4.4.Artikel 25 van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna: het Besluit) luidt als volgt:
1. Aan een binnenlandse belastingplichtige wordt, ter verrekening van vanwege een andere Mogendheid geheven belasting, een vermindering van inkomstenbelasting verleend in verband met ontvangen dividenden, interest en royalty's indien:
a. (…);
b. (…), en
c. de dividenden, interest en royalty's zijn onderworpen aan een belasting naar het inkomen die vanwege dat ontwikkelingsland, al dan niet aan de bron, wordt geheven.
2. Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde vermindering is gelijk aan het bedrag van de in het desbetreffende jaar vanwege andere Mogendheden geheven belasting. De belasting die vanwege andere Mogendheden is geheven over dividenden, interest en royalty's wordt tot geen hoger bedrag in aanmerking genomen dan tot 15% van de desbetreffende dividenden, interest en royalty's.
3. Artikel 16 is van overeenkomstige toepassing.
4. De vermindering volgens dit artikel bedraagt, met inachtneming van de verminderingen volgens andere regelen ter voorkoming van dubbele belasting en volgens artikel 24, ten hoogste het bedrag aan berekende belasting op het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.
Artikel 25a van het Besluit luidt als volgt:
“Het bedrag van de in een jaar vanwege andere Mogendheden geheven belasting, bedoeld in artikel 25, dat door de toepassing van het vierde lid van dat artikel niet leidt tot een vermindering van inkomstenbelasting over dat jaar, wordt aangemerkt als vanwege andere Mogendheden geheven belasting van het daaropvolgende jaar. Deze voortwenteling vindt alleen plaats indien het naar het volgend jaar over te brengen bedrag door de inspecteur is vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking.”