ECLI:NL:GHARL:2023:1861

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 maart 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
200.292.865/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming en ontslag van een medecurator in een curatelezaak met conflicterende belangen tussen ouders

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming en het ontslag van een medecurator voor de meerderjarige zoon van de ouders. De kantonrechter had eerder een medecurator benoemd om de belangen van de zoon te behartigen in het contact met zijn vader en broer, vanwege conflicterende belangen tussen de ouders. De moeder, die als curator was benoemd, heeft in hoger beroep tien grieven ingediend tegen de beschikking van de kantonrechter van 15 februari 2021, waarin de medecurator werd benoemd. De vader heeft in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep verzocht om de moeder te ontslaan als curator en hemzelf tot curator te benoemen.

Het hof heeft vastgesteld dat de benoeming van de medecurator niet effectief is gebleken, aangezien er geen samenwerking tot stand is gekomen tussen de ouders en de medecurator. Ondanks verschillende pogingen om de ouders nader tot elkaar te krijgen, is er geen omgang tussen de vader en de zoon gerealiseerd. Het hof heeft geoordeeld dat er gewichtige redenen zijn om de medecurator te ontslaan en dat de moeder het curatorschap alleen zal uitoefenen. De beslissing van het hof houdt rekening met de verstoorde verstandhouding tussen de ouders en de noodzaak om de belangen van de zoon te waarborgen.

De uitspraak van het hof vernietigt de eerdere beschikking van de kantonrechter en compenseert de kosten van het hoger beroep, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak benadrukt de complexiteit van curatelezaken, vooral wanneer er conflicten zijn tussen ouders over de zorg voor hun kinderen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.292.865/01
(zaaknummers rechtbank 8407589)
beschikking van 2 maart 2023
inzake
[verzoekster](de moeder of curator),
wonende te [woonplaats1] ,
verzoekster in het principaal hoger beroep,
verweerster in het (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. M.J.J. van Geel te Almelo,
en
[verweerder](de vader),
wonende te [woonplaats2] ,
verweerder in het principaal hoger beroep,
verzoeker in het (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. W.J.A. van Es te Steenwijk.
Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:

1.[de meerderjarige] ,

wonende te [woonplaats1] ,
verder te noemen: [de meerderjarige] ,
2.
Over de periode tot 1 november 2022
[de medecurator1] ,
kantoorhoudend te [vestigingsplaats] ,
verder te noemen: de medecurator,
Over de periode vanaf 1 november 2022
[de medecurator2] B.V.,
kantoorhoudend te [vestigingsplaats] ,
verder te noemen: de medecurator.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 15 februari 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in het principaal en het incidenteel hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met bijlage(n) van de moeder, ingekomen op 8 april 2021;
- een brief namens de moeder van 6 mei 2021 met bijlage(n);
- een brief namens de moeder van 4 juni 2021 met bijlage(n);
- een brief namens de moeder van 8 juli 2021 met bijlage(n);
- een brief namens de medecurator van 26 juli 2021;
- een brief namens de medecurator van 30 juli 2021 met bijlage(n);
- een journaalbericht namens de vader van 8 maart 2022 met bijlage(n);
- het verweerschrift tevens (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep met bijlage(n) van de vader;
- het verweerschrift in het (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep met bijlage(n) van de moeder;
- een journaalbericht namens de moeder van 13 januari 2023 met bijlage(n);
- een journaalbericht namens de moeder van 16 januari 2023 met bijlage(n);
- een brief namens de medecurator van 23 januari 2023 met bijlage(n).
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 30 januari 2023 plaatsgevonden. Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Namens de medecurator is [naam1] verschenen. De advocaten hebben het woord gevoerd mede aan de hand van de door hen overgelegde spreekaantekeningen.
2.3
Bij e-mailbericht van 30 januari 2023 met bijlage(n) heeft de medecurator het hof bericht dat de rechtsvorm van de medecurator is gewijzigd en de kantonrechter om die reden de bij de mail gevoegde beschikking van 19 oktober 2022 heeft gegeven.

