ECLI:NL:GHARL:2023:11034

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
17 januari 2024
Zaaknummer
21-002345-20
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en vervaardigen van kinderpornografie met minderjarige

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte is veroordeeld voor mensenhandel ten opzichte van een minderjarig slachtoffer en voor het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte heeft in de periode van 9 mei 2018 tot en met 30 juni 2018 contact gelegd met het slachtoffer via de datingsite Tinder en heeft erotische foto's van haar gemaakt. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet op de hoogte was van de minderjarigheid van het slachtoffer, wat heeft geleid tot vrijspraak van het oogmerk van uitbuiting. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 dagen, met aftrek van voorarrest, en een taakstraf van 240 uur. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer in overweging genomen bij de strafoplegging, maar ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de advocaat-generaal en de griffier, waarbij de verdachte niet aanwezig was.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002345-20
Uitspraak d.d.: 4 oktober 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 29 juni 2020 met parketnummer 05-881188-18 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] ,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 20 september 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. B.C.M. Sprenger, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een (deels) andere bewijsbeslissing en een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw recht doen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 9 mei 2018 tot en met 30 juni 2018 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] en/of te [plaats 3] en/of te [plaats 4] , althans in Nederland,
een ander, te weten [slachtoffer] (geboren [geboortedatum 2] )
(sub 2)
heeft geworven, vervoerd en/of overgebracht met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
(sub 5)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die (seksuele) handelingen, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
immers heeft verdachte
- contact gelegd met die [slachtoffer] voornoemd via de datingsite Tinder voor het maken van een seksdate en/of
- erotische/pornografische foto’s gemaakt van die [slachtoffer] en/of
- een of meerdere advertenties aangemaakt op de sekssite Sexjobs waarin hij vroeg om een locatie voor het maken van erotische foto’s van die [slachtoffer] al dan niet terwijl zij, die [slachtoffer] , seksuele handelingen verrichtte bij/met hem, verdachte, en/of (een) advertentie(s) waarin het aanbod werd gedaan om hem, verdachte en die [slachtoffer] te bekijken terwijl zij seksuele handelingen aan het verrichten waren en/of (een) advertentie(s) waarin werd aangeboden om deel te nemen aan de seks tussen verdachte en die [slachtoffer] voornoemd, een en ander tegen betaling van een geldbedrag en/of tegen het bieden van een tegenprestatie in de vorm van het ter beschikking stellen van een luxe locatie en/of het maken van foto’s/filmpjes en/of
- voornoemde seksadvertenties omhoog gebeld en/of
- contacten onderhouden met (potentiële) (prostitutie)klant(en) over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen en/of
- die [slachtoffer] voorzien van seks stimulerende middelen (drugs);
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 mei 2018 tot en met 6 juli 2018 te [plaats 1] en/of te [plaats 4] en/of te [plaats 2] , althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten foto’s - en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een iPhone 8, van seksuele gedragingen,
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , was betrokken of schijnbaar was betrokken
heeft verspreid en/of aangeboden en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een hand laten betasten en/of aanraken van een ontblote stijve penis door voornoemde [slachtoffer] (afbeelding [afbeeldingsnaam 1] en [afbeeldingsnaam 2] ) en/of
het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] (afbeelding [afbeeldingsnaam 1] ) en/of
het met de/een penis vaginaal penetreren van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] (afbeelding [afbeeldingsnaam 3] ) (afbeelding [afbeeldingsnaam 4] ) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door voornoemde [slachtoffer] , waarbij zij poseert in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose voornoemde [slachtoffer] en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [slachtoffer] in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding [afbeeldingsnaam 5] ).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsoverwegingen

Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 tenlastegelegde mensenhandel. Volgens de advocaat-generaal kan zowel sub 2 als sub 5 worden bewezen. De advocaat-generaal acht daarnaast bewezen dat verdachte zich aan het onder 2 tenlastegelegde feit heeft schuldig gemaakt.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 1 tenlastegelegde mensenhandel.
Ten aanzien van het onder sub 2 tenlastegelegde is aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte het oogmerk van uitbuiting had. In dit verband is - onder meer - aangevoerd dat [slachtoffer] vrijwillig heeft geparticipeerd in de aanmaak van de seksadvertentie en dat het nooit verdachtes bedoeling was om geld aan haar te verdienen. Verdachte wist ook niet dat [slachtoffer] minderjarig was.
Voor wat betreft het onder sub 5 tenlastegelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit omdat verdachte [slachtoffer] er niet toe heeft gebracht om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen. Het was niet zijn bedoeling om concrete seksafspraken te maken. Het is ook nooit tot een seksafspraak met een klant gekomen. De door verdachte verrichte handelingen zijn bovendien geen handelingen waarvan hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat [slachtoffer] daardoor in de prostitutie zou belanden.
Subsidiair heeft de raadsman nog verzocht om de pleegperiode in te korten naar 14 juni 2018 tot en met 30 juni 2018, nu verdachte pas op 14 juni 2018 een potentiële klant ter sprake bracht. Ook ten aanzien van feit 2 moet de pleegperiode volgens de raadsman worden ingekort, omdat de in de tenlastelegging bedoelde foto’s pas op 14 juni 2018 zijn gemaakt. De in de tenlastelegging genoemde periode vóór 14 juni 2018 kan dus niet worden bewezen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de namens verdachte gevoerde verweren strekkende tot vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde worden weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof het volgende.
Vrijspraak sub 2
De verdediging heeft naar voren gebracht dat verdachte er in de tenlastegelegde periode niet van op de hoogte was dat [slachtoffer] minderjarig was. Om tot een bewezenverklaring van artikel 273f lid 1 sub 5 Sr te komen, hoeft niet te worden vastgesteld dat verdachte in de tenlastegelegde periode wist van de minderjarigheid. Ten aanzien van artikel 273f lid 1 sub 2 Sr kan dat anders zijn. In geval de uitbuiting slechts wordt aangenomen op grond van de minderjarigheid van het slachtoffer, dient een verdachte op de hoogte te zijn geweest van die minderjarigheid om tot een bewezenverklaring van het oogmerk van uitbuiting te komen. In deze zaak zou sprake zijn geweest van uitbuiting in geval [slachtoffer] als minderjarige (door toedoen van verdachte) seksuele handelingen had verricht met of voor een derde tegen betaling. Dat zij op andere wijze werd of zou worden uitgebuit (bijvoorbeeld omdat zij haar inkomsten moest of zou moeten afdragen) is niet gebleken. Gelet hierop moet het hof vaststellen dat verdachte - toen hij [slachtoffer] wierf, vervoerde en/of overbracht zodat zij zich beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling - ervan op de hoogte was dat zij minderjarig was. Het oogmerk van uitbuiting kan in deze situatie anders niet worden bewezen.
Uit de bewijsmiddelen kan het hof niet afleiden dat verdachte in de tenlastegelegde periode wist dat [slachtoffer] minderjarig was. [slachtoffer] heeft zelf verklaard dat zij tegen verdachte heeft gelogen over haar leeftijd en dat zij hem heeft verteld dat zij meerderjarig was. Nu niet kan worden bewezen dat verdachte wist dat [slachtoffer] nog geen 18 jaar was in de tenlastegelegde periode spreekt het hof hem vrij van het onder sub 2 tenlastegelegde feit.
Bewezenverklaring sub 5
Volgens de verdediging kan niet worden bewezen dat verdachte [slachtoffer] ertoe heeft gebracht om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen.
Het hof verwerpt dit verweer en overweegt het volgende.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte pornografische foto’s heeft gemaakt van [slachtoffer] en dat hij verschillende advertenties heeft geplaatst op de sekssite Sexjobs waarin - onder meer - werd aangeboden om tegen betaling te mogen kijken naar en eventueel deel te mogen nemen aan de seks tussen verdachte en [slachtoffer] . In de advertenties werd zeer gedetailleerd beschreven hoe een en ander zou gaan. Er zijn ook concrete geldbedragen genoemd die daarvoor betaald zouden moeten worden en er werd een datum en tijd genoemd. Verder blijkt uit de inhoud van de tussen verdachte en [slachtoffer] gevoerde WhatsApp-gesprekken dat zij overleg met elkaar hebben gevoerd over de binnengekomen reacties van klanten, of zij daarop wel of niet in zouden gaan en over het geld dat zij zouden kunnen verdienen.
Zo zijn - onder meer - de volgende berichten door verdachte en [slachtoffer] naar elkaar gestuurd (nadat een klant 2.500 euro heeft geboden voor een seksafspraak):
  • [slachtoffer] : “Ik zou het best doen denk ik, maar we kijken zaterdag wel hoe en wat”.
  • Verdachte: “Zal wel ff doorvragen wat ie wil”.
  • Verdachte: “Of je wilt dat ik nog btje uit ga zoeken wat hij precies wil. Tis wel 2500”.
  • [slachtoffer] : “Vraag maar n beetje door ja, k ga dr ff over nadenken”.
  • Verdachte: “Maar als jij zegt “yo 2500! Daar heb ik wel interesse in en dan mag anaal misschien ook” wil ik het wel vragen of hij nog wil”.
  • Verdachte: “Dus moet ik doorvragen?”
  • Verdachte: “Maar wat zou je wel willen doen als iemand een voorstel heeft dan?”
  • Verdachte: “Ik bedoel ik hoef niet perse hoor! Maar als jij t spannend en leuk vind dan vind ik t automatisch ook wel interessant”.
  • Verdachte: “Als jij zegt “ik vind het geil als jij een keer wat regelt en ik vertrouw jou dat het oke is” wil ik t best doen en lijt het mij leuk!”
  • Verdachte: “Beginnen wij lekker laagdrempelig met een kijker”.
  • Verdachte: “Maar wel voor dikke kesh”.
Gelet op de inhoud van de door verdachte geplaatste seksadvertenties en de hiervoor aangehaalde WhatsApp-berichten acht het hof niet aannemelijk geworden dat verdachte geen concrete seksafspraken wilde maken, zoals door de verdediging is betoogd. Dat het voor verdachte puur fantasie was, wordt weersproken door de inhoud van - met name - de hiervoor genoemde door hem verzonden berichten. Naar het oordeel van het hof kan dus - gelet op al het voorgaande - worden bewezen dat verdachte [slachtoffer] ertoe heeft gebracht om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen. Dat deze seksuele handelingen (met of ten overstaan van derden) uiteindelijk niet plaats hebben gevonden, doet daar niet aan af.
Wel zal het hof verdachte vrijspreken van het eerste (contact maken via Tinder met [slachtoffer] ) en het laatste gedachtestreepje ( [slachtoffer] voorzien van seks stimulerende middelen) van het onder sub 5 tenlastegelegde. Voor het laatste gedachtestreepje is geen bewijs voorhanden en de gedraging zoals omschreven in het eerste gedachtestreepje houdt geen verband met seksuele handelingen met derden tegen betaling, maar ziet uitsluitend op het hebben van seks met verdachte zelf.
Anders dan de raadsman heeft betoogd, ziet het hof geen aanleiding om voor beide feiten een beperktere periode bewezen te verklaren dan de rechtbank heeft gedaan. Het hof merkt in dit verband op dat verdachte tijdens zijn afspraak met [slachtoffer] op 1 juni 2018 al kinderpornografische foto’s van haar heeft gemaakt. Vóór die datum heeft hij al seksadvertenties op internet geplaatst. Nu de onder sub 5 in de tenlastelegging genoemde gedragingen zich dus in een breder tijdsbestek hebben afgespeeld, zal het hof de periode in de bewezenverklaring niet beperken.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 9 mei 2018 tot en met 30 juni 2018
te [plaats 1] en/of te [plaats 2] en/of te [plaats 3] en/of te [plaats 4] , althansin Nederland
,
een ander, te weten [slachtoffer] (geboren [geboortedatum 2] )
(sub 2)
heeft geworven, vervoerd en/of overgebracht met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
(sub 5)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die
(seksuele
)handelingen, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
immers heeft verdachte
- contact gelegd met die [slachtoffer] voornoemd via de datingsite Tinder voor het maken van een seksdate en/of
- erotische/pornografische foto’s gemaakt van die [slachtoffer] en
/of
-
een of meerdereadvertenties aangemaakt op de sekssite Sexjobs waarin hij vroeg om een locatie voor het maken van erotische foto’s van die [slachtoffer] al dan niet terwijl zij, die [slachtoffer] , seksuele handelingen verrichtte bij/met hem, verdachte, en
/of (een) advertentie(s)waarin het aanbod werd gedaan om hem, verdachte en die [slachtoffer] te bekijken terwijl zij seksuele handelingen aan het verrichten waren en
/of (een) advertentie(s)waarin werd aangeboden om deel te nemen aan de seks tussen verdachte en die [slachtoffer] voornoemd, een en ander tegen betaling van een geldbedrag en/of tegen het bieden van een tegenprestatie in de vorm van het ter beschikking stellen van een
luxelocatie
en/of het maken van foto’s/filmpjesen
/of
- voornoemde seksadvertenties omhoog gebeld en
/of
- contacten onderhouden met
(potentiële
)(prostitutie)klant
(en
)over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en
/ofde daarvoor te betalen bedragen
en/of
- die [slachtoffer] voorzien van seks stimulerende middelen (drugs);
2.
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 9 mei 2018 tot en met 6 juli 2018
te [plaats 1] en/of te [plaats 4] en/of te [plaats 2] , althansin Nederland
,
meermalen,
althans eenmaal,(telkens) afbeeldingen, te weten foto’s - en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een iPhone
8, van seksuele gedragingen,
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , was betrokken of schijnbaar was betrokken
heeft verspreid
en/of aangebodenen
/ofvervaardigd
en/of verworvenen
/ofin bezit heeft gehad en
/ofzich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een hand laten betasten en/of aanraken van een ontblote stijve penis door voornoemde [slachtoffer] (afbeelding [afbeeldingsnaam 1] en [afbeeldingsnaam 2] ) en
/of
het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van voornoemde [slachtoffer]
(afbeelding [afbeeldingsnaam 1] )en
/of
het met de/een penis vaginaal penetreren van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] (afbeelding [afbeeldingsnaam 3] ) (afbeelding [afbeeldingsnaam 4] ) en
/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door voornoemde [slachtoffer] , waarbij zij poseert in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en
/of(waarna) door het camerastandpunt en
/ofde (onnatuurlijke) pose voornoemde [slachtoffer] en
/ofde uitsnede van de foto’s
/filmsnadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en
/ofbillen van die [slachtoffer] in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en
/ofstrekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding [afbeeldingsnaam 5] ).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 5° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De rechtbank heeft verdachte voor beide tenlastegelegde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar (met aftrek van voorarrest).
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis van de rechtbank wordt bevestigd.
De raadsman heeft het hof verzocht om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen, eventueel in combinatie met een taakstraf. In dit verband heeft de raadsman - onder meer - gewezen op de overschrijding van de redelijke termijn, de omstandigheid dat verdachte niet wist dat [slachtoffer] minderjarig was en het feit dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Ook heeft de raadsman gewezen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden - de volgende omstandigheden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel ten opzichte van de toen zestienjarige [slachtoffer] en aan het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer] . Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dit soort feiten vaak - vroeg of laat - in hun leven ernstige psychische, lichamelijke en emotionele schade van dergelijke gebeurtenissen ondervinden.
Vanwege de ernst van de bewezenverklaarde feiten is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden. Daarnaast geldt dat vanwege de bewezenverklaring van het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Dat betekent dat het hof niet uitsluitend een taakstraf aan verdachte mag opleggen.
In het voordeel van verdachte geldt dat hij niet wist dat [slachtoffer] minderjarig was. [slachtoffer] had verdachte wijs gemaakt dat zij 18 jaar oud was. In geval [slachtoffer] inderdaad 18 jaar was geweest, zou geen sprake zijn geweest van mensenhandel en het vervaardigen, verspreiden en het bezit van kinderporno. Omdat verdachte niet op de hoogte was van de leeftijd van [slachtoffer] en hij tevens niet van plan was om haar (anderszins) uit te buiten, heeft het hof verdachte vrijgesproken van het oogmerk van uitbuiting. Deze zaak verschilt dus van andere zaken waarin minderjarige meisjes bewust in de prostitutie worden gebracht met als doel zoveel mogelijk geld aan hen te verdienen.
Ten aanzien van het wel bewezen onderdeel van de mensenhandel geldt verder in strafmatigende zin dat [slachtoffer] niet daadwerkelijk seks heeft gehad met klanten en dat er dus in zoverre geen verdergaande inbreuk is gemaakt op haar lichamelijke integriteit.
Het hof houdt rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 augustus 2023, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Dit werkt derhalve niet strafverhogend of -verlagend. Positief is wel dat verdachte sinds het bewezenverklaarde feit al ongeveer vijf jaar lang geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd.
Het hof houdt in het voordeel van verdachte rekening met zijn persoonlijke omstandigheden, zoals deze ter zitting van het hof aan de orde zijn gekomen. Zo is het hof - onder meer - gebleken dat verdachte op dit moment een vaste baan heeft. Verder heeft verdachte naar voren gebracht hoe groot de impact van de vervolging voor deze feiten en de dreiging een gevangenisstraf te moeten ondergaan op zijn leven is geweest, terwijl hij (omdat hij dacht dat [slachtoffer] 18 jaar oud was) op het moment van plegen niet door had dat hij zulke ernstige feiten aan het plegen was.
Gelet op alle hierboven genoemde strafmatigende factoren ziet het hof aanleiding af te wijken van de oriëntatiepunten voor straftoemeting in de zin dat aan verdachte, naast een forste taakstraf, slechts een korte gevangenisstraf zal worden opgelegd. Het hof merkt in dit verband nog op dat het tot een beperktere bewezenverklaring is gekomen dan de rechtbank en de advocaat-generaal. De rechtbank en de advocaat-generaal kwamen ook tot een bewezenverklaring van het onder sub 2 tenlastegelegde, maar het hof heeft verdachte hiervan vrijgesproken.
Tot slot houdt het hof in het voordeel van verdachte rekening met de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep van ruim 14 maanden. Deze overschrijding dient bij de strafoplegging gecompenseerd te worden. Zonder schending van de redelijke termijn zou het hof in de gegeven omstandigheden hebben opgelegd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 weken (met aftrek van voorarrest) en een taakstraf van 240 uur, maar gelet op de overschrijding van de redelijke termijn volstaat het hof met de oplegging van een gevangenisstraf van 3 dagen (met aftrek van voorarrest) en een taakstraf van 240 uur. Omdat verdachte 3 dagen in voorarrest heeft gezeten, betekent dit dat hij niet meer naar de gevangenis hoeft.

Beslag

Het onder 2 bewezenverklaarde feit is begaan met behulp van de onder verdachte in beslag genomen iPhone 8. Deze telefoon zal aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 240b en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een iPhone 8 (A02.0.004).
Aldus gewezen door
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
mr. K. Gilhuis en mr. M.B. de Wit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Jansen, griffier,
en op 4 oktober 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. M.B. de Wit is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 4 oktober 2023.
Tegenwoordig:
mr. A.J. Smit, voorzitter,
mr. A. Hermelink, advocaat-generaal,
mr. M.E. Ruiter, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.