ECLI:NL:GHARL:2023:2293

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
21-003869-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en veroordeling voor winkeldiefstallen en oplichting met Lotto/Toto-loten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is schuldig bevonden aan meerdere winkeldiefstallen en oplichting. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het stelen van goederen uit verschillende winkels en aan het oplichten van medewerkers door Lotto/Toto-loten te laten activeren zonder deze te betalen. Het hof oordeelde dat de verdachte op slinkse wijze handelde door gebruik te maken van de onwetendheid van de medewerkers en de omstandigheden rondom de activatie van de loten. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat meegewogen is in de strafoplegging. Het hof heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder behandeling en toezicht door de reclassering, om het risico op recidive te minimaliseren.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003869-22
Uitspraak d.d.: 15 maart 2023
VERSTEK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 6 september 2022 met parketnummer 18-138694-22 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 1 maart 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van verdachte ter zake van de onder 3 en 8 tenlastegelegde feiten en tot veroordeling van verdachte ter zake van de onder 1, 2, 4, 6 en 7 tenlastegelegde feiten tot gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geformuleerd door de reclassering. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 5 tenlastegelegde feit, kan de verdachte daarin niet worden ontvangen, nu daartegen op grond van het bepaalde in artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering geen hoger beroep mogelijk is. Het hof zal de verdachte in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter heeft bij vonnis van 6 september 2022, waartegen het hoger beroep is gericht, verdachte ter zake van de 1 tot en met 4 en 6 tot en met 8 tenlastegelegde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geformuleerd door de reclassering.
De politierechter heeft verdachte ter zake van het onder 5 tenlastegelegde feit vrijgesproken.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd - voor zover in hoger beroep aan de orde - dat:
1.
hij op of omstreeks 2 april 2022 te [pleegplaats] , uit een winkel gevestigd aan de [vestigingsplaats] alhier, drie pakken Nescafe Intenso, acht pakken Nescafe Cappucino en/of één pak Nescafe Espresso (met een totaalwaarde van [bedrag] euro), in ieder geval een hoeveelheid koffie, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [winkel] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 6 april 2022 te [pleegplaats] , uit een winkel gevestigd aan de [vestigingsplaats 2] alhier, een grote hoeveelheid winkelgoederen, onder meer grote hoeveelheden vleesproducten, meerdere verpakkingen opvolgmelk, meerdere verpakkingen tandpasta en/of meerdere verpakkingen toetjes (met een totaalwaarde van [bedrag] euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [winkel 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij op of omstreeks 28 maart 2022 te [pleegplaats] , uit een winkel gevestigd aan de [vestigingsplaats 2] alhier, een grote hoeveelheid winkelgoederen, onder meer meerdere verpakkingen vleesproducten, meerdere verpakkingen tandpasta, meerdere verpakkingen luiers en/of wasproducten (met een totaalwaarde van [bedrag] euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [winkel 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
hij op of omstreeks 10 mei 2022 te [pleegplaats 2] , gemeente [gemeente] , uit een winkel gevestigd aan de [vestigingsplaats 3] alhier, een grote hoeveelheid winkelgoederen, onder meer meerdere verpakkingen koffieproducten, meerdere verpakkingen vleesproducten en/of meerdere verpakkingen wasproducten (met een totaalwaarde van [bedrag] euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [winkel 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6.
hij op of omstreeks 10 juli 2021 te [pleegplaats 3] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland, bij een [winkel] winkel gevestigd aan de [vestigingsplaats 4] alhier, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [medewerker] , althans een medewerker van de [winkel] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van drie Toto/Lotto-loten (met een totale waarde van [bedrag] euro), door
- in te zetten op een voetbalwedstrijd en/of een QR code te uploaden op zijn telefoon en/of
- deze QR-code te laten scannen door die [medewerker] , waardoor de loten worden geactiveerd en/of
- die [medewerker] de bijbehorende Toto/Lotto loten te laten printen en/of
- die loten te scannen op zijn, verdachtes telefoontoestel en/of
- daarbij wetende dat die [medewerker] de geactiveerde Toto/Lotto loten niet meer kon annuleren en/of
- ( vervolgens) aan die [medewerker] aan te geven dat zijn pinpas niet werkte, althans dat hij verdachte, die loten niet kon betalen en/of
- ( vervolgens) aan die [medewerker] aan te geven dat hij het geld voor de gekochte Toto/Lotto loten zou ophalen uit zijn auto en terug zou komen om deze alsnog te betalen en/of
- ( vervolgens) de winkel te verlaten zonder terug te keren om de gekochte Lotto-loten daadwerkelijk af te rekenen;
7.
