Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De redenen voor de beslissing op het verzoek om verwijzing
3.De beslissing
3.1 wijst het verzoek om verwijzing af;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de kantonrechter. De zaak betreft een verzoek van de geïntimeerde om de zaak te verwijzen naar een ander gerechtshof, zodat zij een 'legal opinion' kan vragen van een raadsheer-plaatsvervanger, die zij beschouwt als expert op het gebied van kerkelijk recht en arbeidsrecht. De geïntimeerde stelt dat het van groot belang is om deze opinie in te brengen in de procedure, vooral in reactie op een advies van een hoogleraar dat door het Kerkgenootschap is ingebracht.
Het Kerkgenootschap heeft echter betoogd dat het te vroeg is om een verwijzing te vragen en dat het hof later kan beslissen als duidelijk is om welke deskundige het gaat. Het hof heeft de verzoeken van de geïntimeerde en het Kerkgenootschap in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat er geen sprake is van betrokkenheid van het hof die een verwijzing naar een ander hof rechtvaardigt. De wens van de geïntimeerde om een opinie te verkrijgen is niet voldoende om aan te nemen dat de behandeling van de zaak door een ander hof gewenst is. Het hof heeft daarom het verzoek om verwijzing afgewezen en de zaak voortgezet, waarbij de geïntimeerde nu de gelegenheid heeft om een verweerschrift in te dienen voor 22 januari 2024.
De beschikking is gegeven door de rechters J.H. Lieber, H.L. Wattel en M.L. van der Bel en is openbaar uitgesproken op 12 december 2023.