3.De feiten

3.1
De moeder en de vader zijn met elkaar gehuwd geweest. Uit dit huwelijk zijn geboren:
- [de meerderjarige] , [in] 2001;
- [de minderjarige] , [in] 2006.
3.2
Bij [de meerderjarige] is sprake van het Syndroom van Down. [de meerderjarige] woont bij zijn moeder en haar partner. [de minderjarige] woont bij de vader en zijn partner.
3.3
Bij beschikking van de kantonrechter van 2 december 2019 is [de meerderjarige] op verzoek van
zijn beide ouders onder curatele gesteld wegens zijn lichamelijke of geestelijke
toestand. Zijn moeder is tot curator benoemd.
3.4
De vader heeft bij verzoekschrift van 19 maart 2020 de kantonrechter verzocht de moeder te ontslaan met gelijktijdige benoeming van een onafhankelijke curator. Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter met ingang van 15 februari 2021 [de medecurator1] tot medecurator benoemd over [de meerderjarige] met de beperkte taak om de belangen van [de meerderjarige] in en buiten rechte te behartigen als het gaat om het contact met zijn vader, met [de minderjarige] en met eventuele andere personen die hij graag zou willen zien. De medecurator is verzocht voor 1 augustus 2021 daarover te rapporteren. De beslissing op de verzoeken van de vader is aangehouden in afwachting van het bericht van de medecurator.
3.5
Bij beschikking van 13 mei 2022 heeft de kantonrechter iedere verdere beslissing op het verzoek van de vader aangehouden in afwachting van de uitspraak in hoger beroep.
3.6
Bij beschikking van 19 oktober 2022 heeft de kantonrechter - in verband met het voortzetten van de werkzaamheden in een andere rechtsvorm - [de medecurator1] met ingang van 1 november 2022 ontslagen als (mede)curator over [de meerderjarige] en [de medecurator2] B.V. met ingang van 1 november 2022 tot (mede)curator benoemd.

4.De omvang van het geschil

4.1
De moeder is met tien grieven in hoger beroep gekomen van de beschikking van 15 februari 2021. Deze grieven zien op de benoeming van [de medecurator1] tot medecurator, (de aanhouding van de beslissing op) het verzoek van de vader tot ontslag van de curator en de beloning van de medecurator. De moeder verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw beslissende de klacht van de vader en zijn verzoek om haar te ontslaan af te wijzen, kosten rechtens.
4.2
De vader is op zijn beurt met één grief in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep gekomen. De vader verzoekt de beschikking van 15 februari 2021 te vernietigen en de moeder op grond van gewichtige redenen te ontslaan als curator over [de meerderjarige] en opnieuw beslissende primair de vader tot curator te benoemen en subsidiair een professionele bewindvoerder, zijnde [de medecurator1] , te benoemen, alsmede de curator te veroordelen in de kosten van het voorwaardelijk ingestelde incidenteel appel.

