In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de partneralimentatie tussen een man en een vrouw die in 2002 een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, heeft grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 1 november 2021, waarin de partneralimentatie was vastgesteld op € 1.339,- bruto per maand. De vrouw, verzoekster in het incidenteel hoger beroep, heeft eveneens grieven ingediend met betrekking tot de behoefte en draagkracht van partijen. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de partneralimentatie rechtvaardigt. De vrouw heeft een netto behoefte van € 3.667,- per maand, terwijl de man in staat is om een bijdrage van € 1.339,- bruto per maand te betalen. Het hof heeft de ingangsdatum van de alimentatie vastgesteld op 24 februari 2021, de datum waarop het inleidend verzoekschrift is ingediend. De man heeft verzocht om de partneralimentatie op nihil te stellen, maar het hof heeft geoordeeld dat de vrouw in voldoende mate aan haar inspanningsverplichting voldoet en dat de draagkracht van de man geen beperkende factor is. De man heeft ook verzocht om een terugbetalingsverplichting voor te veel ontvangen alimentatie, maar dit verzoek is afgewezen. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en de partneralimentatie is vastgesteld op € 1.339,- bruto per maand, met de bepaling dat de vrouw geen terugbetaling hoeft te doen van te veel ontvangen alimentatie.