In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beloning van de opvolgende curator van [naam1]. De opvolgende curator, [verzoekster], had in hoger beroep beroep aangetekend tegen de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, die had bepaald dat [verzoekster] geen beloning toekwam voor zijn aanvangswerkzaamheden. Het hof heeft vastgesteld dat er geen expliciete afspraken zijn gemaakt die de beloning op andere wijze zouden vaststellen. De procedure in eerste aanleg vond plaats op 21 december 2022, waar de kantonrechter de voormalige curator ontsloeg en [verzoekster] benoemde als opvolgende curator. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en bepaald dat [verzoekster] recht heeft op de forfaitaire beloning voor zijn aanvangswerkzaamheden, conform de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. Het hof heeft geoordeeld dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die een afwijking van de regeling rechtvaardigen. De uitspraak van de Hoge Raad van 23 juni 2023 heeft bijgedragen aan de verduidelijking van de rechten van opvolgende curatoren met betrekking tot beloning voor aanvangswerkzaamheden. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.