen
Aan de hand van foto-afdrukken van de ten laste gelegde hennepkwekerijen, alsmede de
in het kader van het onderzoek naar de verdachte en de medeverdachten aangetroffen
hennepkwekerijen aan [adres] te [pleegplaats] en [adres] te
[pleegplaats] zijn de hennepkwekerijen door de politie geanalyseerd. Dit heeft geleid tot een
vergelijking van specifieke overeenkomsten.
Met uitzondering van de hennepkwekerij aan [adres] te [pleegplaats]
werden bij alle kwekerijen gelaste stellages c.q. frames waarop werd gekweekt, aangetroffen.
Dit betroffen gelaste stalen frames met een boogconstructie waaraan de assimilatielampen
waren bevestigd; de pootjes van de frames betroffen ronde doppen met schroefdraad.
Bij deze kwekerijen werden assimilatielampen met geïntegreerde transformator met regel-
baar vermogen aangetroffen. Dit betroffen Gavita Pro 1.000 Watt lampen of Dimluxlampen. De lampen waren allemaal middels een soortgelijk metalen profiel aan het frame bevestigd. Bij deze kwekerijen waren de kweekruimtes ook geheel of deels opgebouwd met identieke geïsoleerde sandwichpanelen. Ook de afwerking met duct tape en de U-profïelen bij deze panelen kwam overeen.
In alle hennepkwekerijen werden soortgelijke gelaste stalen frames aangetroffen waarop
ondersteunende apparatuur stond.
In de hennepkwekerijen aan [adres] te [pleegplaats] , [adres] te [pleegplaats] , [adres]
te [pleegplaats] en aan [adres] te [pleegplaats] werden verschillende types professionele airco-systemen aangetroffen, alle van het merk [merk] . [25]
De verdachte heeft in 2013, 2014 en 2015 bij de firma [bedrijf] meerdere grote partijen ijzeren buizen besteld en laten afleveren op het adres [adres] te [pleegplaats] . [26] Deze buizen vertonen grote gelijkenis met de buizen waarvan de gelaste stellages zijn gemaakt die zijn aangetroffen in de kwekerijen aan [adres] te [pleegplaats] , [adres] te [pleegplaats] , [adres] te [pleegplaats] , de [adres] te [pleegplaats] , de
Bovenvenneweg te [pleegplaats] en [adres] te [pleegplaats] . [27]
De apparatuur in alle eerder benoemde kwekerijen stond op gelaste stalen frames die eveneens van soortgelijke stalen buizen waren gemaakt. [28]
Het zetwerk van een beugel die is aangetroffen in de kwekerij aan de Bovenvenneweg in
[pleegplaats] is in 2015 in opdracht van de medeverdachte [medeverdachte 2] door [persoon 7] , werkzaam bij het bedrijf [bedrijf] in [pleegplaats] , gemaakt. Deze waren in langere lengtes afgeleverd
door de [bedrijf] en zijn dus verder verwerkt. De assimilatielampen in de kwekerijen op de adressen [adres] te [pleegplaats] , [adres] te [pleegplaats] (13 november 2015) en [adres] te [pleegplaats] zijn op exact dezelfde wijze, met exact dezelfde soort beugels, aan de kweekstellages bevestigd. De veiliggestelde beugel vanuit [pleegplaats] past exact op een
veiliggesteld stuk buis van een kweekstellage uit één van de andere kwekerijen. Hieruit bleek dat beide onderdelen, afkomstig uit de verschillende hennepkwekerijen, exact in elkaar pasten. [29]
In de kwekerijen aan [adres] te [pleegplaats] , [adres] te [pleegplaats] en [adres]
te [pleegplaats] (18 juli 2016), werden airconditioningssystemen aangetroffen,
waarvan aan de hand van unieke identificerende nummers is komen vast te staan dat deze
door de firma [bedrijf] aan de [bedrijf] te [pleegplaats] werden geleverd, waarna de airco’s
werden doorverkocht aan de verdachte. Uit het politieonderzoek blijkt dat er daarnaast in de kwekerijen aan [adres] (13 november 2015) en de [adres] in [pleegplaats] aircosystemen zijn aangetroffen van het merk [merk] .
Gedurende een periode van ongeveer één jaar zijn er door de verdachte meerdere bestellingen gedaan van soortgelijke airco-units van het merk [merk] , met bijbehorende koelleidingen en koppelingen ten behoeve van het aansluiten van de airco’s.
De verdachte was de enige persoon die bij [bedrijf] [pleegplaats] airco’s van dit merk [merk] afnam. In totaal gaat het om vier bestellingen die door de verdachte zijn gedaan, in de periode van 14 juli 2015 tot 28 januari 2016. Deze bestellingen zijn contant afgerekend door [verdachte] , voor een totaalbedrag van 41.065,60 euro.
Op 29 mei 2016 heeft de verdachte bij de [bedrijf] een airco van het merk [merk] aangeschaft
welke kort daarna in de (eveneens in het kader van het onderzoek naar de verdachte en de
medeverdachten ontdekte) in aanbouw zijnde hennepkwekerij aan [adres] te
[pleegplaats] werd aangetroffen. [30]
Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van het gerechtshof genoegzaam komen vast te staan dat de aircosystemen die zijn aangetroffen in de kwekerijen aan [adres] (13 november 2015) en de [adres] in [pleegplaats] ook door de verdachte zijn aangeschaft.
Van de sandwichpanelen die zijn gebruikt als scheidingswand in de kwekerij aan [adres]
in [pleegplaats] is gebleken dat deze deel uitmaken van een partij sandwichpanelen van 158
stuks, die door de [bedrijf] is geleverd aan de medeverdachte [medeverdachte 2] , aan het
[adres] in [pleegplaats] . De factuur is van 5 maart 2015. [medeverdachte 2] heeft in de jaren 2014 en
2015 en begin 2016 meerdere malen goederen gekocht bij de [bedrijf] . Hij kwam
alleen, of in gezelschap van de verdachte en/of de medeverdachte [medeverdachte 1] . De grote hoeveelheid panelen werd in maart 2015 afgerekend door de verdachte of de medeverdachte [medeverdachte 1] . Vermoedelijk betrof het de verdachte, maar de medeverdachte [medeverdachte 1] heeft ook wel eens een grote aankoop afgerekend. Kleinere bedragen werden afgerekend door [medeverdachte 2] .
In de zomer van 2014 heeft [persoon 8] , werknemer van de [bedrijf] , al eens een partij van 30 soortgelijke sandwichpanelen geleverd aan [medeverdachte 2] . Hij heeft ze gebracht naar [adres] , waar ze door de verdachte in ontvangst zijn genomen.
