In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 5 september 2022 aangevochten. De kinderrechter had de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd met zes maanden, tot 10 maart 2023, vanwege grote zorgen over de ontwikkeling van het kind. De minderjarige, geboren in 2016, heeft in de afgelopen periode meerdere keren gewisseld van woonplek, wat heeft geleid tot een onzekere situatie. De vader heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Gelderland, tot verlenging van de ondertoezichtstelling af te wijzen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 januari 2023 is gebleken dat de minderjarige na de bestreden beschikking opnieuw bij haar tante heeft gewoond, maar uiteindelijk weer bij de moeder is teruggebracht. De moeder kon echter niet langer voor de minderjarige zorgen, waardoor de minderjarige nu bij de vader woont. Het hof heeft vastgesteld dat er veel onzekerheid is over de opvoedsituatie van de minderjarige en dat er geen zicht is op een stabiele woonplek. De vader lijkt niet voldoende in te zien dat er problemen zijn en de samenwerking met de GI verloopt moeizaam. Dit alles heeft geleid tot de conclusie dat de ondertoezichtstelling terecht is verlengd, om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen.
Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat. De beslissing is genomen door een collegiaal hof, waarbij de rechters zijn bijgestaan door een griffier.