Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- [verzoekster] , bijgestaan door haar advocaat, en
- de heer [naam1] , namens de bewindvoerder.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot opheffing van bewind. De verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. H.H. Jansen, had in hoger beroep een verzoek ingediend om het bewind op te heffen. De bewindvoerder, vertegenwoordigd door de heer [naam1], was ook aanwezig tijdens de mondelinge behandeling. Tijdens deze behandeling is er een overeenkomst bereikt tussen de verzoekster en de bewindvoerder. De verzoekster zal van 1 april 2023 tot en met 30 september 2023 deelnemen aan een financieel zelfstandigheidstraject. Dit traject is bedoeld om de verzoekster meer vrijheden te geven en haar in staat te stellen haar financiën zelf te beheren. Indien het traject succesvol wordt afgerond, is het de bedoeling dat de verzoekster een verzoek tot opheffing van het bewind indient bij de kantonrechter.
Aangezien er overeenstemming is bereikt tussen de verzoekster en de bewindvoerder, heeft de advocaat van de verzoekster het verzoek in hoger beroep ingetrokken. Het hof heeft daarom besloten de verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek in hoger beroep. Deze beslissing is genomen door de rechters J.B. de Groot, H. Phaff en S. Kuijpers, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. J.M. van Gastel-Goudswaard.