Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 16 augustus 2022, en
- een journaalbericht van mr. H.J. Scholten van 31 augustus 2022 met producties.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de bewindvoering van [naam1]. De moeder, die als bewindvoerder was aangesteld, was door de kantonrechter van de rechtbank Gelderland op 20 mei 2022 ambtshalve ontslagen wegens het niet tijdig indienen van rekening en verantwoording. De moeder heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat zij niet op de hoogte was van haar verplichtingen en dat zij de gevraagde gegevens tijdig had ingediend. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de moeder en haar advocaat aanwezig waren tijdens de mondelinge behandeling op 7 februari 2023.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder in beginsel haar taken als bewindvoerder naar behoren heeft uitgevoerd, ondanks het feit dat zij niet op tijd rekening en verantwoording heeft afgelegd. Het hof oordeelt dat er geen gewichtige redenen zijn om de moeder te ontslaan als bewindvoerder, aangezien het vermogen van [naam1] in de afgelopen jaren is toegenomen en er geen schulden zijn. Bovendien heeft de moeder onbetwist gesteld dat zij de stukken op tijd heeft verzonden, en het hof concludeert dat zij niet eerder op de hoogte kon zijn van het feit dat de stukken de kantonrechter niet hadden bereikt.
Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en bepaald dat de moeder haar functie als bewindvoerder over de goederen van [naam1] zal hernemen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van continuïteit in de bewindvoering en de rol van de moeder als mentor van [naam1].