Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
In aanvulling daarop en naar aanleiding van het standpunt van de advocaat-generaal merkt het hof op dat – anders dan de advocaat-generaal stelt – het hof ook in een eerdere uitspraak niet de eis heeft gesteld dat het moet gaan om een excessieve situatie.
Aanvulling ten aanzien van de strafoplegging
De inbeslaggenomen voorwerpen
Vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
€ 25,- aan proceskosten en zijn bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 20.925,00. De benadeelde partijen hebben zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
- 4.407,50 aan huisvesting
- 91,30 aan vervoer
- 3.802,49 aan advertentiekosten
- 331,10 aan condooms
- 773,12 aan kosten voor eten en drinken
- 700,00 niet teruggegeven borg
BESLISSING
ten aanzien vande beslissingen omtrent de onder verdachte inbeslaggenomen goederen en op de vorderingen van de benadeelde partijen en doet in zoverre opnieuw recht.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, met dien verstande dat er nog conservatoir beslag op ligt, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 26.538,07 (zesentwintigduizend vijfhonderd achtendertig euro en zeven cent) bestaande uit € 19.038,07 (negentienduizend achtendertig euro en zeven cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 26.538,07 (zesentwintigduizend vijfhonderd achtendertig euro en zeven cent) bestaande uit € 19.038,07 (negentienduizend achtendertig euro en zeven cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 26.538,07 (zesentwintigduizend vijfhonderdachtendertig euro en zeven cent) bestaande uit € 19.038,07 (negentienduizend achtendertig euro en zeven cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.