Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellanten],
SPC,
1.De verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
- Een beroep op betaling van geleverde producten waartegen het verweer is gevoerd dat geen bestellingen of leveringen hebben plaatsgehad. Hier geldt dat [appellanten] moeten onderbouwen dat deze producten wel bij hen zijn besteld en door hen ook aan SPC zijn geleverd. Meer specifiek moeten [appellanten] ingaan op het met stukken onderbouwde verweer dat – voor zover zij die producten al bij Bosch hebben besteld – daar door hen nooit voor is betaald, en dat SPC zich gedwongen heeft gevoeld ze zelf rechtstreeks bij Bosch te bestellen. Het hof komt hierop terug bij de beoordeling van factuur 003 uit 2017.
- Een beroep op betaling van wel geleverde producten die volgens SPC allemaal al vooruit waren betaald. SPC heeft ter zitting toegelicht dat alle bestellingen die zij deed per bank of documentair krediet zijn betaald, omdat zij met de Europese markt niet bekend was, maar al wel eerder de hulp van [appellanten] had ingeroepen. Uitgangspunt is dat SPC dit verweer moet onderbouwen. Dat is ook gebeurd. Het lag vervolgens op de weg van [appellanten] om gemotiveerd op dat verweer te reageren. Het hof komt hierop terug bij de bespreking van de facturen 099 en 100 uit 2016.
- Een beroep op betaling van geleverde producten waartegen het verweer is gevoerd dat deze ondeugdelijk waren. [appellanten] erkennen dat althans een deel van deze levering inderdaad ondeugdelijk was, en moeten daarom onderbouwen voor welk deel dat niet geldt. Het hof komt hierop terug bij de beoordeling van factuur 002 uit 2017.
- Een vordering tot terugbetaling van betalingen die [appellanten] cash aan SPC zegt te hebben gedaan. Het hof begrijpt dat het daarbij in de ogen van [appellanten] om leningen gaat. Het hof komt hierop terug bij de beoordeling van factuur 003 uit 2017.
Letter of confirmationdie is gedateerd op 29 december 2016. Daarin bevestigt [appellant] dat ‘
as of 29-12-2016 (…) we received full payment related to the said handling equipment’. Hiermee staat vast dat voor deze bestellingen is betaald. Bovendien is de factuur onverenigbaar met een andere factuur van dezelfde datum en met hetzelfde nummer waarop een bedrag van
€ 70.737,93 wordt vermeld voor dezelfde bestellingen. Volgens SPC is die andere factuur de originele factuur die door haar is betaald. Zij heeft dat onderbouwd met stukken waaruit die betaling kan worden afgeleid. Een en ander is door [appellanten] niet gemotiveerd bestreden. [appellanten] hebben wel, ter verklaring van het feit dat meerdere facturen met hetzelfde factuurnummer zijn, aangevoerd dat [appellant] geen overzicht had over zijn eigen administratie en dat hij de oorspronkelijke factuur heeft verhoogd met ‘Additional Cost for handling and packing charge’ (€ 23.500). Voor de verschuldigdheid daarvan – die door SPC wordt betwist – ontbreekt iedere onderbouwing.
4.De beslissing
13 november 2019;