In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van een zorgregeling tussen ouders na hun echtscheiding. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de wijziging van de zorgregeling die door de rechtbank Gelderland was vastgesteld. De ouders hebben samen twee minderjarige kinderen, geboren in 2010 en 2012, en hebben eerder afspraken gemaakt over de zorg en opvoeding in een ouderschapsplan en een vaststellingsovereenkomst. De rechtbank had bepaald dat de kinderen vanaf 26 augustus 2022 om de week bij de vader en de moeder verblijven, wat de moeder niet accepteerde. Ze verzocht het hof om de oorspronkelijke afspraken te herstellen.
Het hof heeft de minderjarige [de minderjarige1] gehoord en vastgesteld dat hij de huidige co-ouderschapsregeling prettig vindt. Het hof oordeelde dat de rechtbank een goede beslissing had genomen en dat het in het belang van de kinderen is om de co-ouderschapsregeling in stand te houden. De wens van [de minderjarige1] om op zondagavond te wisselen werd door het hof als belangrijk en begrijpelijk beschouwd. De vader heeft de zorgen van de moeder over [de minderjarige2] voldoende gemotiveerd betwist, en de raad voor de kinderbescherming adviseerde om de huidige regeling niet te wijzigen.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de kinderen de ene week vanaf zondag 19.00 uur bij de vader verblijven en de andere week vanaf zondag 19.00 uur bij de moeder. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.