Uitspraak
de vrouwte noemen,
de mante noemen,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
a. dat partijen zijn gehuwd onder uitsluiting van elke gemeenschap van goederen (art. 1);
(art. 8);
“ [naam2] heeft de volgende gegevens doorgegeven aan de Belastingdienst:
“ Bij onderhandse akte werden de rechten van de levensverzekering met nummer [nummer4] , t.n.v. [geïntimeerde] en [appellante] , aan [naam1] N.V. verpand, welke verpanding door u schriftelijk werd erkend.
“ Op 27 februari 2013 ontvingen wij van u een extra storting van EUR 4.105,22 op uw spaarrekening. De inleg voor uw spaarrekening hebben wij hierdoor met ingang van 1 maart 2013 opnieuw berekend. Het doelkapitaal blijft ongewijzigd. De nieuwe inleg treft u in het overzicht aan. ”
“ U vraagt naar stukken inzake het omzetten van de lening eind 2012/2013. Per 1 januari 2013 heeft er een omzetting plaatsgevonden. Leningdelen 125 en 137 met gekoppelde levensverzekeringen bij [naam3] [nummer5] & [naam2] [nummer6] zijn omgezet.
Levensverzekering [nummer6] is beëindigd en de waarde is naar [naam1] overgemaakt. De afkoopwaarde is bestemd als extra storting in bovenstaande SpaarGerustrekening.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
I. de man te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis al het nodige in het werk te stellen om er voor te zorgen dat de vrouw voor 1 april 2021 wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, eventueel door middel van het afsluiten van een nieuwe hypothecaire geldlening, dan wel een andere alternatieve wijze van financieren;
II. de man te veroordelen om, wanneer op 1 april 2021 de vrouw niet is ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid, aan makelaardij [naam4] te [plaats1] op kosten van de man een verkoopopdracht te verstrekken en direct aansluitend in de ruimste zin des woords (via woningfoto’s, woningbezichtigingen, woning verkoopklaar/toonbaar maken) mee te werken aan onderhandse vrije verkoop van de onroerende zaak staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats1] (verder ook te noemen: de woning) en voorts mee te werken aan levering van de woning;
III. te bepalen dat deze uitspraak met ingang van 1 april 2021 dezelfde kracht heeft als de ontbrekende toestemming, wilsverklaring en/of medewerking van de man, indien hij niet meewerkt aan de veroordelingen zoals in punt 18 en 19 van de dagvaarding genoemd, onder gelijktijdige machtiging van de vrouw om de verkoop en levering van de woning tot stand te brengen;
IV. te bepalen dat de man bij zijn verkoopopdracht de vrouw machtigt om informatie bij de betreffende makelaar in te winnen over de voortgang en de wijze van meewerken van de man aan het verkooptraject;
V. de man te veroordelen in de proceskosten.
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
5.De motivering van de beslissing
Het ontslag van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening bij [naam1]
Het bankspaarproduct van partijen bij [naam5]* Vergeten vermogensbestanddeel?
* De verdeling van de waarde van het bankspaarproduct
De proceskosten