Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling van het verzoekDe ontvankelijkheid van het verzoek
De gronden van het wrakingsverzoek
De inhoudelijke beoordeling van het verzoek
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2023 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. J.A.M. Kwakman, raadsheer in het hof. De verzoeker had mr. Kwakman gewraakt omdat deze zich tijdens een zitting op 1 november 2023 niet had gelegitimeerd. De wrakingskamer oordeelde dat de weigering van de rechter om zich te legitimeren geen grond voor wraking oplevert. De verzoeker had daarnaast andere gronden aangevoerd, waaronder beschuldigingen aan het adres van de advocaat-generaal en een gebrek aan vertrouwen in mr. Kwakman, maar deze gronden werden als niet relevant voor de wraking beschouwd. De wrakingskamer concludeerde dat de aangevoerde feiten noch afzonderlijk, noch in onderling verband en samenhang bezien, grond vormen voor wraking. Bovendien werd vastgesteld dat de verzoeker ten onrechte de wrakingskamer had gewraakt, wat leidde tot een stapeling van wrakingsverzoeken. Om ongerechtvaardigd oponthoud te voorkomen, werd bepaald dat een volgend verzoek tot wraking op dezelfde gronden niet meer in behandeling zal worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.