hij op of omstreeks 7 juli 2021 te [pleegplaats 2] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland, bij een winkel van de [winkel 3] aan de [vestigingsplaats 5] alhier, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [medewerker 2] , althans een medewerker van de [winkel 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten twee Toto/Lotto-loten (met een waarde van in totaal [bedrag] euro), door
- in te zetten op een voetbalwedstrijd en/of een QR code te uploaden op zijn telefoon en/of
- deze QR-code te laten scannen door die [medewerker 2] en/of
- daardoor die Toto/Lotto loten te laten activeren en/of
- die [medewerker 2] de bijbehorende loten te laten printen en/of
- die [medewerker 2] de loten te laten uploaden op zijn, verdachtes telefoontoestel en/of
- daarbij wetende dat die [medewerker 2] deze Toto/Lotto loten niet meer kon annuleren en/of - (vervolgens) aan die [medewerker 2] aan te geven dat zijn pinpas niet werkte om de loten te betalen en/of
- ( vervolgens) aan die [medewerker 2] aan te geven dat hij het geld voor de gekochte loten en/of andere betaalpas zou ophalen en over 10 minuten het geld voor de Toto/Lotto loten zou brengen en/of zou komen om te betalen met die andere betaalpas en/of
- ( vervolgens) de winkel te verlaten zonder terug te keren om de gekochte Toto/Lotto-loten daadwerkelijk af te rekenen;
8.
hij op of omstreeks 28 maart 2022 te [pleegplaats] in het besloten lokaal gevestigd aan de [vestigingsplaats 2] bij de [winkel 2] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen immers was hem, verdachte, met ingang van 1 april 2021 schriftelijk de toegang tot die [winkel 2] ontzegd voor de duur van één jaar.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Feiten 3 en 8
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep geconcludeerd tot vrijspraak van de onder 3 en 8 tenlastegelegde feiten.
Oordeel van het hof
Conform de eis van de advocaat-generaal, is het hof van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte de onder 3 en 8 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Feit 7
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep, onder verwijzing naar een conclusie van advocaat-generaal Frielink d.d. 21 februari 2023 (ECLI:NL:PHR:2023:217) aangevoerd dat verdachte het oogmerk heeft gehad om de medewerker van de [winkel 3] te [pleegplaats 2] door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels te bewegen tot afgifte van meerdere Lotto/Toto-loten.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte het onder 7 tenlastegelegde feit heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe als volgt.
Blijkens het proces-verbaal van aangifte d.d. 8 juli 2021 kwam er op 7 juli 2021 een man bij de [winkel 3] te [pleegplaats 2] , die via de Toto winkel-app een drietal Lotto/Toto-loten wilde kopen. Nadat een medewerkster de QR-codes van de man had gescand, kwamen er een drietal loten naar voren voor een voetbalwedstrijd. Bij alle drie loten was de voorspelling gedaan dat er in de eerste helft van de wedstrijd gescoord zou worden. Zodra een QR-code wordt gescand, wordt er een lot geprint en gaat de weddenschap per direct in. De man heeft één van de loten met contant geld afgerekend. Hij gaf aan de andere twee loten met zijn pinpas te willen betalen. Toen de man wilde pinnen, werd de transactie echter niet voltooid. De man gaf vervolgens aan dat hij naar zijn bank in [plaats] zou bellen voor de transactie en liep naar buiten. Toen de medewerkster het gevoel kreeg dat de man mogelijk tijd aan het rekken was tot er een doelpunt zou vallen zodat zijn weddenschap zou kloppen, heeft zij geprobeerd de loten te annuleren. Omdat de wedstrijd echter al begonnen was, was dit niet meer mogelijk. De man is niet meer teruggekeerd naar de [winkel 3] .
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij de overige twee loten niet kon afrekenen bij de [winkel 3] omdat er een blokkade op zijn pinpas zat. Verdachte ontkent zich schuldig te hebben gemaakt aan oplichting.
