Uitspraak
[verzoeker] ,
€ 680,00 +
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had op 15 november 2022 het verzoek van verzoeker om vergoeding van kosten en schade in het kader van een strafzaak afgewezen. Verzoeker, die in 2001 geboren is en woonachtig in Amsterdam, had kosten gemaakt voor rechtsbijstand en verzocht om vergoeding uit 's Rijks kas. De rechtbank oordeelde dat de kosten gedekt waren door een eerder afgegeven toevoeging, maar verzoeker stelde dat deze toevoeging pas na zijn verhoor was verkregen en dat hij daarvoor geen recht had op gefinancierde rechtsbijstand. Het hof heeft het verzoek van verzoeker opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de kosten voor rechtsbijstand niet gedekt waren door de toevoeging. Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en kende verzoeker een vergoeding toe van € 1.824,73, met inachtneming van enkele correcties op de ingediende declaraties. De beslissing werd genomen door een meervoudige raadkamer, waarbij de advocaat-generaal ook gehoord werd. De griffier heeft de uitspraak op 14 december 2023 ter openbare zitting uitgesproken.