Deze sandwichpanelen zijn contant afgerekend door de oudste van drie mannen (
het gerechtshof begrijpt: de verdachte [verdachte]), voor een totaalbedrag van 3.443,96 euro. [31]
De loods aan [adres] te [pleegplaats]
De verdachte huurde een loods aan [adres] te [pleegplaats] . Hij is de enige die het alarm van dit pand kan bedienen. De goederen in deze loods zijn van hem. [32]
In de zomer van 2014 is [persoon 8] van de [bedrijf] in de loods aan de [adres] geweest. Hij heeft gezien dat deze loods vol stond met allerlei spullen. Het is hem daarbij opgevallen dat er allemaal metalen frames lagen opgestapeld. Deze metalen frames waren opgebouwd uit vierkante buizen, die aan elkaar gelast waren. Hij zag ook een werkbank en lasgereedschap in de loods liggen. [33]
Op 18 juli 2016 heeft de politie de loods aan [adres] te [pleegplaats] doorzocht.
Met behulp van een drugshond werden in drie vaten hennepresten aangetroffen en in een
doos werden enkele henneptoppen aangetroffen. Deze doos stond in een afgetimmerde
ruimte op de bovenverdieping. In deze ruimte was een afzuigsysteem aangesloten middels
een koolstoffilter en een kistventilator. Ook werden hier een paktafel, sealapparatuur en seal
bags aangetroffen. Dit betroffen nieuwe en gebruikte sealbags, die een sterke hennepgeur
hadden. Tijdens de doorzoeking werden grote hoeveelheden gelaste stellages aangetroffen, onder andere specifieke gelaste boogconstructies en tafels, die qua materiaal, vorm en afmetingen exact gelijk waren aan de ijzeren stellages die werden aangetroffen op de hiervoor genoemde kweeklocaties. Voorts werd er nog een grote hoeveelheid nieuwe, onverwerkte soortgelijke buizen aangetroffen. Ook werden grote hoeveelheden metalen profielen (zetwerk) aangetroffen, zowel U-profielen als de profielen waarvan tijdens het onderzoek werd vastgesteld dat ze werden gebruikt om assimilatielampen te bevestigen aan de stalen constructies. Verder werd een grote hoeveelheid sandwichpanelen aangetroffen. Een deel daarvan leek gebruikt en een deel zat nog in de originele verpakking van de leverancier. Ook werden op zowel de benedenverdieping als op de bovenverdieping in de loods dozen en gebruiksaanwijzingen aangetroffen van aircosystemen van het merk [merk] . Er werden drie cilinders aangetroffen met opschrift [naam 1] . De aircosystemen van [merk] werken met koelmiddel [naam 1] . Daarnaast werden aircoslangen aangetroffen, die door de politie herkend werden als soortgelijk aan de slangen die in de hennepkwekerijen werden gebruikt ten behoeve van de aansluitingen van de aircosystemen [merk] .
Ook werden aan hennep gerelateerde goederen aangetroffen, zoals assimilatielampen,
cannacutters, meer dan 80 Deense bodems, zakken met perlietkorrels, jerrycans met
voedingsmiddelen, pH-meters, stroomkabels, schakelborden, weegschalen, waterslangen,
ventilatiebuizen, vacuümzakken, koolstoffilters, slakkenhuizen, irrigatiematerialen.
In de loods stond een aantal werkbanken met daarop en daar omheen veel gereedschap
waaronder veel elektrisch (hand)gereedschap. Ook werden grote zaag- en boortafels
aangetroffen, die gezien al het omliggende buisafval werden gebruikt voor het bewerken
van de stalen buizen waarvan de kweekstellages werden gemaakt. Ook werden lasapparaten
aangetroffen. Op een tafel werd een envelop aangetroffen met daarin een zegeltang en
(gebruikte) verzegelingen. Door de politie werden deze herkend als zijnde zegels die
gebruikt worden voor de verzegeling van een elektriciteitsmeter. Ook werden documenten
met tips met betrekking tot hennepteelt aangetroffen. [34]
Naar aanleiding van deze doorzoeking heeft de politie met een aantal medewerkers van
omliggende bedrijven gesproken. Een van deze personen vertelde dat de verdachte al
jarenlang de loods aan [adres] huurt, waarschijnlijk sinds 2010 of 2011. In het verleden had deze persoon regelmatig een sterke hennepgeur rondom het pand aan [adres] geroken. Een andere persoon vertelde dat hij regelmatig een vrachtwagen met het opschrift “ [naam 2] ” bij het pand had zien staan. De bestuurder van deze vrachtwagen was een kleine man, met kort donker haar en een bril op. Deze man kwam al jarenlang bij de loods van de verdachte. Daarnaast kwam er een grote, wat oudere man met grijs haar, die reed in een bestelauto van het merk Mercedes, vaak bij het pand. Ze kwamen volgens de medewerker al jarenlang bij de loods van de verdachte en hoorden “bij het meubilair”. Het is bij de politie ambtshalve bekend dat met de kleine man met kort donker haar en een bril de medeverdachte [medeverdachte 2] wordt bedoeld en dat met de grote, wat oudere man met grijs haar, die reed in een bestelauto van het merk Mercedes, de medeverdachte [medeverdachte 1] wordt bedoeld. [35]
Observaties die de politie heeft uitgevoerd bevestigen dat deze beide mannen regelmatig in en bij de loods van de verdachte aan [adres] aanwezig waren, dikwijls in gezelschap van de verdachte. Op 22 juni 2016 is waargenomen dat de auto van de verdachte en de auto van de medeverdachte [medeverdachte 1] , met de medeverdachte [medeverdachte 1] als bestuurder, meermalen direct na elkaar van en naar de loods aan [adres] reden. Uit de inhoud van een door de politie afgeluisterd telefoongesprek blijkt dat de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] afspraken om elkaar te treffen op 22 juni 2016. [36] [persoon 9] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en de verdachte bij de loods heeft gezien en dat [medeverdachte 2] daar vaak laste. [37]
Op 23 juni 2016 is waargenomen dat de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 2] kort na elkaar in hun eigen voertuigen vertrokken vanaf [adres] en beiden ook naar dat adres zijn teruggekeerd. [38]
Op 1 juli 2016 is waargenomen dat de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 2] direct na elkaar, ieder in zijn eigen auto, vertrokken vanaf [adres] . De auto van de medeverdachte [medeverdachte 2] reed naar [adres] in [pleegplaats] en toen hij daar vandaan kwam, is gezien dat de medeverdachte [medeverdachte 1] bij hem in de auto zat. [39]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij die nacht samen met de medeverdachte [medeverdachte 1] op [adres] te [pleegplaats] is geweest en dat er op dat moment een hennepkwekerij in de loods
zat. [40]
Gelet op de aangetroffen situatie op 18 juli 2016 tijdens de doorzoeking van de loods aan [adres] te [pleegplaats] , de observaties, de verklaring van [medeverdachte 2] en de verklaring van