Het hof is van oordeel dat op grond van de enkele omstandigheden genoemd in het hiervoor vermelde proces-verbaal van aangifte, niet kan worden vastgesteld dat verdachte voorafgaand aan, dan wel ten tijde van het scannen van de QR-codes het oogmerk heeft gehad om de Lotto/Toto-loten niet af te rekenen en zich derhalve wederrechtelijk te bevoordelen. Nu zich in het dossier voorts geen andere bewijsmiddelen bevinden waaruit blijkt dat verdachte voornemens was om de loten niet af te rekenen, acht het hof derhalve niet bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 7 tenlastegelegde feit.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep geconcludeerd tot veroordeling van verdachte ter zake van de onder 1, 2, 4 en 6 tenlastegelegde feiten.
Oordeel van het hof
Met betrekking tot het onder 6 tenlastegelegde feit overweegt het hof als volgt.
Blijkens het proces-verbaal van aangifte d.d. 11 juli 2021 kwam er op 10 juli 2021 een man bij de [winkel] te [pleegplaats 3] . De man wilde drie Lotto/Toto-loten kopen voor een voetbalwedstrijd. Nadat de loten op zijn telefoon waren geüpload en de loten door een medewerkster waren geprint, gaf de man aan dat hij geen geld bij zich had. Hij zei dat hij geld uit zijn auto zou gaan halen en liep naar buiten. Als de man wegloopt, wordt hij door een collega-medewerker herkend uit een groepsapp voor winkeliers als zijnde verdachte. In deze groepsapp werd een bericht gedeeld waarin staat dat de man met Lotto/Toto-formulieren fraudeert en al vele winkels heeft opgelicht. De medewerker heeft daarop direct met Lotto contact opgenomen om de loten te laten blokkeren, waardoor [winkel] geen schade heeft geleden.
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij niet kon afrekenen, omdat zijn pinpas het niet deed.
Het hof stelt vast dat bij de onder 6 en 7 tenlastegelegde feiten sprake is van eenzelfde gang van zaken. Verdachte zet in op voetbalwedstrijden door middel van Lotto/Toto-loten. Hij wacht tot de wedstrijden zijn begonnen en laat dan loten uploaden op zijn telefoon. Nadat de loten zijn geüpload en geprint, kunnen de loten niet meer door de winkel geannuleerd worden. Als verdachte moet betalen, geeft hij aan dat zijn pinpas het niet doet en loopt hij naar buiten om ‘geld te halen’. Vervolgens keert hij niet meer terug naar de winkel. Omdat de wedstijd al is begonnen is het via het systeem niet meer mogelijk de loten te annuleren. Dat de [winkel] in het geval van 10 juli 2021 geen schade heeft geleden is vanwege een doortastende belactie naar de verstrekker van de Lotto/Toto-loten, waardoor de niet te annuleren loten wel konden worden geblokkeerd.
Naar het oordeel van het hof vertoont de feitelijke gang van zaken omtrent het doen verkrijgen van Lotto/Toto-loten bij de [winkel 3] te [pleegplaats 2] op 7 juli 2021 op essentiële punten overeenkomsten met de feitelijke gang van zaken bij de [winkel] te [pleegplaats 3] op 10 juli 2021.
Na het niet betalen van zijn loten op 7 juli 2021 zijn de loten van verdachte desondanks niet geannuleerd. Door die omstandigheid heeft verdachte er in ieder geval vanaf dat moment weet van gehad dat het moment van uploaden van de loten bepalend is voor de mogelijkheid de loten te annuleren wanneer daarvoor niet is betaald. Het hof is van oordeel dat, gelet op het hiervoor overwogene, verdachte derhalve op het latere moment van 10 juli 2021 wist hoe hij Lotto/Toto-loten kon verkrijgen zonder ervoor te betalen en hij met die wetenschap op 10 juli 2021 bij de [winkel] op soortgelijke wijze heeft gehandeld teneinde zich op deze slinkse wijze wederrechtelijk te bevoordelen.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op die laatste datum heeft schuldig gemaakt aan de verweten oplichting.
