ECLI:NL:GHARL:2023:1360

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 februari 2023
Publicatiedatum
15 februari 2023
Zaaknummer
P22-0331
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van terbeschikkinggestelde

In deze zaak heeft de terbeschikkinggestelde beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Limburg, die op 27 september 2022 de verlenging van zijn terbeschikkingstelling met een jaar heeft goedgekeurd en zijn verzoek om voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege heeft afgewezen. Het hof heeft op 9 februari 2023 geoordeeld dat, ondanks het positieve verloop van het proefverlof, het recidiverisico nog steeds als matig wordt ingeschat. De terbeschikkinggestelde heeft goede stappen gezet in zijn resocialisatietraject, maar de kliniek heeft geadviseerd om het traject voort te zetten binnen het kader van het proefverlof. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, waarbij de terbeschikkingstelling is verlengd met een termijn van één jaar. Het hof heeft de afwijzing van het verzoek om voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege gemotiveerd, waarbij het belang van een zorgvuldige overgang naar een beschermde woonvorm is benadrukt. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat hij zich niet kan vinden in de afwijzing van zijn verzoek, maar het hof heeft geconcludeerd dat de huidige omstandigheden en het nog aanwezige recidiverisico een voorwaardelijke beëindiging op dit moment niet rechtvaardigen.

