Uitspraak
[naam verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Standpunten met betrekking tot de bewijsvraag
De waarheidsgetrouwheid van de verklaringen van [achternaam aangeefster 1] en [achternaam aangeefster 2]
Verzoeken tot het horen van getuigen
(bewijsmiddel 8 in de zaak met parketnummer 18-730360-17). Het hof stelt vast dat een verzoek tot horen van deze getuige eerder door het hof is toegewezen, maar dat de verdediging per e-mail van 1 april 2022 afstand heeft gedaan van het horen van deze getuige, waardoor de getuige niet is gehoord. Op die afstand van het ondervragingsrecht ten aanzien van deze getuige is de verdediging thans kennelijk teruggekomen.
Bewijsmiddelen
(hierna: het eerste proces-verbaal); en
(hierna: het tweede proces-verbaal);
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 326-327 van het eerste proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisanten over een gesprek met [naam aangeefster 1] op 18 februari 2016:
(het hof begrijpt hierna telkens: verdachte)in de prostitutie heeft gezeten. Ze verklaarde meer dan tien keer seks te hebben gehad met mannen terwijl ze voor [voornaam verdachte] werkte. Ze is daarvoor een keer naar Duitsland geweest, maar heeft ook in Groningen gewerkt. Het grootste deel van het geld dat ze hiermee verdiende moest ze afgeven, een klein deel mocht ze zelf houden.
proces-verbaal van verhoor getuige, als bijlage op pagina’s 323-325 van het eerste proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster 1] op 22 maart 2017:
(het hof begrijpt telkens: [naam aangeefster 2] )was. Er ontstond ineens ruzie tussen [voornaam aangeefster 2] en [voornaam verdachte] in de slaapkamer. Ik durfde met
(het hof begrijpt: niet)naar [voornaam aangeefster 2] en [voornaam verdachte] te gaan omdat ik bang was om klappen te krijgen van [voornaam verdachte] . Ik was zo bang voor hem omdat hij ook wel eens tegen mij tekeer is gegaan. Als [voornaam verdachte] boos was, dan stond je te trillen van angst. Ik heb nooit gezien dat er geweld werd gebruikt, maar de geluiden die uit de slaapkamer kwamen waren voor mij duidelijk genoeg: [voornaam verdachte] deed [voornaam aangeefster 2] pijn. Als ik er was had [voornaam verdachte] vaak woordenwisselingen met [voornaam aangeefster 2] en soms sloeg hij haar op de slaapkamer in elkaar. [voornaam verdachte] was in het begin op het oog een vriendelijke man, maar later werd al snel duidelijk dat hij niet zo was. Hij was agressief en kon erg boos worden. Door de drugs werd zijn agressie nog erger.
proces-verbaal van verhoor aangever, als bijlage op pagina’s 330-340 van het eerste proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster 1] op 25 april 2017:
proces-verbaal van verhoor aangever, als bijlage op pagina’s 348-359 van het eerste proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster 1] op 18 mei 2017:
proces-verbaal van verhoor aangever, als bijlage op pagina’s 365-374 van het eerste proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster 1] op 6 juni 2017:
proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door de raadsheer-commissaris bij dit gerechtshof, mr. E.M.J. Brink, op 11 oktober 2021, betreffende een niet door de getuige ondertekende versie van het proces-verbaal van verhoor van getuige naar aanleiding van het verhoor van [naam aangeefster 1] op 29 september 2021 door voornoemde raadsheer-commissaris, bestaande uit 9 pagina’s, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster 1] op 29 september 2021:
moetendoen'. Ik heb vast niet gezegd dat ik niet achter mijn keuzes stond omdat ik vrij onzeker was. Ik heb het moeten eruit opgemaakt omdat er afspraken zijn gemaakt en ik daarheen moest. Ik was bang om nee te zeggen. Ik was ook bang dat [voornaam verdachte] boos zou worden. Ik was bang dat hij hetzelfde met mij zou doen als met [voornaam aangeefster 2] .
proces-verbaal van verhoor getuige, als bijlage op pagina’s 420-431 van het eerste proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster 2] op 9 mei 2017:
proces-verbaal van verhoor getuige, als bijlage op pagina’s 453-456 van het eerste proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam getuige 3] op 13 juli 2017:
verklaring van verdachte ter terechtzittingvan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 17 februari 2023, zoals van een en ander blijkt uit het proces-verbaal betreffende die terechtzitting, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
een Facebook Messenger-berichtenwisseling tussen verdachte en [naam aangeefster 1], opgenomen in zwart-wit-weergave, als bijlage gevoegd bij het
proces-verbaal van verhoor getuige, bij de raadsheer-commissaris bij dit gerechtshof, mr. E.M.J. Brink, op 1 maart 2022, betreffende voortzetting van het verhoor van [naam aangeefster 1] door voornoemde raadsheer-commissaris, bestaande uit 8 pagina’s en 16 pagina’s bijlagen, rechtsonderin genummerd van 0 tot en met 15, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
(het hof: telkens links op de pagina in het wit): Hoop dat het goed met je gaat, groeten [voornaam verdachte] (…) Gaat wel goed met [voornaam aangeefster 2] . [voornaam aangeefster 2] gaat met een andere man. (…) [voornaam aangeefster 2] gaat nu met een nog mindere man dan ik vroeger was. (…) [voornaam aangeefster 1] ik weet alleen maar dat het een pooier is (…).
(het hof: telkens rechts op de pagina in het zwart): Pooier. Was jij ook.
proces-verbaal aangifte, als bijlage op pagina’s 30-40 van het tweede proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster 2] op 13 maart 2017:
(het hof begrijpt hierna uit de context van het bewijsmiddel telkens als locatie van de woning van aangeefster: aan [voormalig woonadres aangeefster 2] in Groningen)werd geklopt. Dit was [voornaam verdachte] . Ik wilde niet opendoen. Ik riep dat hij weg moest gaan. Ik heb toen het kettingslot van mijn deur erop gedaan. Op het moment dat ik de deur vervolgens opendeed en hem nogmaals wilde vertellen dat hij weg moest gaan, trapte [voornaam verdachte] de deur open. Ik ben uit angst snel opgestaan en de woonkamer in gerend. Mijn buurvrouw [naam getuige 4]
(het hof begrijpt telkens: [naam getuige 4] )zat daar ook. Ik zag dat [voornaam verdachte] mij achternarende. Ik voelde dat [voornaam verdachte] mij vastpakte en optilde. [voornaam verdachte] maakte een slingerende beweging en ik voelde dat hij mij door de kamer gooide. Ik viel hierdoor tegen de verwarming aan. Ik voelde hierdoor enorme pijn. [naam getuige 4] heeft alles gezien en zei er wat van tegen [voornaam verdachte] . Ik had door deze mishandeling een bult op mijn achterhoofd.
(het hof begrijpt uit de context op pagina’s 34-35: na een voorval omstreeks maart 2015)een tijdje bij een vriendin geslapen. Ik durfde eerst niet terug naar mijn huis. Toen ik uiteindelijk toch de portiek binnenging, stond [voornaam verdachte] daar. Ik zag dat hij mij met opzet in mijn buik trapte. Ik voelde een pijnscheut in mijn buik. Ik voelde dat hij mij bij mijn haren vasthield. Hij trok mij aan mijn haren de trap op. Binnen zat ik vervolgens op mijn bed. Hij liep op mij af en pakte mijn haar vast. Ik zag dat hij een mes vastpakte. Ik zag dat hij met dit mes in mijn haar begon te snijden. Hij heeft toen een heel stuk van mijn haar afgesneden.
proces-verbaal van verhoor getuige, als bijlage op pagina’s 323-325 van het eerste proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster 1] op 22 maart 2017:
(het hof begrijpt uit de context en in samenhang met de overige bewijsmiddelen: tenminste in een periode gelegen tussen 5 december 2014 tot en met 14 november 2015)bedekkende kleding. Ik kon aan [voornaam aangeefster 2] zien dat het niet goed ging. Ze zag er slecht uit. Als ik er was had [voornaam verdachte] vaak woordenwisselingen met [voornaam aangeefster 2] en soms sloeg hij haar op de slaapkamer in elkaar.
proces-verbaal van verhoor getuige, als bijlage op pagina’s 44-47 van het tweede proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam getuige 4] op 21 maart 2017:
(het hof begrijpt: in Groningen). [voornaam aangeefster 2] was eens bij mij op visite en had ruzie gehad met [voornaam verdachte] . Ze vroeg mij of ik mee wilde naar haar huis
(het hof begrijpt in samenhang met bewijsmiddel 1: in november 2014). Eenmaal thuis had [voornaam aangeefster 2] de ketting van de voordeur erop gedaan. Op een gegeven moment stond [voornaam verdachte] voor de deur. Hij wilde de voordeur openen, maar dit lukte niet door de ketting die erop zat. Hij schreeuwde naar [voornaam aangeefster 2] dat zij de voordeur moest openen. [voornaam aangeefster 2] zei daarop: ''Nee, ga weg, ik wil je er niet in hebben.'' Op dat moment hoorde ik ineens een harde knal. Ik zag dat [voornaam verdachte] de voordeur had ingetrapt. Hij stormde de woning binnen.
(het hof begrijpt uit bewijsmiddel 1: na een voorval omstreeks maart 2015)ging mijn deurbel rond half elf in de avond. Ik zag dat [voornaam aangeefster 2] voor mijn deur stond en begreep dat ze vanaf haar huis was gevlucht. Toen ze rustig was vertelde ze mij wat er was gebeurd. Ze vertelde dat [voornaam verdachte] achter haar aanzat met een mes. Ik begreep dat [voornaam verdachte] met een mes een stuk van haar haren had afgesneden. Ik zag dat er inderdaad een stuk van haar haren weg was. Ik zag dat er dikke plukken uitgesneden waren. Haar armen waren weer blauw van het vastpakken en knijpen, iets dat wekelijks te zien was.
proces-verbaal van verhoor getuige, als bijlage op pagina’s 48-54 van het tweede proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam getuige 5] op 20 maart 2017:
(het hof begrijpt uit de context en in samenhang met de overige bewijsmiddelen: tenminste in een periode gelegen tussen 5 december 2014 tot en met 14 november 2015)meerdere keren gezien met letsel in het gezicht: blauwe ogen, blauwe wang of een snee in haar gezicht.
proces-verbaal van verhoor getuige, als bijlage op pagina’s 320-322 van het eerste proces-verbaal, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam getuige 6] op 21 maart 2017:
(het hof begrijpt uit de context en in samenhang met de overige bewijsmiddelen: tenminste in een periode gelegen tussen 5 december 2014 tot en met 14 november 2015)gilde [voornaam aangeefster 2] soms alles bij elkaar als [voornaam verdachte] haar sloeg. Dit was altijd op de slaapkamer.
Bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 8 april 2015 tot en met 7 november 2015
te Groningen, (althans)in Nederland en
teDuitsland,
door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan weldoor misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
, door misbruik van een kwetsbare positie,
geworven,vervoerd
, overgebracht, gehuisvest of opgenomen,met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [naam aangeefster 1] (sub 1°); en
/of
en/of vooreen derde (sub 9°); en
/of
, zijn verdachtes (ex-)partner [naam aangeefster 2] , in elkaar geslagen en/oferg boos geworden op
die[achternaam aangeefster 2]
en/of diens kind(eren); en
/of
/of
/ofdoor die [achternaam aangeefster 1] laten afstaan;
/ofover weinig sociale contacten beschikte
en/of depressieve gevoelens haden
/ofbang was voor hem, verdachte, en
/ofniet voor zichzelf op kon komen en
/of(aldus) geen weerstand kon bieden aan verdachte.
/of op te tillen en/of(vervolgens);
/ofte gooien;
/of
of omstreeksde periode van 5 december 2014 tot en met 14 november 2015
, in elk geval in het jaar 2015, op diverse data en
/oftijdstippen
(in de slaapkamer gelegen in een woning aan [voormalig woonadres aangeefster 2]
aldaar)te Groningen, (meermalen) [naam aangeefster 2] heeft mishandeld door (telkens) tegen het lichaam van die [achternaam aangeefster 2] te slaan en
/ofte schoppen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.