[persoon 7] , stelt het gerechtshof vast dat de loods heeft gediend als de centrale uitvalsbasis en
werkplaats voor de aan hennepteelt gerelateerde activiteiten. De aanwezigheid van grote
hoeveelheden aan hennep gerelateerde goederen onderschrijft dit nadrukkelijk. Ook de
aanwezigheid van grote hoeveelheden sandwichpanelen, ijzeren profielen, nieuw stalen
buismateriaal, lasapparatuur, zaagmachines en complete gelaste frames op verrijdbare
stellingen - die volledig overeenkomen met de kweekstellages die in de hennepkwekerijen werden aangetroffen - maken duidelijk dat de voorbereidingen voor de daadwerkelijke inrichting van de kweeklocaties hier plaatsvonden. Het gerechtshof gaat ervan uit dat de loods tevens werd gebruikt voor de verdere verwerking van de hennep, nu er in de loods in een ruimte voorzien van een afzuigsysteem een paktafel, sealbags (gebruikt en ongebruikt), een sealapparaat en hennepresten zijn aangetroffen. [41]
Uit de verklaring van [persoon 10] blijkt voorts dat de loods aan [adres] ook werd gebruikt als de plek waar met knippers werd afgesproken om ze van daar naar een kwekerij te brengen. [42]
Het gerechtshof stelt op grond van het procesdossier voorts vast dat niet is gebleken van handel van de verdachte in andere materialen dan materialen die bestemd zijn voor hennepkwekerijen. Van enige andere, reguliere, klantenbewegingen van en naar de loods van de verdachte aan [adres] in [pleegplaats] is niet gebleken. [43]
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij wél reguliere klanten had en dat al zijn handel aan te tonen is middels de bonnetjes en zijn boekhouding die in de loods aanwezig waren, zij het dat dat allemaal verdwenen is bij de inval van de politie in de loods en de daarop volgende inbeslagneming door de politie van allerlei voorwerpen die in de loods aanwezig waren.
Het gerechtshof heeft geen aanknopingspunten gevonden voor de door verdachte aangevoerde wijze van omgaan met de beweerdelijk aanwezige administratie tijdens de inval, doorzoeking en inbeslagname van goederen.
Het gerechtshof acht deze verklaring van de verdachte niet aannemelijk geworden en stelt onverkort vast dat niet is gebleken van reguliere klantcontacten, zoals hierboven bedoeld.
Verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 2]
De medeverdachte [medeverdachte 2] heeft op 28 juli 2016 verklaard dat hij ongeveer anderhalf tot twee jaren geleden via via is benaderd of hij wat laswerkzaamheden kon verrichten. Hij is begonnen met kleine laswerkzaamheden, een soort hulpstukjes, te maken. Daarna kwamen de grote werkzaamheden: het lassen van stellages. Hij was de enige die deze stellages maakte. Hij zou ongeveer begin 2015 met het maken van deze stellages zijn begonnen.
Hij maakte ook U-profielen en plaatste isolatiepanelen. Deze panelen kwamen volgens [medeverdachte 2] bij de [bedrijf] vandaan. [44]
Het zou volgens hem heel goed mogelijk zijn dat deze goederen zijn geleverd op [adres] te [pleegplaats] . [45]
De hennepkwekerij aan [adres] te [pleegplaats] heeft hij zelf opgebouwd en deze was van hem. Een persoon heeft hem geholpen met opbouwen. De hennepkwekerijen aan de [adres] te [pleegplaats] en aan [adres] te [pleegplaats] heeft hij ook opgebouwd.
Hij heeft ook geholpen om de hennepkwekerij aan [adres] te [pleegplaats] , in een boerderij bij [medeverdachte 1] (
het gerechtshof begrijpt: de medeverdachte [medeverdachte 1]) thuis, op te bouwen. Hij heeft daar de stellingen geplaatst. Dat zijn frames voor de tafel. Hij is daar tussen de drie en vier keer geweest voor het opbouwen van de kwekerij.
In de hennepkwekerij aan [adres] te [pleegplaats] heeft hij tafels, lampen en kabels en dergelijk neergezet. Hij heeft zelf geen aircosystemen aangesloten. In deze kwekerij is één keer geoogst en toen heeft hij geholpen met oogsten. Hij heeft de hennepplanten geknipt en ze daarna in tonnen gestopt. Ze hebben de tonnen vervolgens in een bus of auto gezet. Dit was ongeveer vier weken geleden. Op [adres] in [pleegplaats] heeft hij ook het spul opgebouwd. Het meeste stond er nog. Hij moest een paar sandwichpanelen vervangen.
De stellages stonden er nog. De lampen moesten worden opgehangen en de bewatering moest nog worden gedaan. De helft lag er nog. Deze kwekerij is niet van hem zelf. [46]
Op 1 juli 2016 is [medeverdachte 2] samen met de medeverdachte [medeverdachte 1] aan [adres] te [pleegplaats] geweest. Op dat moment zat er een hennepkwekerij in de loods. Hij is die nacht in de hennepkwekerij geweest om dingen, zoals het water, te controleren. [47]
Volgens [medeverdachte 2] kreeg hij voor zijn werkzaamheden betaald. Hoe meer hij ging doen, hoe meer
hij betaald kreeg. Na een paar maanden kreeg hij ongeveer 500 euro per maand betaald. [48]
Volgens [medeverdachte 2] heeft hij een minder grote rol dan de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] . [49]
Volgens [medeverdachte 2] komt hij bij de loods aan [adres] te [pleegplaats] iets minder dan drie jaren. Hij is meerdere malen bij de [bedrijf] geweest voor goederen. Hij heeft daar een keer ijzeren platen gekocht en laten knippen. In het pand aan [adres] te [pleegplaats] heeft hij een wand van witte isolatiepanelen geplaatst. Hij heeft dit met een soort metalen profiel gedaan. Hij betaalde ook de huur voor dit pand. Dit geld heeft hij geleend. [50]
[medeverdachte 2] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij een sleutel en een afstandsbediening van de loods aan de [adres] had en dat hij daar kwam om te lassen. [51]
Uit de verklaring van [medeverdachte 2] , in samenhang met de eerdergenoemde verklaring van [persoon 7] en
de waarnemingen in en rond de loods aan [adres] , leidt het gerechtshof af dat [medeverdachte 2] gedurende een periode van ongeveer drie jaar (van 2014 tot en met 2016) in opdracht van de verdachte en/of de medeverdachte [medeverdachte 1] werkzaamheden heeft uitgevoerd voor de inrichting en opbouw van hennepkwekerijen en daarnaast diverse hand- en spandiensten heeft uitgevoerd, waaronder het controleren van het waterpeil in de kwekerij aan [adres] te [pleegplaats] op 1 juli 2016 en het oogsten van hennep in de kwekerij aan de [adres] te [pleegplaats] . Een deel van de werkzaamheden, zoals de fabricage van de metalen stellages, voerde hij uit in de loods aan [adres] .
