In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1966 en woonachtig te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor het besturen van een motorrijtuig terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na een zitting op 22 februari 2023, waarbij de advocaat-generaal vorderde tot vernietiging van het eerdere vonnis en veroordeling van de verdachte. De politierechter had de verdachte op 4 februari 2021 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 week.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 9 december 2019, ondanks dat hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was, een personenauto bestuurde. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de ongeldigverklaring, maar het hof oordeelde dat de verdachte voldoende op de hoogte was gesteld van de situatie. De bewijsvoering, waaronder verklaringen van verbalisanten, leidde het hof tot de conclusie dat de verdachte wist dat hij niet mocht rijden.
De strafoplegging bestond uit een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week, met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis. Het hof hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die inmiddels zijn leven een positievere wending had gegeven. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de aard en ernst van het bewezenverklaarde feit, waarbij ook rekening is gehouden met de recidive van de verdachte.