In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een locatie- en contactverbod dat eerder door de rechtbank Gelderland was opgelegd aan de man. De vrouw, die in deze procedure als geïntimeerde optreedt, had in eerste aanleg een verbod gevraagd tegen de man, die haar eerder had gestalkt en bedreigd. De voorzieningenrechter had de man verboden om zich voor de duur van zes maanden in de woonplaats van de vrouw te bevinden en om contact met haar op te nemen, met een dwangsom als sanctie voor overtredingen. De man ging in hoger beroep met de bedoeling deze vorderingen te laten afwijzen, maar het hof oordeelde dat het belang van de vrouw bij het contact- en locatieverbod zwaarder weegt dan het belang van de man om zich vrij te bewegen. Het hof bevestigde dat er een reële dreiging van toekomstig onrechtmatig handelen van de man jegens de vrouw bestaat, wat de noodzaak van het verbod rechtvaardigt. De man had eerder een strafrechtelijke veroordeling voor stalking en bedreiging, en het hof oordeelde dat de angst van de vrouw voor de man begrijpelijk is. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en legde een dwangsom op aan de man om naleving van het verbod te waarborgen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.