Het gerechtshof stelt - op basis van de onderlinge verhoudingen tussen de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , de vaststellingen ten aanzien van de betalingen alsmede op basis van de verklaring van [medeverdachte 2] - vast dat de verdachte een van de investeerders is geweest in de hennepkwekerij aan [adres] in [pleegplaats] , van welke kwekerij [medeverdachte 2] de beheerder was.
Verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]
De medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij met de kwekerij aan [adres] een schuld wilde aflossen, dat hij de planten verzorgde en dat er een investeerder was. Hij heeft voorts verklaard dat hij een sleutel had van de loods aan de [adres] en dat hij die sleutel had gekregen van de verdachte. Ook heeft hij verklaard dat de medeverdachte [medeverdachte 2] werkzaamheden verrichtte in de loods. Over de kwekerij aan [adres] heeft de medeverdachte [medeverdachte 1] verklaard dat hij er twee keer is geweest en dat hij heeft geholpen met een airco. [52]
Verklaring van [persoon 3]
heeft verklaard dat zij op 11 november 2015 bezoek kreeg van [persoon 11]
en de verdachte. Dit was de eerste keer dat de verdachte haar vroeg om te knippen in een kwekerij. Meestal benadert de verdachte [persoon 12] . Zij en [persoon 10] horen dan via [persoon 12] wat ze moeten doen. Ze mogen eigenlijk niet bellen of sms’en. De verdachte heeft contacten met mensen die hennepkwekerijen hebben. Hij benadert en regelt de knippers voor deze
hennepkwekerijen. Hij is een beetje de baas en hij gaat over veel dingen. [persoon 3] , [persoon 12] en [persoon 10] zijn meestal met zijn drieën aan het knippen. Ze gaan pas weg wanneer alle hennepplanten zijn geknipt en ze moeten iedere keer nieuwe hennepplanten knippen.
[persoon 3] weet dat er een hennepkwekerij in [pleegplaats] staat (
het gerechtshof begrijpt telkens: aan [adres]). Deze staat bij de Jumbo.
Ze ging met [persoon 12] en [persoon 10] naar deze kwekerij. [persoon 3] is met een tussenpauze van acht tot
negen weken ongeveer zes keer in deze kwekerij geweest. Elke keer werden zij door de verdachte naar de kwekerij gebracht. Ze hadden drie dagen de tijd om te knippen. Ze moesten dan flink doorwerken om het af te krijgen. Het zou ook vier dagen in beslag kunnen nemen.
De andere kwekerij staat volgens [persoon 3] ergens achter [plaats] in een boerderij. Ze is
daar vijf of zes keer geweest om te knippen. Meestal was ze met [persoon 10] ( [persoon 10] [53] ) en
[persoon 12] . En een keer was ze alleen met [persoon 10] . Ze hebben daar drie dagen nodig om alle hennepplanten te knippen. [medeverdachte 1] is beheerder van deze kwekerij. Ze bleven bij [medeverdachte 1] in de boerderij slapen. [medeverdachte 1] woont in deze boerderij samen met een Colombiaanse vrouw, genaamd [persoon 5] .
De verdachte rijdt de knipsters naar deze kwekerij. De knipsters verdienen per geknipte kilo.
Er wordt gewogen waar ze bij zijn.
In de kwekerij in [pleegplaats] verdiende ze rond de 2.000 euro per knipronde. De verdachte betaalde hen in deze kwekerij.
In de kwekerij van [medeverdachte 1] verdiende [persoon 3] per knipronde 1.100 euro. In deze kwekerij
werden ze de ene keer door [medeverdachte 1] en de andere keer door de verdachte betaald. Het was voor [persoon 3] niet duidelijk van wie het geld kwam.
Volgens [persoon 3] had de verdachte de leiding en waren de kwekerijen van hem. [54]
Het gerechtshof stelt op grond van de voorgaande bewijsmiddelen en de verklaring van [persoon 3] vast dat [persoon 3] met ‘ [medeverdachte 1] ’ heeft bedoeld: de medeverdachte [medeverdachte 1] .
[persoon 3] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat de medeverdachte [medeverdachte 1] ook wel eens hielp in [pleegplaats] . [55]
Ter terechtzitting van het gerechtshof van 27 januari 2023 heeft de verdachte verklaard dat hij wel knippers regelde, dat hij wel eens knippers naar [pleegplaats] heeft gebracht en dat hij [persoon 3] wel eens ergens naar toe heeft gebracht. Voorts heeft hij verklaard dat hij wist dat [medeverdachte 1] een hennepkwekerij had.
Kabelzoeker en elektrische stapelaar
Bij de doorzoeking op 18 juli 2016 van het pand aan [adres] in [pleegplaats] , waar de medeverdachte [medeverdachte 1] en zijn echtgenote woonachtig waren, werd een factuur van 28 oktober 2015 aangetroffen voor de aankoop van een kabelzoeker, merk [merk] . De factuur staat op naam van de verdachte. Bij de doorzoeking in de woning [adres] te [pleegplaats] werd een soortgelijk apparaat aangetroffen, geschikt om stroomkabels mee op te sporen. [56]
In het pand aan [adres] te [pleegplaats] werd door de politie op 13 november 2015 een
elektrische stapelaar aangetroffen van het merk [merk] . [57]
Tijdens een doorzoeking van de woning aan [adres] te [pleegplaats] werd een aantal documenten aangetroffen die betrekking hebben op de aankoop van deze stapelaar. Deze documenten staan op naam van de verdachte. [58]
Observaties en DNA-sporen
In de periode vanaf 12 januari 2015 tot en met begin maart 2015, de periode dat de kwekerij
moet zijn opgebouwd, is de medeverdachte [medeverdachte 1] vaak (op 17, 19, 21, 22, 27 januari en 2 en 23 februari en 2 en 4 maart) bij het pand aan [adres] in [pleegplaats] . Daarnaast is het voertuig van de verdachte in die periode dagelijks bij en in het pand aan [adres] te [pleegplaats] geweest. Vaak zat de medeverdachte [medeverdachte 1] in dit voertuig als bijrijder. [59]
De verdachte was elke keer de bestuurder van het voertuig. Ter terechtzitting van de rechtbank Noord-Nederland van 1 februari 2018 [60] heeft de verdachte immers onder meer verklaard:
“Ik maakte gebruik van een Mercedes Benz [model] , met kenteken [kenteken] . Als dit voertuig in [pleegplaats] was dan was ik de bestuurder van dit voertuig”.
