Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Onderwerp
2.Belangrijke informatie
3.De beslissing van de kinderrechter
4.Het hoger beroep
5.De rechtszaak bij het hof
- een vertegenwoordiger van de raad;
- de ouders, beiden zonder hun advocaat.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige. De kinderrechter had eerder, op 10 november 2022, de verzoeken van de Raad afgewezen. De Raad was het niet eens met deze beslissing en ging in hoger beroep. De ouders van de minderjarige, die samen het gezag uitoefenen, waren het niet eens met de Raad en wilden dat de beslissing van de kinderrechter in stand bleef. De minderjarige, geboren in 2022, verblijft sinds augustus 2022 bij zijn grootmoeder, de moeder van de moeder.
Het hof heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarige, die ernstige lichamelijke letsels heeft opgelopen, vermoedelijk door kindermishandeling. De ouders zijn in voorlopige hechtenis genomen op verdenking van kindermishandeling, wat heeft geleid tot een onderbreking van de hechtingsrelatie tussen hen en de minderjarige. Het hof oordeelt dat er hulp nodig is voor de ouders en dat de betrokkenheid van een gecertificeerde instelling, in dit geval Stichting Samen Veilig Midden-Nederland (SAVE), noodzakelijk is om de veiligheid van de minderjarige te waarborgen.
Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter vernietigd en de minderjarige onder toezicht gesteld van SAVE voor de duur van twaalf maanden, met ingang van 28 februari 2023. Tevens is een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van dezelfde datum. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is, ook als er beroep in cassatie wordt ingesteld.