Voor wat betreft de onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde feiten is het hof van oordeel dat deze feiten, gelet op de zich in het dossier bevindende processen-verbaal van aangifte en de bekennende verklaringen van de verdachte, wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 4 en 6 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op 2 april 2022 te [pleegplaats] , uit een winkel gevestigd aan de [vestigingsplaats] alhier, drie pakken Nescafé Intense, acht pakken Nescafé Cappuccino en één pak Nescafé Espresso (met een totaalwaarde van [bedrag] euro) die geheel aan de [winkel] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 6 april 2022 te [pleegplaats] , uit een winkel gevestigd aan de [vestigingsplaats 2] alhier, een grote hoeveelheid winkelgoederen, onder meer grote hoeveelheden vleesproducten, meerdere verpakkingen tandpasta, die geheel aan de [winkel 2] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
hij op 10 mei 2022 te [pleegplaats 2] , gemeente [gemeente] , uit een winkel gevestigd aan de [vestigingsplaats 3] alhier, een grote hoeveelheid winkelgoederen, die geheel aan de [winkel 2] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6.
hij op 10 juli 2021 te [pleegplaats 3] , gemeente [gemeente] , bij een [winkel] winkel gevestigd aan de [vestigingsplaats 4] alhier, het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [medewerker] , een medewerker van de [winkel] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van drie Toto Lotto-loten met een totale waarde van [bedrag] euro, door
- in te zetten op een voetbalwedstrijd en een QR-code te uploaden op zijn telefoon en
- deze QR-code te laten scannen door die [medewerker] , waardoor de loten worden geactiveerd en/of
- die loten te scannen op zijn, verdachtes, telefoontoestel
- daarbij wetende dat die [medewerker] de geactiveerde Toto/Lotto loten niet meer kon annuleren en
- vervolgens aan die [medewerker] aan te geven dat zijn pinpas niet werkte, althans dat hij verdachte, die loten niet kon betalen en
- vervolgens aan die [medewerker] aan te geven dat hij het geld voor de gekochte Toto Lotto loten zou ophalen uit zijn auto en terug zou komen om deze alsnog te betalen en
- vervolgens de winkel te verlaten zonder terug te keren om de gekochte Lotto-loten daadwerkelijk af te rekenen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde levert telkens op:
diefstal.
Het onder 6 bewezenverklaarde levert op:
oplichting.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich in een kort tijdsbestek schuldig gemaakt aan oplichting en meerdere winkeldiefstallen, waarbij grote bedragen geld en grote hoeveelheden producten zijn buit gemaakt. De diefstallen zijn op zeer brutale wijze uitgevoerd door bij de poortjes van de zelfscankassa’s achter andere klanten aan te lopen, dan wel door te wachten op openslaande toegangspoortjes bij de ingang van de winkel om zo het pand te kunnen verlaten zonder voor de producten te betalen. Verdachte heeft, door aldus te handelen, grote financiële schade aan de slachtoffers toegebracht. Ook heeft hij daarbij het door hen in verdachte gestelde vertrouwen ernstig misbruikt.
Het hof heeft bij de strafoplegging acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 30 januari 2023. Hieruit blijkt dat verdachte zich eerder meermalen schuldig heeft gemaakt aan diefstal. Deze eerdere veroordelingen hebben verdachte er kennelijk niet van weerhouden om opnieuw in de fout te gaan.
Tevens heeft het hof rekening gehouden met de omstandigheid dat het hof minder feiten bewezen heeft geacht dan de politierechter.
Bij het bepalen van een gepaste strafrechtelijke reactie op de bewezenverklaarde oplichting en winkeldiefstallen heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze uit het reclasseringsrapport d.d. 16 augustus 2022 blijken, waaronder de problematiek op verschillende leefgebieden en het ontbreken van beschermende factoren. De reclassering adviseert om bij bewezenverklaring een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, met oplegging van een aantal bijzondere voorwaarden.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden is. Het hof acht het voor verdachte en de samenleving van belang dat hij behandeld wordt en hulp krijgt bij het creëren van stabiliteit in zijn leven. Om die redenen acht het hof het raadzaam om aan voornoemde gevangenisstraf een aantal bijzondere voorwaarden te koppelen, zoals geformuleerd door de reclassering, om daarmee het risico op recidive te minimaliseren.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 310 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 5 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3, 7 en 8 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 4 en 6 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 4 en 6 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering [reclassering] op adres [adres reclassering] te melden. Veroordeelde blijft zicht melden op afspraken met de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich (ambulant) laat behandelen door een nader te bepalen instelling, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde in een instelling verblijft voor beschermd wonen of maatschappelijk opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijft duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde meewerkt aan controle op het gebruik van alcohol en drugs. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van betalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of beschermingsbewind. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. A.J. Rietveld, voorzitter,
mr. T.H. Bosma en mr. W. Geelhoed, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.M.J. Flach, griffier,
en op 15 maart 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.