Op 25 mei 2016 is verdachte bijna anderhalf uur bij het pand aan [adres] te [pleegplaats] . De medeverdachte [medeverdachte 2] is gedurende deze periode ook enige tijd aanwezig.
De verdachte is samen met de medeverdachte [medeverdachte 1] iets aan het tillen. [61]
Bij de doorzoeking van het pand aan [adres] in [pleegplaats] op 18 juli 2016 is in de eerste kweekruimte naast de deur, op de vloer, naast de tafels waar de hennepplanten op
stonden, een peuk aangetroffen. De peuk is veiliggesteld en onderzocht door het
Nederlands Forensisch Instituut (hierna NFI). Uit dit onderzoek bleek dat op de peuk
celmateriaal is aangetroffen dat afkomstig kan zijn van de verdachte.
De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [62]
Tevens werd op een krukje in de eerste kweekruimte een leeg flesje water aangetroffen. De
drinkopening is bemonsterd en deze is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek bleek
dat het celmateriaal afkomstig kan zijn van de medeverdachte [medeverdachte 1] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard. Eveneens in de eerste kweekruimte stond een doos met daarin een leeg blikje Fanta. De drinkopening is bemonsterd en deze is ook onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek bleek dat het celmateriaal afkomstig kan zijn van de medeverdachte [medeverdachte 1] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [63]
Op 20 juni 2016 reed de medeverdachte [medeverdachte 2] samen met de medeverdachte [medeverdachte 1] bij de loods aan [adres] te [pleegplaats] vandaan. Op ditzelfde moment reed de verdachte ook bij de loods vandaan. [64]
Vervolgens hebben [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] een airco voor de hennepkwekerij aan
de [adres] te [pleegplaats] aangeschaft en zijn daarna aan het werk gegaan in deze kwekerij. [65]
Op 27 juni 2016 is de medeverdachte [medeverdachte 2] voor een periode van ongeveer 20 minuten op het
terrein van het pand aan de [adres] in [pleegplaats] . Hij heeft twee personen bij zich. Het signalement van zijn bijrijder komt overeen met het signalement van de verdachte. [66] Eerder die dag zijn beide mannen ook in elkaars gezelschap in [pleegplaats] gezien. [67]
Op 14 juli 2016 om 10.42 uur zijn de medeverdachte [medeverdachte 2] , een persoon die voldoet aan het
signalement van de verdachte en een persoon die voldoet aan het signalement van de
medeverdachte [medeverdachte 1] bij het pand aan de [adres] in [pleegplaats] . Door alle
drie de mannen worden goederen de loods binnengedragen en ze verblijven een tijd in de
loods. Om 17.36 uur vertrekken ze weer. [68]
Op grond van het voorgaande stelt het gerechtshof vast dat de verdachte op meerdere dagen samen met [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] gedurende enige tijd in de loods aan de [adres] is geweest en dat hij daar ook goederen naar toe heeft gebracht.
Conclusies
Ten aanzien van de hennepkwekerijen aan [adres] , [adres] , [adres] , [adres] en [adres] is het gerechtshof van oordeel dat de hennepteelt plaatsvond in de uitoefening van beroep of bedrijf. Daarbij acht het gerechtshof van belang de grootte van de kwekerijen, de professionele wijze waarop deze waren opgebouwd en het bedrijfsmatige karakter daarvan, zoals ook hieronder zal worden uiteengezet. Ten aanzien van het bedrijfsmatig karakter merkt het gerechtshof nog op dat activiteiten ten behoeve van de kwekerij werden verricht door de verdachte en de medeverdachte(n), waarbij zij ieder hun eigen rol vervulden.
Ten behoeve van de bewezenverklaring van zowel het zijn van medepleger ten aanzien van de specifiek benoemde kwekerijen als de deelname aan de criminele organisatie samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , concludeert het gerechtshof op grond van bovenstaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, dat bij de aangetroffen hennepkwekerijen sprake is van dezelfde modus operandi.
Met name de op maat gemaakte stellages waaraan de assimilatielampen waren bevestigd, de frames waarop de apparatuur was geplaatst, het gebruik van sandwichpanelen en aircosystemen van het merk [merk] zijn kenmerkend. Tevens betrof het telkens een hennepkwekerij waar op professionele wijze grote hoeveelheden hennepplanten werden gekweekt.
Hierbij komt dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de medeverdachte [medeverdachte 2] voornoemde stellages en frames telkens allemaal heeft gemaakt en dat de verdachte telkens met de hieronder bewezen verklaarde hennepkwekerijen in verband kan worden gebracht.
Hiervóór is reeds vastgesteld dat de loods van de verdachte aan [adres] te [pleegplaats] heeft gediend als de centrale uitvalsbasis en werkplaats voor de aan hennepteelt gerelateerde activiteiten. Uit deze handelwijze blijkt een professioneel georganiseerde en bedrijfsmatige manier van werken.
Het gerechtshof acht bewezen dat de verdachte in de planning en financiering van de hennepkwekerijen een grote rol heeft gehad en de werkzaamheden ten behoeve van de hennepteelt en de verdere verwerking van hennep faciliteerde. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte het beheer over de uitvalsbasis en de werkplaats had. De goederen die daar stonden en werden gebruikt, waren van hem. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] vertrokken vaak vanaf deze locatie voordat ze naar een van de kwekerijen gingen. De verdachte regelde de knippers van in ieder geval twee van de kwekerijen, hij reed ze regelmatig naar de kwekerijen en hij betaalde ze ook wel uit. Hij werd door hen als de “baas” gezien. Hij betaalde voor de
grote partijen sandwichpanelen en zowel de sandwichpanelen als de ijzeren buizen werden
bij hem in de loods afgeleverd. Hij kocht goederen, zoals een elektrische stapelaar en een
kabelzoeker, welke in de hennepkwekerijen werden aangetroffen. Hij schafte de
aircosystemen van het merk [merk] ten behoeve van een aantal van de hennepkwekerijen aan.
Tevens is hij door de politie bij twee hennepkwekerijen gezien en is er in een andere
kwekerij DNA-materiaal aangetroffen, waarvan het zeer waarschijnlijk is dat dit van de
verdachte is. Tenslotte is in de loods van verdachte een ruimte aangetroffen die was ingericht met een afzuigsysteem, een paktafel en spullen voor het drogen en verpakken van hennep. Gelet op de aangetroffen hennep(resten) werd die daarvoor ook gebruikt.
Anders dan de verdediging heeft aangevoerd ter terechtzitting in hoger beroep, hebben de activiteiten van de verdachte zich niet slechts beperkt tot handelingen die enkel als voorbereidingshandelingen kunnen worden aangemerkt.
In het bijzonder ten aanzien van het medeplegen van de feiten onder 3, 5 primair, 7, 9 en 13 overweegt het gerechtshof dat voorop staat dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezen verklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking, waarbij de rol van verdachte dan als voldoende substantieel moet kunnen worden aangemerkt.
Met inachtneming daarvan is het gerechtshof, gelet op het hiervoor overwogene van oordeel dat de verdachte in zijn hiervoor beschreven zeer bepalende rol niet alleen nauw en bewust heeft samengewerkt met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , maar dat zijn rol zodanig substantieel is geweest
dat hij samen met onder meer de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] als medepleger betrokken is geweest bij de hennepkwekerijen aan [adres] in [pleegplaats] en aan [adres] te [pleegplaats] , dat hij samen met de medeverdachte [medeverdachte 1] als medepleger betrokken is geweest bij de hennepkwekerij aan [adres] in [pleegplaats] en dat hij samen met onder meer de medeverdachte [medeverdachte 2] als medepleger betrokken is geweest bij de hennepkwekerij aan de [adres] te [pleegplaats] .
Zoals hiervoor reeds weergegeven, financierde de verdachte goederen waarmee de kwekerijen werden opgezet, werd zijn loods gebruikt om stellingen te lassen, zorgde hij voor knippers en reed hij laatstgenoemden ook naar de verschillende kwekerijen.
In het bijzonder ten aanzien van de criminele organisatie zoals die wordt verweten onder feit 15 overweegt het gerechtshof dat voorop staat dat deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een aantal misdrijven uit de Opiumwet in artikel 11b van de Opiumwet is strafbaar gesteld. Dit artikel is een specialis van de generalis uit artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht. De jurisprudentie betreffende artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is dan ook van betekenis voor de bestanddelen van artikel 11b van de Opiumwet. De drie vragen die dienen te worden beantwoord zijn:
  • is er sprake van een organisatie;
  • is het oogmerk gericht op het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, artikel10a, eerste lid, of artikel 11, derde, en vijfde lid, of artikel 11a van de Opiumwet;
  • heeft de verdachte deelgenomen aan deze organisatie
Artikel 11b van de Opiumwet is een implementatie als gevolg van het kaderbesluit 2004/575/JBZ. In artikel 4 lid 4 van dit kaderbesluit wordt ten aanzien van de
criminele organisatie verwezen naar het kaderbesluit 1998/733/JBZ. Uit artikel 1 van dit besluit blijkt dat onder een criminele organisatie wordt verstaan een gestructureerde vereniging van meer dan twee personen, die van duurzame aard is.
Uit de jurisprudentie volgt dat een organisatie een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband is van meer personen met een bepaalde organisatiegraad. Er hoeft geen sprake te zijn van formeel afgebakende taken, maar het samenwerkingsverband moet wel meer dan een incidenteel karakter hebben. Hierbij is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat het samenwerkingsverband steeds hetzelfde is.
Van deelneming aan het samenwerkingsverband is sprake indien de verdachte daartoe behoort en een aandeel heeft in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Daarbij dient de verdachte in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie onder meer tot oogmerk heeft het plegen van de misdrijven van de Opiumwet.
Zoals hiervoor reeds is overwogen, acht het gerechtshof bewezen dat de verdachte samen met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] betrokken is bij het inrichten en de exploitatie van hennepkwekerijen. Aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen stelt het gerechtshof concreet vast dat de medeverdachte [medeverdachte 1] de beheerder was van de hennepkwekerij aan [adres] te [pleegplaats] en [medeverdachte 2] was de beheerder van de hennepkwekerij aan [adres] te [pleegplaats] . Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ook allerlei andere werkzaamheden voor andere kwekerijen hebben verricht. [medeverdachte 2] kreeg voor zijn werkzaamheden hierin betaald. Hieruit blijkt een zekere hiërarchie. [medeverdachte 1] is ook betrokken geweest bij het (voor)financieren van de goederen die werden aangeschaft ten behoeve van de kwekerijen. Bij de hennepkwekerij aan [adres] in [pleegplaats] is de medeverdachte [medeverdachte 1] vaak ter plaatse gezien. Dat pand is een bedrijfspand en dus geen woonhuis waar de medeverdachte [medeverdachte 1] frequent op “bezoek” was. In het bedrijfspand is een hennepkwekerij aangetroffen die grote gelijkenis vertoont met de andere kwekerijen. Aldus staat genoegzaam vast dat de medeverdachte [medeverdachte 1] als medepleger actief betrokken is geweest bij de exploitatie van de hennepkwekerij aan [adres] in [pleegplaats] . Datzelfde heeft te gelden voor verdachte die, zo blijkt uit observaties, eveneens frequent bij het pand aan [adres] te [pleegplaats] aanwezig was.
De verdachte had een zeer bepalende rol ten opzicht van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Hij was een van de investeerders van hennepkwekerijen. Hij bestelde en betaalde de grote aankopen. Zo nu en dan werden er ook grote aankopen door [medeverdachte 1] betaald. Zijn loods aan [adres] te [pleegplaats] werd als uitvalsbasis en werkplaats gebruikt door de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Tevens was de verdachte verantwoordelijk voor de planning. Wanneer het bijna oogsttijd was bij een van de kwekerijen dan nam hij contact op met een vaste groep hennepknippers en maakte met hen de afspraken. Bij een aantal kwekerijen was hij ook (mede) verantwoordelijk voor het betalen van de knipsters. De knipsters zagen de verdachte als de “baas” van de hennepkwekerijen en uit de verklaring van [medeverdachte 2] blijkt ook dat de verdachte en [medeverdachte 1] een grotere rol hadden dan [medeverdachte 2] . Tenslotte beschikte de verdachte in zijn loods over een ruimte voor de verdere verwerking van hennep, zodat de coördinatie door de verdachte zich lijkt te hebben gericht op het volledige traject van het beschikbaar maken van goederen die nodig zijn voor het opbouwen en het opbouwen zelf van de plantages, het feitelijke kweken en oogsten en tenslotte het drogen en verpakken van de hennep.
