Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante1]
[appellante2]
1.[appellante3] en
[appellante3]en ieder afzonderlijk:
[appellante3]en
[appellant4]
1.Vereniging van Eigenaars Bospark Ruighenrode
2. Vereniging van Eigenaars Bospark Ruighenrode Drie
- de Vereniging van Eigenaars Bospark Ruighenrode zal worden aangeduid als:
- de Vereniging van Eigenaars Bospark Ruighenrode Drie zal worden aangeduid als:
overige belanghebbendenzijn aangemerkt: de leden van de hoofd-VvE, de leden van onder-VvE 3 en ook onder-VvE 2 en de leden van onder-VvE 2 (zie hierna).
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het beroepschrift van [appellante1] ;
- het beroepschrift van [appellante2] ;
- het beroepschrift van [appellante3] ;
- het verweerschrift van de hoofd-VvE en onder-VvE 3;
- de nagezonden producties 23 tot en met 27 van [appellante2] ;
- de nagezonden producties 6 en 7 van [appellante3]
2.2. De kern van de zaken
14 mei 2022
14 mei 2022
3 jaar te verlengen
14 mei 2022
14 mei 2022
14 mei 2022
14 mei 2022
3.Het oordeel van het hof
nietigwanneer het besluit strijdig is met de wet, de statuten en de splitsingsakte (zie artikel 5:129 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) in samenhang met artikel 2:14 lid 1 BW). Ook nietig zijn besluiten waarvoor het betreffende orgaan van de vereniging van eigenaars geen beslissingsbevoegdheid heeft. Een besluit van een orgaan van de vereniging van eigenaars is
vernietigbaarals dat besluit in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door
artikel 2:8 BW worden geëist (zie artikel 5:130 BW in samenhang met artikel 2:15 BW). Artikel 2:8 lid 1 BW bepaalt voor gevallen als dit dat de vereniging van eigenaars en degenen die krachtens de wet en de statuten bij haar organisatie zijn betrokken (de vergadering van eigenaars, het bestuur en de leden) zich tegenover elkaar moeten gedragen naar de eisen van redelijkheid en billijkheid. Van vernietigbaarheid van een besluit is sprake als een besluit naar inhoud of totstandkoming in strijd is met de genoemde gedragsregel. De toetsingsmaatstaf voor de rechter voor de inhoud van het besluit is of het betreffende orgaan bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Dat betreft een marginale toets. Hierbij geldt dat de rechter het besluit moet toetsen naar het moment dat het genomen is.
de meerderheid voor” is. Het hof stelt vast dat uit artikel 2:13 lid 3 en 4 BW kan worden afgeleid dat de voorzitter van de vergadering van eigenaars van de hoofd-VvE een beslissend oordeel geeft over de uitslag van de stemming en over de inhoud van het genomen besluit. Wanneer onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan wordt betwist, en de meerderheid van de vergadering of een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt, dan vindt een nieuwe stemming plaats. Door die nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. Er is niet gesteld, en evenmin is gebleken, dat tijdens de vergadering op 14 mei 2022 door [appellante1] , [appellante2] of [appellante3] is geklaagd over de juistheid van het oordeel van de voorzitter over de uitslag van de stemming. Evenmin blijkt uit de notulen dat het oordeel van de voorzitter door een ander lid is betwist en/of dat ten gevolge daarvan een nieuwe stemming heeft plaatsgevonden. Doordat [appellante1] , [appellante2] en/of [appellante3] tijdens de vergadering geen bezwaren hebben geuit over de juistheid van de stemmingsuitslag, staat het oordeel van de voorzitter over de uitslag van de stemming – zoals die is weergegeven in de notulen – vast en kan het hof van de juistheid daarvan uitgaan, ook voor besluiten die een gekwalificeerde meerderheid vereisen.
voorafgaandaan de vergadering van eigenaars van de hoofd-VvE, maar pas
tijdensde vergadering door alle leden is getekend. Volgens haar is daarom sprake van strijd met de splitsingsakte en zijn om die reden alle tijdens de vergadering genomen besluiten nietig. Het hof is het daar niet mee eens. Artikel 31 lid 7 luidt: “
De aanwezigheid ter vergadering blijkt uit de voor de aanvang van de vergadering ondertekende presentielijst.” De al dan niet op tijd getekende presentielijst is geen besluit dat in rechte kan worden aangetast. Die presentielijst is een hulpmiddel om vast te stellen wie er ter vergadering zijn en of het quorum wordt gehaald. Dat die lijst pas tijdens de vergadering is getekend is geen omstandigheid die tot nietigheid of vernietigbaarheid van alle besluiten die op die vergadering zijn genomen leidt. Voor zover [appellante3] heeft willen aanvoeren dat de stemming daardoor incorrect is verlopen, heeft zij dat onvoldoende onderbouwd. Bovendien kan dat aan de uitslag van de stemming en de inhoud van de genomen besluiten – zoals het hof hiervoor heeft toegelicht – niets meer veranderen.
beroepsmatigis gesloten. Om die reden geldt de wettelijk vastgestelde maximale vrijwilligersbijdrage niet voor een contract als dit. Dat de normale bedrijfsuitoefening van BVA niet bestaat uit het oplossen van calamiteiten en dat voor de meeste soorten calamiteiten al storings- en onderhoudscontracten met derden zijn gesloten, doet er niet aan af dat van BVA wordt verwacht dat zij continu bereikbaar is, veel op het park aanwezig is, en dat zij bovendien de verantwoordelijkheid draagt om de benodigde (gecontracteerde) dienstverleners in te schakelen wanneer een calamiteit wordt gemeld. Anders dan [appellante1] , [appellante2] en [appellante3] stellen is in de werkzaamheden die BVA uitvoert niet al voorzien door middel van onderhouds- en storingscontracten, want die derden moeten door BVA op de hoogte worden gesteld voordat zij uitvoering geven aan hun contract. Dat BVA is ingeschakeld voor de uitvoering van deze taken en dat aan haar een vergoeding wordt toegekend die hoger is dan de maximale wettelijke vrijwilligersvergoeding, is niet strijdig met de wet, de statuten, de splitsingsakte of het huishoudelijk reglement en is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid evenmin onaanvaardbaar. Van een nietig of vernietigbaar besluit is dan ook geen sprake.
‘pick and choose’voorwaarden waren, maar dat het een
‘package deal’betrof die bestond uit wellicht gunstige(re) en minder gunstige voorwaarden. Door [appellante1] , [appellante2] en [appellante3] is uitsluitend ingezoomd op twee concrete wijzigingen die in hun ogen bezwarend zouden zijn, terwijl zij niet hebben gesteld, en ook is dat niet gebleken, dat het totaalpakket aan voorwaarden bezwarend zou zijn. Naar het oordeel van het hof heeft het bestuur niet gehandeld in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid door de leden niet ook actief te informeren over de twee gewijzigde voorwaarden met betrekking tot het opzeggen van de overeenkomst en de inperking van de aansprakelijkheid. Evenmin is komen vast te staan dat het aanvaarden van het totaalpakket aan gewijzigde voorwaarden onredelijk bezwarend is voor de leden van de VvE en dat het besluit om die reden geen stand kan houden. Het hof is dan ook, net als de kantonrechter, van oordeel dat geen sprake is van een vernietigbaar besluit.
4.De beslissing
appeltarief II).