Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de kinderrechter van 11 augustus 2022, waarin de ondertoezichtstelling voor een jaar werd verlengd. De moeder stelde dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [de minderjarige] was en dat zij en de vader meewerkten met de hulpverlening. De gecertificeerde instelling, Stichting Samen Veilig Midden-Nederland (GI), en de vader, verweerster in hoger beroep, stelden echter dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk bleef vanwege de taal- en spraakproblematiek van [de minderjarige] en de moeizame communicatie tussen de ouders.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 februari 2023 werd duidelijk dat de moeder de zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige] niet herkende. Het hof oordeelde dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig waren, gezien de diagnose van een taalontwikkelingsstoornis en de zorgen van de school. Het hof concludeerde dat de moeder onvoldoende bereid was om mee te werken aan de noodzakelijke hulpverlening, wat de ontwikkeling van [de minderjarige] in gevaar bracht. Daarom bekrachtigde het hof de beschikking van de kinderrechter, waarmee de ondertoezichtstelling werd verlengd tot 17 augustus 2023.