Het gerechtshof concludeert dat er sprake was van een organisatie, bestaande uit meer dan twee personen, die als oogmerk had het zeer professioneel en bedrijfsmatig telen van grote hoeveelheden hennepplanten om het feitelijke en gewenste doel, het verdienen van geld met de opbrengst van de hennepplanten, te bereiken. Daarnaast stelt het gerechtshof vast dat de verdachte heeft behoord tot het samenwerkingsverband. Hij was de baas, de spin in het web.
Ook feit 15 kan wettig en overtuigend worden bewezen.

Bewijsoverweging over het onder 12 tenlastegelegde feit: Wapens en munitie.

Resteert nog het onder 12 tenlastegelegde feit. Het gerechtshof volstaat ten aanzien van dit feit met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verdachte dat feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en er door of namens hem geen vrijspraak is bepleit:
1. de bekennende verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van het gerechtshof van 27 januari 2023;
2. een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 18 juli 2016, opgenomen op pagina 308 e.v.
van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2016057141, gesloten op 4
augustus 2017, inhoudende de verklaring van de verbalisant [verbalisant 1] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 28 september 2016,
opgenomen op pagina 3438 e.v. van voornoemd proces-verbaal, inhoudende de verklaring
van de verbalisant [verbalisant 2] .

Bewezenverklaring

Op grond van wettige bewijsmiddelen acht het gerechtshof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 3, 5 primair, 7, 9, 12, 13 en 15 aan hem ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat:
3.
hij in de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , meermalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens opzettelijk heeft geteeld, in een pand gelegen aan [adres] , aldaar, telkens een groot aantal hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte en zijn mededader(s) voormeld telen hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
5. primair
hij in de periode van 21 december 2015 tot en met 10 februari 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft geteeld, in een pand gelegen aan [adres] , aldaar, in totaal 384 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte en zijn mededader(s) voormeld telen hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
7.
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , meermalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens opzettelijk heeft geteeld, in een pand gelegen aan [adres] , aldaar, telkens ongeveer 840 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte en zijn mededader(s) voormeld telen hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
9.
hij in de periode van 20 juni 2016 tot en met 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de [gemeente] , meermalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft geteeld, in een pand gelegen aan de [adres] , aldaar, telkens ongeveer 698 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte en zijn mededader(s) voormeld telen hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
12.
hij op 18 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] ,
- wapens van categorie III, te weten:
- een pistool, merk Heckler & Koch HK4, kaliber 9mm Browning Kort
en
- een revolver, merk Ruger SP101
en
munitie van categorie III, te weten:
- 6 centraalvuur kogelpatronen, merk Geco, kaliber 9mm Browning Kort en
- 32 x 9mm Luger centraalvuur kogelpatronen, merk MRP en
- 50 x .32 auto centraalvuur kogelpatronen en
- 18 x .38 centraalvuur kogelpatronen, merk Sellier & Bellot en Starline USA en
- 6 x .357 centraalvuur kogelpatronen, merk Geco en Prvi Partizan en Federal,
voorhanden heeft gehad;
13.
hij in de periode van 12 januari 2015 tot en met 3 maart 2015 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , meermalen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft geteeld, in een pand gelegen aan [adres] , aldaar, telkens ongeveer 1152 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte en zijn mededader(s) voormeld telen hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
15.
hij in de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016 in het arrondissement Noord-Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het overtreden van artikel 11 lid 3 en lid 5 van de Opiumwet, te weten het meermalen, in de uitoefening van een bedrijf of beroep, opzettelijk telen van telkens grote hoeveelheden hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Het gerechtshof acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van de bewezen verklaarde feiten

De onder 3, 5 primair, 7, 9 en 13 bewezen verklaarde feiten leveren telkens op:
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel, meermalen gepleegd.
Het onder 12 bewezen verklaarde feit levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd.
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot munitie van categorie III, meermalen gepleegd.
Het onder 15 bewezen verklaarde feit levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Opiumwet
en
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van de bewezen verklaarde strafbare feiten en de omstandigheden waaronder die strafbare feiten zijn begaan, mede gelet op de persoon van de verdachte, zoals daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Met betrekking tot de aard en de ernst van de bewezen verklaarde strafbare feiten heeft het gerechtshof in het bijzonder acht geslagen op:
  • de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
  • de omstandigheid dat de verdachte - kennelijk puur voor het geldelijk gewin – zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de teelt van hennep. Hennep is een stof die - éénmaal in het maatschappelijk verkeer gebracht - schadelijk kan zijn voor de gebruikers daarvan. Het gebruik van de op lijst II van de Opiumwet voorkomende middelen - de hennepproducten - brengt risico's mee voor de gezondheid van gebruikers en veroorzaakt mede daardoor schade van velerlei aard in de samenleving.
Hierbij neemt het gerechtshof in aanmerking dat met de handel in softdrugs aanzienlijke financiële belangen zijn gemoeid en grote winsten worden behaald en dat deze handelswijze niet zelden hand in hand gaat met ander crimineel gedrag.
De verdachte heeft daaraan door zijn handelen bijgedragen;
  • de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting ter zake van het telen van hennep in een hennepkwekerij van soortgelijke omvang als de hennepkwekerijen, zoals deze zijn aangetroffen op de hierboven bewezen verklaarde locaties;
  • de omstandigheid dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verboden bezit van wapens en (bijbehorende) munitie. Verboden wapenbezit brengt voor de samenleving onaanvaardbare veiligheidsrisico’s met zich mee;
  • de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht ter zake van delicten ingevolge de Wet wapens en munitie. In het geval van het voorhanden hebben van een wapen van categorie III van die wet kan in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van meerdere maanden worden opgelegd.
  • de omstandigheid dat de verdachte deel heeft uitgemaakt van een criminele organisatie, waarin hij een prominent aandeel heeft gehad en daarmee heeft bijgedragen aan het resultaat van die organisatie;
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft het gerechtshof in het bijzonder acht geslagen op:
 de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van
25 januari 2023, waaruit volgt dat geen justitiële antecedenten aanwezig die van substantieel belang kunnen zijn bij de strafoplegging;
 de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep is gebleken.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft het gerechtshof daarnaast aansluiting gezocht bij de straffen die in gevallen vergelijkbaar met deze zaak worden opgelegd.
