In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1974, was betrokken bij een burenruzie op 27 september 2020, waarbij openlijk geweld werd gepleegd tegen een buurman, de heer [benadeelde]. De politierechter had de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, maar de officier van justitie ging in hoger beroep. Tijdens de zitting op 22 februari 2023 heeft het hof de zaak onderzocht, waarbij de advocaat-generaal en de raadsvrouw van de verdachte hun standpunten naar voren brachten. De verdachte voerde aan dat zij handelde uit noodweer, omdat zij haar partner verdedigde tegen een aanval van de buurman. Het hof oordeelde dat er sprake was van een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van de partner van de verdachte, waardoor het handelen van de verdachte als noodzakelijk ter verdediging kon worden aangemerkt. Het hof concludeerde dat het beroep op noodweer slaagde, waardoor de verdachte niet strafbaar was en ontslagen werd van alle rechtsvervolging. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit.