ECLI:NL:GHARL:2023:11011

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 december 2023
Publicatiedatum
8 januari 2024
Zaaknummer
P23/224
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging beslissing rechtbank tot afwijzing vordering verlenging voorwaardelijke beëindiging PIJ-maatregel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 29 juni 2023. De rechtbank had de vordering tot verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel van de jeugdige afgewezen. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de beslissing van de rechtbank vernietigd moet worden. De jeugdige, geboren in 1998, verblijft momenteel in een inrichting voor jeugdigen en heeft een verleden van antisociaal gedrag, waaronder diefstal en geweld. Het hof heeft ter zitting de advocaat-generaal, mr. R.J.A. Segerink, en de raadsman van de jeugdige, mr. R.P.A. Kint, gehoord, evenals een getuige-deskundige van Reclassering Nederland. De advocaat-generaal heeft verzocht om verlenging van de PIJ-maatregel, waarbij de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de jeugdige als belangrijke factoren zijn genoemd. Het hof heeft de reclassering geraadpleegd en vastgesteld dat het recidiverisico hoog is, maar dat de jeugdige recentelijk verbeterd gedrag heeft vertoond. Het hof heeft besloten de PIJ-maatregel met twaalf maanden te verlengen, met als doel de jeugdige verder te begeleiden in zijn ontwikkeling en om de veiligheid van de maatschappij te waarborgen. De beslissing houdt in dat de PIJ-maatregel nu tot 5 juni 2024 zal duren, tenzij er opnieuw een beslissing tot verlenging wordt genomen.

Uitspraak

PIJ P23/224
Beslissing van 27 december 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[jeugdige],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
verblijvende [verblijfplaats] ,
verder te noemen: de jeugdige.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 29 juni 2023. Deze beslissing houdt in de afwijzing van de vordering tot verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met 12 maanden
(hierna: PIJ-maatregel).
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 12 juli 2023 waarbij de officier van justitie beroep heeft ingesteld;
- het uittreksel Justitiële Documentatie van 17 juli 2023;
- een recente registratiekaart van de jeugdige;
- de appelmemorie van 27 juli 2023;
- het voortgangsverslag van 28 september 2023;
- de vordering van de officier van justitie strekkende tot een bevel tot terugplaatsing voor de duur van 2 maanden van 2 oktober 2023;
- het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris van 2 oktober 2023;
- het bevel van de rechter-commissaris van 2 oktober 2023 waarbij de voorlopige tenuitvoerlegging van de niet ten uitvoer gelegde PIJ-maatregel is bevolen;
- de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 10 oktober 2023 waarbij de vordering tot terugplaatsing in de PIJ-maatregel gedeeltelijk, voor een periode van tien dagen, is toegewezen;
- het voortgangsverslag van 12 december 2023.
Het hof heeft ter zitting van 14 december 2023 gehoord de advocaat-generaal,
mr. R.J.A. Segerink en de jeugdige, bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.P.A. Kint, advocaat te Zoetermeer
Het hof heeft ter zitting tevens gehoord de getuige-deskundige [naam getuige-deskundige] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.

Overwegingen

Het standpunt van de jeugdige
De raadsman heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. De pedagogische benadering van de PIJ-maatregel past niet meer bij de jeugdige. De afgelopen periode is turbulent geweest, maar de jeugdige heeft geen strafbare feiten gepleegd. De begeleiding kan worden vormgegeven in het voorwaardelijke strafkader van de recente veroordeling tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf. . Het openbaar ministerie kan vragen om een wijziging van de aan het voorwaardelijk strafdeel verbonden bijzondere voorwaarden, in die zin dat een behandelverplichting wordt toegevoegd. Verlenging van de PIJ-maatregel is niet in het belang van de jeugdige.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft verzocht de beslissing van de rechtbank te vernietigen en de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel met een termijn van twaalf maanden toe te wijzen. De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen vereist een verlenging van de PIJ-maatregel. Ook is verlenging van de PIJ-maatregel in het belang van de jeugdige. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. Volgens de reclassering zal de jeugdige zich niet vrijwillig laten behandelen. Na de zitting bij de rechtbank is de houding van de jeugdige verslechterd. Er was sprake van een vijandige houding en de jeugdige zat hoog in zijn emoties waardoor gesprekken moeizaam verliepen. Zijn gedrag was zorgelijk. De jeugdige heeft nog steeds het strakke kader van begeleiding en sturing binnen de PIJ-maatregel nodig. Begeleiding en sturing binnen het voorwaardelijk strafkader volstaat niet. Na een tijdelijke terugplaatsing is het gedrag van de jeugdige weer verbeterd. Binnen de PIJ-maatregel zijn er nog behandeldoelen.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt over de verlenging van de PIJ-maatregel.
Indexdelicten
Het gerechtshof Amsterdam heeft aan de jeugdige bij arrest van 9 februari 2017 de
PIJ-maatregel voorwaardelijk opgelegd voor diefstal, gevolgd van geweld tegen personen met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen. Voornoemd misdrijf is een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Op 8 maart 2018 heeft het gerechtshof Amsterdam de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde PIJ-maatregel bevolen. Op 9 juni 2022 is de PIJ-maatregel voorwaardelijk beëindigd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies van de reclassering van 2 mei 2023 volgt dat bij de jeugdige sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een borderline persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van middelen. Daarnaast is er bij de jeugdige een verstandelijke beperking vastgesteld. Het recidiverisico wordt ingeschat als gemiddeld. Risicoverhogende factoren zijn onder meer het delictverleden, het missen van passende begeleiding, zorgen over zijn drugsgebruik, zijn agressie en moeite hebben met het omgaan met teleurstellingen.
Uit het voortgangsverslag van 12 december 2023 volgt dat het risico op letselschade wordt ingeschat als hoog. De jeugdige heeft woedeaanvallen gehad, is verbaal agressief en uit bedreigingen. De jeugdige heeft zich gedurende de PIJ-maatregel schuldig gemaakt aan diefstal met geweld en mishandeling. Op 14 maart 2023 is hij daarvoor veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van honderdvijftig dagen, waarvan vijf en zeventig dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Aan het voorwaardelijk strafdeel zijn bijzondere voorwaarden gekoppeld. Afwijkend van de voorwaarden die in het kader van de voorwaardelijk beëindigde PIJ-maatregel gelden, is dat in het voorwaardelijk strafkader geen voorwaarde tot behandelverplichting is opgenomen.
Verlenging
Het hof stelt voorop dat de PIJ-maatregel kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de PIJ-maatregel vereist en die verlenging ook in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de jeugdige is. Daarnaast is een verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel slechts mogelijk voor zover de PIJ-maatregel daardoor de duur van zeven jaar niet te boven gaat.
In het geval van de jeugdige is de PIJ-maatregel meermalen verlengd, laatstelijk tot 11 juni 2023. Op die datum heeft de PIJ-maatregel vijf jaren en drie maanden geduurd.
Uit het voortgangsverslag van 12 december 2023 volgt dat vanwege het ontbreken van vaardigheden bij de jeugdige, het van belang is om de vaardigheden te vergroten zodat hij zich staande kan houden in de maatschappij en zich verder kan ontwikkelen naar zelfstandigheid en volwassenheid. Daarbij zullen duidelijke consequenties belangrijk zijn, zodat de jeugdige kan leren van zijn misstappen. De reclassering adviseert de PIJ-maatregel met een termijn van twaalf maanden te verlengen. Inmiddels zijn al ruim zes van de twaalf maanden verstreken. De resterende termijn van de PIJ-maatregel zal in het kader staan van monitoring, hem in zijn autonomie zetten en het toewerken naar groei in volwassenheid en de daarbij behorende verantwoordelijkheden.