De raadsman van de verdachte heeft in het kader van het door haar gevoerde strafmaatverweer geen zodanig bijzondere of relevante feiten of omstandigheden aangevoerd dat het gerechtshof de oplegging van een door de raadsman bepleite combinatie van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf conform de duur van het door de verdachte reeds ondergane voorarrest, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf, alsmede een taakstraf aangewezen acht. Ook overigens is het gerechtshof niet gebleken van dergelijke feiten of omstandigheden.
Het gerechtshof zal er rekening mee houden dat er sprake is van overschrijding van de redelijke termijn in de fase van de berechting van de verdachte in eerste aanleg, alsmede in hoger beroep.
Zou deze overschrijding van de redelijke termijn - alsmede de lange duur van de rechtsgang tot nu toe - er niet geweest zijn, dan zou een gevangenisstraf voor de duur van zesendertig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest, zijn opgelegd door het gerechtshof.
Gelet op al het bovenstaande acht het gerechtshof uit een oogpunt van normhandhaving en vergelding passend en geboden de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

De benadeelde partij heeft zich ter zake van het onder 8 ten laste gelegde feit in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot vergoeding van materiële schade ten bedrage van € 17.179,68. Daarnaast is de wettelijke rente gevorderd. De vordering is bij het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht geheel toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding voort in de strafzaak in hoger beroep.
Het gerechtshof heeft de verdachte vrijgesproken van het onder 8 ten laste gelegde feit, op welk feit de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het gerechtshof heeft gelet op de artikelen 3, 11 en 11b van de Opiumwet, de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie. Deze wettelijke voorschriften zijn toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 4, 6, 8, 10, 11 en 14 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 3, 5 primair, 7, 9, 12, 13 en 15 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 3, 5 primair, 7, 9, 12, 13 en 15 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. A.H. toe Laer, voorzitter,
mr. L.T. Wemes en mr. T.H. Bosma, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Kingma, griffier,
en op 3 maart 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde
2.Proces-verbaal, pagina 2017.
3.Proces-verbaal, pagina 2019.
4.Proces-verbaal, pagina 2074.
5.Proces-verbaal, pagina 1492.
6.Proces-verbaal, pagina 2087.
7.Proces-verbaal, pagina’s 2859 t/m 2864.
8.Proces-verbaal, pagina’s 3253 en 3254.
9.Proces-verbaal, pagina’s 2203 t/m 2205.
10.Proces-verbaal, pagina 2208.
11.Proces-verbaal, pagina’s 2245 t/m 2249.
12.Proces-verbaal, pagina’s 2649 en 2650.
13.Proces-verbaal, pagina 2643.
14.Proces-verbaal, pagina 1549, 1554 en 1555.
15.Proces-verbaal, pagina 2677.
16.Proces-verbaal pagina 2732.
17.Proces-verbaal p. 2732.
18.Proces-verbaal, pagina’s 2859 t/m 2864.
19.Proces-verbaal van verhoor van de getuige [medeverdachte 1] van 6 oktober 2020, opgemaakt door de rechter-commissaris in de rechtbank Noord-Nederland.
20.Proces-verbaal, pagina 3061.
21.Proces-verbaal, pagina 3084.
22.Proces-verbaal, pagina 3062.
23.De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde
24.Proces-verbaal, pagina’s 300, 301, 304 en 305.
25.Proces-verbaal, pagina’s 19 t/m 29, 43 t/m 61 en 81 t/m 88.
26.Proces-verbaal, pagina’s 113 t/m 115.
27.Proces-verbaal, pagina’s 113 t/m 117
28.Proces-verbaal, pagina’s 37 t/m 44.
29.Proces-verbaal, pagina’s 118 t/m 122.
30.Proces-verbaal, pagina’s 193 t/m 195.
31.Proces-verbaal, pagina’s 2628, 2257 en 2274 t/m 2278.
32.Proces-verbaal, pagina’s 1030 en 1031.
33.Proces-verbaal, pagina 2276.
34.Proces-verbaal, pagina’s 3676 t/m 3686
35.Proces-verbaal, pagina 3688
36.Proces-verbaal, pagina’s 3050 en 3051.
37.Proces-verbaal van de rechter-commissaris van 5 oktober 2020.
38.Proces-verbaal, pagina’s 2638 en 2639.
39.Proces-verbaal, pagina’s 3246 en 3247.
40.Proces-verbaal, pagina’s 1271 en 1272.
41.Proces-verbaal, pagina 3677.
42.Proces-verbaal, pagina 1419.
43.Proces-verbaal, pagina 12 en 13, opgenomen in de ordner Financieel [verdachte] , deel 1.
44.Proces-verbaal, pagina 1291.
45.Proces-verbaal, pagina 1251.
46.Proces-verbaal, pagina’s 1292 t/m 1294.
47.Proces-verbaal, pagina’s 1271 en 1272.
48.Proces-verbaal, pagina’s 1291 t/m 1294.
49.Proces-verbaal, pagina 1280.
50.Proces-verbaal, pagina’s 1248 t/m 1253.
51.Proces-verbaal van de rechter-commissaris van 6 oktober 2020.
52.Proces-verbaal van de rechtercommissaris van 6 oktober 2020.
53.Proces-verbaal, pagina 1422.
54.Proces-verbaal, pagina’s 1447 t/m 1452.
55.Proces-verbaal van verhoor van de getuige [persoon 3] van 29 september 2020, opgemaakt door de rechter-commissaris in de rechtbank Noord-Nederland.
56.Proces-verbaal, pagina 2705.
57.Proces-verbaal, pagina 2016.
58.Proces-verbaal, pagina’s 2176 en 2179.
59.Proces-verbaal, pagina’s 215 t/m 230.
60.Proces-verbaal van de zitting van de rechtbank Noord-Nederland van 1 februari 2018.
61.Proces-verbaal, pagina’s 2634 en 2635.
62.Proces-verbaal, pagina 2755, en NFI-rapport, pagina 2792.
63.Proces-verbaal, pagina 2755, en NFI-rapport, pagina 2792.
64.Proces-verbaal, pagina 3038.
65.Proces-verbaal, pagina’s 3039, 3041, 3044 t/m 3046 en 3077 en een schriftelijk stuk, houdende een
66.Proces-verbaal, pagina 3087.
67.Proces-verbaal, pagina’s 3053 t/m 3057.
68.Proces-verbaal, pagina’s 3088 en 3089.