Uitspraak

TBS P22/0331
Beslissing d.d. 9 februari 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1964,
verblijvende in de Forensische Regionale Instelling Begeleid Wonen (F-RIBW) [locatie ] , [adres] , [verblijfplaats] , onder verantwoordelijkheid van Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) [forensisch psychiatrisch centrum] te [plaats 1] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 27 september 2022. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar en – impliciet – de afwijzing van het verzoek van de terbeschikkinggestelde om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen en het aanhoudingsverzoek van de officier van justitie teneinde partijen in de gelegenheid te stellen de zoektocht naar een passende vervolgplek voort te zetten en daarop voorwaarden af te stemmen.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 3 oktober 2022;
  • het advies van het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT) van 26 oktober 2022;
  • de beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming van 28 oktober 2022, waarbij de machtiging voor het proefverlof van de terbeschikkinggestelde is verleend voor de periode tot en met 27 oktober 2023;
  • het voortgangsverslag van Reclassering Nederland van 22 november 2022;
  • de aanvullende informatie van FPC [forensisch psychiatrisch centrum] van 27 december 2022;
  • het voortgangsverslag van Reclassering Nederland van 12 januari 2023.
Het hof heeft ter zitting van 26 januari 2023 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Mahovic, advocaat te Maastricht , en de advocaat-generaal mr. H.J. Lambers.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank omdat hij het niet eens is met de afwijzing van zijn verzoek om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen. Het stoort de terbeschikkinggestelde dat hem eigenlijk al twee jaar geleden is beloofd dat er wordt toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging, maar dat die belofte nog niet is waargemaakt. Er zou worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging als praktische zaken op het gebied van werk en wonen zijn geregeld. De terbeschikkinggestelde heeft een betaalde baan als machinebankwerker bij een bedrijf in [plaats 2] . Het plan om hem over te plaatsen van F-RIBW [locatie ] in [plaats 2] naar een beschermde woonvoorziening van de [beschermde woonvoorziening] in [plaats 3] is inmiddels goedgekeurd door de interne verloftoetsingscommissie van de kliniek. Op 25 januari 2023 heeft de terbeschikkinggestelde gehoord dat de machtiging van de Minister voor Rechtsbescherming voor de wijziging van het verlofplan nog niet is binnengekomen bij de kliniek. De terbeschikkinggestelde vindt dat zijn overgang naar de beschermde woonvorm binnen het kader van het proefverlof te lang duurt. Die beschermde woonvorm bevindt zich in de [plaats 3] wijk [naam wijk] , waar hij is opgegroeid. De terbeschikkinggestelde is het niet eens met de overweging van de rechtbank dat deze vervolgstap te groot is en de nodige risico’s kan meebrengen. Hij verblijft al vijf jaar buiten de kliniek. Hij heeft inmiddels laten zien dat hij zelfstandig kan functioneren. Zijn contact met de kliniek is beperkt. Hij wordt vooral begeleid door de reclassering in het kader van het proefverlof waaraan voorwaarden zijn verbonden die ook kunnen worden gesteld bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Door en namens de terbeschikkinggestelde is verzocht de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De terbeschikkinggestelde heeft goede stappen in zijn traject gezet. De verwachting is dat hij de komende tijd goede stappen blijft zetten. De kliniek moet echter gelet op het verleden van de terbeschikkinggestelde een inschatting maken van de risico’s. De aanvullende informatie van de kliniek bevat voldoende aanknopingspunten om het traject van de terbeschikkinggestelde voort te zetten, zoals de kliniek heeft geadviseerd. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag tot matig bij voortzetting van het proefverlof. Bij een voorwaardelijke beëindiging wordt het recidiverisico als matig ingeschat. Wat betreft de risicofactoren is van belang dat de woonplek van de terbeschikkinggestelde zal veranderen. In de visie van de kliniek is dit een grote stap die spanningen mee kan brengen. Op het moment dat de spanningen te hoog worden, kan stress delictgerelateerd seksueel gedrag opwekken. Gelet op het verhoogde recidiverisico kan de verandering van de woonplek van de terbeschikkinggestelde het beste plaatsvinden binnen het kader van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. De verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar door de rechtbank biedt de terbeschikkinggestelde wel perspectief op een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Verbeterde lezing
De rechtbank heeft verzuimd de afwijzing van het verzoek van de terbeschikkinggestelde om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen en de afwijzing van het aanhoudingsverzoek van de officier van justitie teneinde partijen in de gelegenheid te stellen de zoektocht naar een passende vervolgplek voort te zetten en daarop voorwaarden af te stemmen, in het dictum op te nemen. Het hof merkt dit aan als een kennelijke vergissing en leest het dictum van de rechtbank verbeterd.
Afwijzing verzoek
Uit de aanvullende informatie van de kliniek komt naar voren dat het van belang wordt geacht dat de terbeschikkinggestelde nog binnen het proefverlofkader de overstap maakt van F-RIBW [locatie ] in [plaats 2] naar de beschermde woonvorm van de [beschermde woonvoorziening] in [plaats 3] . Zo kan de kliniek, weliswaar al op enige afstand, nog betrokken blijven bij de woonplek van de terbeschikkinggestelde en het vorm te geven risicomanagement, terwijl kan worden bezien of voortzetting van het verblijf in [plaats 3] verantwoord is binnen het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De terbeschikkinggestelde komt in aanmerking voor een studio met een eigen voordeur, keuken en badkamer bij de beschermde woonvorm in [plaats 3] , waar hij in de beginperiode dagelijks zal worden bezocht door een vaste persoonlijke begeleider. Naast de praktische begeleiding die [beschermde woonvoorziening] biedt, wordt het risicomanagement aangevuld met forensische begeleiding en toezicht van het FACT-team van [forensisch psychiatrisch centrum] in [plaats 3] . De gesprekken die de terbeschikkinggestelde nu ook al heeft met een GZ-psycholoog van de polikliniek worden voortgezet. Tevens zal er een forensisch ambulant werker vanuit de polikliniek bij de begeleiding betrokken worden. De terbeschikkinggestelde blijft vooralsnog werkzaam bij het bedrijf in [plaats 2] , waar hij naar tevredenheid werkt. De wijziging van het verlofplan voor het proefverlof om het bovenstaande te kunnen effectueren is op 20 december 2022 goedgekeurd door de interne verloftoetingscommissie van de kliniek. Hiervoor is nog geen machtiging verleend door het Ministerie.
De reclassering concludeert in haar voortgangsverslag van 12 januari 2023 dat de terbeschikkinggestelde een goed contact heeft met zijn toezichthouders. Het huidige gedrag van de terbeschikkinggestelde, de verdere concretisering van zijn woon- en leefomstandigheden en het betrekkelijk lage recidiverisico zijn vooralsnog positieve voorbodes voor de overgang van het proefverlof naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De reclassering heeft geadviseerd aan de bestaande voorwaarden voor het proefverlof een aantal voorwaarden toe te voegen bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging, waaronder een voorwaarde met betrekking tot de ambulante behandeling van de terbeschikkinggestelde. Gezien de voorgenomen verhuizing van de terbeschikkinggestelde buiten de invloedsfeer van de kliniek, is het in verband met het risicomanagement wenselijk dat de ambulante behandeling wordt voortgezet. Er vinden reeds gesprekken met een ambulante behandelaar van de kliniek plaats. Bij een overgang van de terbeschikkinggestelde naar de beschermd wonen setting in [plaats 3] is men voornemens een ForFACT te activeren om het risicomanagement verantwoord van de kliniek over te kunnen nemen.
Het hof constateert dat het proefverlof van de terbeschikkinggestelde ook na de beslissing van de rechtbank positief is blijven verlopen. Binnen het kader van het proefverlof wordt toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De terbeschikkinggestelde moet nog worden geplaatst bij de beschermde woonvoorziening in [plaats 3] en daar moeten zijn ambulante behandeling en begeleiding door medewerkers van de kliniek ook nog worden overgedragen aan medewerkers van ForFACT en de [beschermde woonvoorziening] die hem na zijn verhuizing verder zullen behandelen en begeleiden. De kliniek schat het recidiverisico nu nog als matig in bij een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Gelet op het thans nog aanwezige recidiveriscio en de stappen die moeten worden gezet ter voorbereiding op de volgende fase in het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde om dit risico te beperken, is het hof van oordeel dat zijn traject - ondanks het positieve verloop daarvan - vooralsnog dient te worden voortgezet in het kader van het proefverlof. Daarom zal het hof zijn verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afwijzen.
Bevestiging verlengingbeslissing
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van één jaar. Daarom zal de beslissing, waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd.

Beslissing

Het hof:
Wijst afhet verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Bevestigtmet in achtneming van hetgeen hiervoor is overwogen de beslissing van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 27 september 2022 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Aldus gedaan door
mr. D. Visser als voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. P.C. Vegter als raadsheren,
en dr. R.A. Graaff en drs. I.M. van Woudenberg als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans als griffier,
en op 9 februari 2023 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.