ECLI:NL:GHARL:2023:1489

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 februari 2023
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
TBS P22/319
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar en afwijzing verzoek tot onderzoek in het Pieter Baan Centrum

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 15 september 2022, waarbij de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar werd verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1964 en verblijvende in een Forensisch Psychiatrisch Centrum, had verzocht om de maatregel slechts met een jaar te verlengen en om een onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Het hof heeft de argumenten van de terbeschikkinggestelde, waaronder het ontbreken van psychiatrische problematiek en de wens om zelfstandig te functioneren, overwogen. Echter, het hof concludeert dat de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd, omdat de behandeling en resocialisatie meer tijd vergen dan de resterende tijd bij een verlenging van een jaar. Het hof wijst het verzoek tot onderzoek in het Pieter Baan Centrum af, omdat er geen reden is om aan de diagnose en risicotaxatie te twijfelen. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de kliniek voortvarend moet omgaan met de aanvragen voor verruiming van het verlof, maar het hof sluit zich niet aan bij de rechtbank wat betreft de voortvarendheid van de kliniek in deze specifieke zaak, gezien de recente ontwikkelingen.

Uitspraak

TBS P22/319
Beslissing d.d. 16 februari 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) [locatie] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 15 september 2022. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
̶ het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
̶ de beslissing waarvan beroep;
̶ de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 29 september 2022;
̶ de aanvullende informatie van FPC [locatie] van 24 januari 2023, met als bijlagen de wettelijke aantekeningen van 1 juli 2022 tot 1 oktober 2022 en in concept de wettelijke aantekeningen van 1 oktober 2022 tot 1 januari 2023.
Het hof heeft ter zitting van 2 februari 2023 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.W. Bouwman, advocaat te Groningen, en de advocaat-generaal mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft zich op het standpunt gesteld dat de maatregel dient te worden verlengd met een jaar in plaats van twee jaren. Hoewel de kliniek en de onafhankelijke deskundigen adviseren om de maatregel te verlengen met twee jaren, is er aanleiding om de maatregel te verlengen met een jaar. De kliniek heeft lange tijd geprobeerd de terbeschikkinggestelde in behandeling te krijgen. Dat vond de terbeschikkinggestelde lastig, omdat hij daar niet goed mee uit de voeten kon. Uit de kritische rapportages van de onafhankelijke deskundigen, met name het rapport van de onafhankelijke psychiater, volgt dat er een andere weg ingeslagen zou moeten worden. De terbeschikkinggestelde kan zich vinden in het door de onafhankelijke psychiater geschetste traject, waarbij wordt ingezet op een geleidelijke opbouw van verlof en resocialisatie. Hij is het echter niet eens met de kliniek dat er (minimaal) twee jaren nodig is om dat traject te kunnen doorlopen. Daarnaast speelt het niet-aangeboren hersenletsel mogelijk een grotere rol dan aanvankelijk werd gedacht. Nu er nog gezocht wordt naar een juiste richting voor het vervolgtraject, is het van belang dat de voortgang op niet al te lange termijn wordt getoetst. De maatregel dient daarom te worden verlengd met een jaar in plaats van twee jaren.
Voorts heeft de terbeschikkinggestelde verzocht om geobserveerd te worden in het Pieter Baan Centrum. Samengevat heeft hij daartoe aangevoerd dat hij geen psychiatrische problematiek heeft en dat er daarom geen noodzaak is tot medicatiegebruik. Hij hoopt door het onderzoek in het Pieter Baan Centrum aan te tonen dat hij niet ziek is en in staat is zelfstandig zijn leven op te bouwen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing waarvan beroep. Aan de voorwaarden voor verlenging van de maatregel is voldaan. Er is sprake van stoornissen en een hoog recidiverisico. Zowel de kliniek als de twee onafhankelijke deskundigen hebben geadviseerd de maatregel te verlengen met twee jaren. Uit de stukken blijkt dat een goede samenwerking met de terbeschikkinggestelde lastig is en hij niet wil praten over zijn wanen. Door de kliniek wordt op dit moment ingezet op externe structurering. Een opname in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) – waarover in een eerdere fase is gesproken – blijkt niet haalbaar, in verband met het vermoeden van niet-aangeboren hersenletsel. De aanvraag voor enkel begeleid verlof is tegengehouden door het Adviescollege Verloftoetsing tbs (AVT). Een zeer geleidelijk traject is alles overziend aangewezen. Een beëindiging van de maatregel dan wel een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is op dit moment niet aan de orde. Gelet op de stappen die nog gezet moeten worden in de behandeling en resocialisatie is een verlenging met een termijn van twee jaren aangewezen.
Het oordeel van het hof
Afwijzing verzoek tot onderzoek in het Pieter Baan Centrum
Het hof acht zich op basis van de aanwezige informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het hof ziet geen aanleiding de terbeschikkinggestelde te laten onderzoeken in het Pieter Baan Centrum. Er is geen reden om aan re nemen dat de voor de beslissing van het hof relevante elementen van de gestelde diagnose, risicotaxatie en behandeling niet juist zouden zijn. Daar komt bij dat er recent (in juli 2022) een dubbelrapportage is uitgebracht over de terbeschikkinggestelde door twee onafhankelijke deskundigen.
Bevestigen
Het hof is met aanvulling van gronden als hierna weergegeven van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal het hof de beslissing waarvan beroep met die aanvulling bevestigen.
Duur van de verlenging
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal namen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar. Het hof ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
Verlof
De rechtbank heeft in de beslissing waarvan beroep overwogen dat het verruimen van verloven een belangrijk onderdeel is van het uitstroomtraject van de terbeschikkinggestelde en dat het voor het verloop van het traject van belang is dat de instelling de aanvragen tot verruiming van het verlof voortvarend gaat oppakken, zodat het gehele traject verder vorm gegeven kan worden. Het hof constateert dat de kliniek voortvarend aan de slag is gegaan. Blijkens de aanvullende informatie van de kliniek van 24 januari 2023 is door de kliniek een aanvraag tot enkel begeleid verlof ingediend. De behandeling van deze aanvraag is echter door het AVT aangehouden. Het AVT heeft in dat verband overwogen dat er een gebrek aan samenwerking is en geen zicht op de risicofactoren en het risicomanagement en dat zij zich daarom zorgen maken over het traject van de terbeschikkinggestelde. Het AVT heeft de kliniek gevraagd aanvullende informatie aan te leveren en heeft enkel positief geadviseerd ten aanzien van het voortzetten van het dubbel begeleid verlof. Verruiming van het verlof is gelet op het voorgaande op dit moment nog niet van de grond gekomen. Gelet op deze ontwikkeling sluit het hof zich niet aan bij de overwegingen van de rechtbank wat betreft het voortvarend oppakken van de aanvragen voor de verruiming van het verlof.

Beslissing

Het hof:

Wijst afhet verzoek tot onderzoek van de terbeschikkinggestelde in het Pieter Baan Centrum;

Bevestigt met aanvulling van grondenzoals hiervoor is overwogen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 15 september 2022 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Aldus gedaan door
mr. M.E. van Wees als voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. M. Keppels als raadsheren,
en dr. W.J. Canton en dr. E.L.M. Klein Haneveld als raden,
in tegenwoordigheid van mr. F.A.A.M. van der Veen als griffier,
en op 16 februari 2023 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.