Uitspraak
verzoeker,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Op 10 februari 2023 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure tegen mr. E. de Witt, raadsheer in een strafzaak tegen de verzoeker. De verzoeker had een wrakingsverzoek ingediend op basis van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, omdat hij meende dat de raadsheer niet onpartijdig was. Dit verzoek volgde na twee afwijzingen van verzoeken tot uitstel van de zitting, die de verzoeker had ingediend in verband met een klachtprocedure bij de Raad van State. De verzoeker stelde dat de raadsheer door het afwijzen van zijn uitstelverzoeken de schending van een eerlijk proces had veroorzaakt.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat het tijdig en ontvankelijk was. De raadsheer heeft echter niet berust in de wraking en heeft aangegeven dat de afhandeling van de klacht geen aanleiding gaf om de behandeling van de zaak aan te houden. De wrakingskamer heeft vervolgens de gronden van het verzoek onderzocht en geconcludeerd dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid van de raadsheer. De wrakingskamer benadrukte dat het vermoeden van onpartijdigheid slechts kan worden weerlegd door uitzonderlijke omstandigheden, wat in dit geval niet aan de orde was.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, omdat de aangevoerde feiten geen grond vormden voor de veronderstelling dat de raadsheer vooringenomen was. Ook het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen, omdat er geen wettelijke basis voor was. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.