5.De motivering van de beslissing

Ontvankelijkheid
5.1
Tijdens de zitting heeft de man zijn grief inzake de ontvankelijkheid van het verzoek in hoger beroep van de vrouw, ingetrokken. De man heeft dan ook geen belang meer bij bespreking van deze grief.
De verzoeken in hoger beroep voor wat betreft het ontslag van de curator
5.2
De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking [de medecurator1] tot medecurator benoemd en de beslissing op de verzoeken van de vader inzake het ontslag van de curator aangehouden. Het hof constateert dat de rechtbank in de overwegingen van de tussenbeschikking geen (eind)beslissing heeft genomen over het door de vader verzochte ontslag. Het hof is daarom van oordeel dat de vader niet-ontvankelijk is in zijn verzoek in hoger beroep voor zover hij daarin heeft verzocht de curator te ontslaan. Dit geldt eveneens voor het verzoek van de moeder om het verzoek van de vader om de curator te ontslaan, af te wijzen. Aan het hof ligt dan ook enkel ter beoordeling voor de vraag of de kantonrechter terecht een medecurator over [de meerderjarige] heeft benoemd.
De benoeming van de medecurator
5.3
Het hof is van oordeel dat de kantonrechter voldoende redenen had om een professionele medecurator te benoemen die de belangen van [de meerderjarige] behartigt voor wat betreft het contact met zijn vader, [de minderjarige] en eventueel andere personen. Er is immers sprake van een fors verstoorde verstandhouding tussen de vader en de moeder, die tevens curator is. In die zin is er sprake van conflicterende belangen. Zorgelijk is dat [de meerderjarige] nog steeds geen contact heeft met de vader en [de minderjarige] . Bij beschikking van 3 juni 2020 is een voorlopige zorg- en contactregeling tussen de vader en [de meerderjarige] bepaald en bij vonnis van 28 oktober 2020 in kort geding is een gefaseerd opgebouwde omgangsregeling tussen de vader en [de meerderjarige] vastgesteld. De vrouw is bij vonnis in kort geding van 10 maart 2021 veroordeeld tot nakoming van die omgangsregeling en tot betaling van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere keer dat zij in gebreke blijft hieraan te voldoen, tot een maximum van € 25.000,-. Ondanks deze rechterlijke uitspraken is er geen omgang tussen [de meerderjarige] en de vader tot stand gekomen. De dwangsommen zijn verbeurd tot het maximale bedrag van € 25.000,-. De keuze van de kantonrechter voor een medecurator met de taak om de belangen van [de meerderjarige] te behartigen voor wat betreft het contact met onder andere de vader, was gelet op de toenmalige omstandigheden op dat moment begrijpelijk en gerechtvaardigd.
Anders dan de moeder heeft gesteld, blijkt uit de wettekst en het systeem van de wet niet dat het niet mogelijk is om een medecurator te benoemen in het geval er eerder slechts één curator is benoemd. Dat eerst overleg met de moeder - in hoedanigheid van curator - had moeten worden gevoerd voordat een medecurator wordt benoemd, zoals de moeder heeft gesteld, is eveneens een onjuist uitgangspunt. Ook volgt het hof de moeder niet in haar stelling dat de kantonrechter de medecurator niet de taak heeft kunnen geven om de belangen van [de meerderjarige] te behartigen voor wat betreft het contact met de vader. Onder de taak van een curator om de belangen van de curandus te behartigen, valt ook het effectueren van family life tussen de vader en de curandus indien dit in het belang is van de curandus. De kantonrechter heeft bepaald dat de taakomschrijving inhoudt dat de medecurator dient toe te zien op de naleving van de contactregeling die in de rechterlijke uitspraken is of wordt vastgelegd of die alsnog tussen de vader en de curator wordt afgesproken en dat de ouders met de medecurator moeten bespreken wanneer zij hiervan af willen wijken en dat zij hiervoor de instemming van de medecurator dienen te vragen. Niet valt in te zien dat het opleggen van deze taakomschrijving niet binnen de bevoegdheid van de kantonrechter zou vallen. Weliswaar is het niet mogelijk dat de rechter de (mede)curator opdracht geeft een omgangsregeling vast te leggen of te wijzigen, maar daarvan is in dit geval geen sprake.
5.4
Het hof dient echter in een zaak als deze mede te oordelen naar de toestand zoals die zich voordoet ten tijde van zijn beslissing op basis van de nu van belang zijnde feiten en omstandigheden (ex nunc). Op grond van hetgeen sinds de bestreden beschikking in hoger beroep naar voren is gekomen, acht het hof in het onderhavige geval op dit moment zodanige omstandigheden aanwezig dat er gewichtige redenen zijn om de medecurator te ontslaan, zodat de moeder alleen het curatorschap uitoefent.
5.5
Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting is het hof van oordeel dat het benoemen van een medecurator niet effectief is gebleken. Tussen de moeder en de persoon die namens de medecurator eerst betrokken is geweest, is geen enkele samenwerking tot stand gekomen. Hoewel de tweede persoon die namens de medecurator betrokken is geweest een bemiddelende rol heeft gehad, is zijn toegevoegde waarde beperkt gebleven. Ondanks verschillende pogingen van de medecurator om de ouders nader tot elkaar te krijgen, is de medecurator daarin vastgelopen. Zowel de vader als de moeder hebben basisvoorwaarden gesteld waaraan moet worden voldaan voordat een volgende stap kan worden gezet. Cruciaal daarin is dat de moeder de verzorgende ouder is van [de meerderjarige] en zij hoe dan ook haar medewerking zal moeten verlenen om omgang tussen [de meerderjarige] en de vader tot stand te brengen. De verstandhouding tussen de ouders is zo verstoord dat de inzet van een medecurator tot onvoldoende vooruitgang heeft kunnen leiden. Hoewel niet is gebleken dat de medecurator de door de wet aan hem opgelegde verplichtingen niet of onvoldoende is nagekomen, ziet het hof hierin desondanks gewichtige redenen om de medecurator per heden te ontslaan.
5.6
Het hof vindt het zorgelijk dat er ondanks vele pogingen daartoe nog steeds geen omgang tussen de vader en [de meerderjarige] is gestart. De moeder geeft aan dat zij vindt dat er contact tussen de vader en [de meerderjarige] moet zijn, maar dat zij wil dat dit zorgvuldig wordt opgebouwd vanwege de verstandelijke beperking van [de meerderjarige] en haar zorgen over de thuissituatie bij de vader. De moeder wil dat een gedragswetenschapper wordt ingezet bij de (opbouw van) de omgang, die signalen kan opvangen, kan monitoren of het goed gaat en kan adviseren welke omgangsregeling in het belang is van [de meerderjarige] . Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting heeft het hof geen aanleiding om aan te nemen dat op korte termijn niet kan worden gestart met een opbouw van de omgang en kan worden toegewerkt naar een omgangsregeling. Het hof betrekt bij zijn oordeel dat de medecurator heeft verklaard dat hij met drie gedragswetenschappers over deze situatie heeft gesproken en zij allen hebben geadviseerd om basiscontact tussen de vader en [de meerderjarige] te laten plaatsvinden.
Dat nog steeds geen omgang is opgestart ondanks dat daarvoor geen contra-indicaties zijn gebleken en ondanks dat de rechter de moeder daartoe heeft verplicht, is mogelijk een omstandigheid die tot ontslag van de moeder als curator kan leiden omdat de moeder haar taak als curator niet naar behoren uitvoert. Ook zijn er zorgen over de uitvoering van haar taak als curator op financieel gebied aangezien de moeder facturen van de medecurator onbetaald laat. Het is echter aan de kantonrechter om te beoordelen of sprake is van gewichtige redenen om de moeder te ontslaan als curator over [de meerderjarige] .
5.7
Voor zover de moeder heeft aangevoerd dat de kantonrechter ten onrechte heeft bepaald dat de medecurator een vergoeding krijgt die gelijk is aan de beloning voor professionele mentoren, volgt het hof haar daarin niet. Omdat de medecurator is belast met een beperkte taak, vindt het hof de door de rechtbank bepaalde vergoeding redelijk. In wat de moeder heeft aangevoerd ziet het hof geen aanleiding om een andere wijze van vergoeding te bepalen.
Kostenveroordeling
5.8
Gelet op de omstandigheid dat de vader en de moeder gewezen echtgenoten zijn en het geschil het curatorschap over hun zoon betreft, zullen de kosten van het hoger beroep worden gecompenseerd zoals hierna vermeld.

6.De slotsom

Gelet op het voorgaande zal het hof de bestreden beschikking vernietigen per heden en in zoverre opnieuw beslissen als hierna vermeld.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 15 februari 2021 tot heden;
vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 15 februari 2021, met ingang van heden;
ontslaat met ingang van heden [de medecurator2] B.V. als medecurator over [de meerderjarige] ;
verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek in hoger beroep voor zover zij heeft verzocht het verzoek van de vader om haar als curator te ontslaan, af te wijzen;
verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek in hoger beroep voor zover hij heeft verzocht de moeder te ontslaan als curator;
compenseert de kosten van het geding in hoger beroep in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. L. van Dijk, M.A.F. Veenstra en C. Koopman, bijgestaan door mr. I.M. Klaver als griffier, en is op 2 maart 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.