ECLI:NL:GHARL:2023:10542
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Geschil over verlegging omzet van tandheelkundige praktijk door sluiten van een factoringovereenkomst met factoringbedrijf
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om een geschil tussen het Centrum voor Prothese en Implantologie Rozenburg B.V. en [de Holding] B.V., [de tandarts], Infomedics B.V. en Famed B.V. Het Centrum heeft hoger beroep ingesteld na een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De kern van het geschil betreft de verlegging van de omzet van het Centrum, dat een tandheelkundige praktijk exploiteert, door [de Holding] die een factoringovereenkomst met Infomedics heeft gesloten. Het Centrum stelt dat deze handeling onrechtmatig was en heeft vorderingen ingesteld tegen [de Holding], [de tandarts] en de factoringbedrijven. De rechtbank heeft in eerste aanleg [de Holding] en [de tandarts] veroordeeld tot betaling van een bedrag aan het Centrum, maar heeft ook andere vorderingen afgewezen. In hoger beroep heeft het Centrum zijn vorderingen verder toegelicht en vraagt het hof om de afgewezen vorderingen alsnog toe te wijzen. Het hof oordeelt dat [de tandarts] en [de Holding] in beginsel schadeplichtig zijn, maar dat er bewijslevering nodig is om de exacte schade vast te stellen. Het hof heeft ook geoordeeld dat Infomedics en Famed niet onrechtmatig hebben gehandeld en dat het Centrum hen ten onrechte in deze procedure heeft betrokken. De zaak is aangehouden voor bewijslevering en verdere beslissingen.