Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft samen met de moeder, die als overige belanghebbende is aangemerkt, de bestreden beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 23 augustus 2022 aangevochten. De kinderrechter had de ondertoezichtstelling van [de minderjarige1] verlengd tot het moment waarop zij meerderjarig wordt en die van [de minderjarige2] tot 2 september 2023.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders sinds de ondertoezichtstelling positieve stappen hebben gezet, maar dat er nog steeds zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarigen. [de minderjarige1] wordt binnenkort meerderjarig, maar kan onvoldoende voor zichzelf zorgen, terwijl [de minderjarige2] aanvullende hulp nodig heeft op het gebied van emotieregulatie. De GI heeft verweer gevoerd en verzocht om bekrachtiging van de bestreden beschikking. Het hof heeft geoordeeld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn en heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van de hulpverlening voor beide minderjarigen en de noodzaak om de ondertoezichtstelling voort te zetten totdat de benodigde ondersteuning en hulpverlening zijn geregeld. Het hof heeft aangegeven dat de ondertoezichtstelling voor [de minderjarige2] mogelijk binnen een jaar kan worden afgerond, afhankelijk van de situatie en de benodigde hulpverlening.