De reclassering heeft ter zitting bij het hof bevestigd dat het gedrag van de jeugdige na de terugplaatsing inmiddels is verbeterd, maar dat het wel van belang is dat behandeling wordt voortgezet. Het kader van de voorwaardelijk beëindigde PIJ-maatregel is volgens de reclassering daartoe nodig omdat de jeugdige naar verwachting geen behandeling in vrijwillig kader zou gaan volgen.
Het hof stelt voorop dat dit een hele ingewikkelde beslissing is. Het hof heeft er goed over moeten nadenken of de PIJ-maatregel nog verlengd zou moeten worden. De jeugdige heeft een turbulente periode achter de rug. In de maanden juli tot en met september 2023 heeft de jeugdige grensoverschrijdend, intimiderend, eisend en agressief gedrag vertoond ten opzicht van de reclasseringswerkers. Dit heeft geleid tot een berisping en officiële waarschuwingen. De jeugdige overtrad ook regelmatig de bijzondere voorwaarden. Hij ging niet meer naar behandeling. Hij was niet in contact met de reclassering en de woonbegeleider van [woonvoorziening] en hij overtrad de regels van de elektronische monitoring. Nadat de jeugdige zich volledig aan het zicht had onttrokken, is op 10 oktober 2023 de vordering tot terugplaatsing in de PIJ-maatregel voor tien dagen toegewezen. Op 20 oktober 2023 is de jeugdige weer bij [woonvoorziening] gaan wonen. Sindsdien is het gedrag van de jeugdige verbeterd. Hij houdt zich weer aan de afspraken met de reclassering, [woonvoorziening] en [naam stichting] . Het hof merkt op dat de jeugdige zich na de tegenslag die erin bestond dat de officier van justitie beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank om de PIJ-maatregel te beëindigen, zich inmiddels weer goed heeft herpakt. Hij werkt hard en goed en met plezier en zijn werkgever biedt hem mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen.
Het hof overweegt dat de jeugdige sinds kort begeleiding en sturing krijgt van [naam stichting] . Dat heeft een beschermende werking. [naam stichting] helpt de jeugdige nu onder meer bij het verkrijgen van een sociale huurwoning in [plaats] . De jeugdige wil daaraan meewerken en heeft bij de reclassering aangegeven de behandelgesprekken te willen voortzetten. De gesprekken zullen gericht zijn op het realiseren van een positieve toekomst. Als de bijzondere voorwaarde van een behandelverplichting in het kader van de PIJ-maatregel wegvalt, bestaat de kans dat de begeleiding van [naam stichting] ook wegvalt. Een behandelverplichting is immers niet opgenomen in het vonnis van 14 maart 2023 als bijzondere voorwaarde in het kader van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. Dat de begeleiding bij [naam stichting] wordt voortgezet is in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de jeugdige. Gelet op de afgelopen periode en hetgeen de reclassering daarover heeft opgeschreven en ter zitting bij het hof heeft aangevoerd, overweegt het hof dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de PIJ-maatregel vereist. Inmiddels zijn ruim zes van de twaalf gevorderde maanden verstreken. Er resteert daarom een termijn van nog geen zes maanden. Het hof zal daarom de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de PIJ-maatregel met een termijn van twaalf maanden toewijzen.
Het hof stelt vast dat de reclassering al naar het einde van de PIJ-maatregel toe aan het werken is. De elektronische monitoring is stapsgewijs afgebouwd en uiteindelijk op 30 november 2023 beëindigd. Ook worden er geen urinecontroles meer afgenomen. Tot nu toe is niet gebleken dat het drugsgebruik het dagelijks functioneren van de jeugdige belemmert. Doordat de jeugdige open en eerlijk is over zijn drugsgebruik heeft de reclassering geen urinecontroles meer afgenomen. Het drugsgebruik is ook onderdeel van de behandeling bij [naam stichting] .
Einde maatregel
Gevolg gevend aan het bepaalde in artikel 6:6:31, tweede lid, Sv, stelt het hof vast dat tenzij beslist wordt tot verdere verlenging, de PIJ-maatregel, gelet op de ingangsdatum, de huidige expiratiedatum, de vrijheidsbenemingen uit anderen hoofde en de verlenging bij deze beslissing, op 5 juni 2024 zal eindigen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Amsterdam van 29 juni 2023 met betrekking tot de jeugdige
[jeugdige] .
Verlengtde voorwaardelijke beeindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met een termijn van
twaalf maanden.
Aldus gedaan door
mr. G. Mintjes, voorzitter,
mr. J.A.W. Lensing en mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen, raadsheren,
en drs. I. van Outheusden en drs. I.A.M. Breukel, raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Kaatman, griffier,
en op 27 december 2023 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.