In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder van [de minderjarige] is in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die op 16 juni 2023 de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing heeft verleend. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. N.J. Hos, verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en de verzoeken van de raad voor de kinderbescherming en de gecertificeerde instelling (GI) af te wijzen.
Het hof heeft de procedure in eerste aanleg en het verloop van het hoger beroep in detail bekeken. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 november 2023 waren de moeder, een vertegenwoordiger van de raad en twee vertegenwoordigers van de GI aanwezig. De moeder is alleen belast met het gezag over [de minderjarige], die in 2017 is geboren. De GI heeft de moeder sinds februari 2023 onder toezicht gesteld, en er zijn verschillende machtigingen tot uithuisplaatsing verleend.
Het hof heeft vastgesteld dat de zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige] zijn toegenomen, vooral omdat de moeder niet openstaat voor hulpverlening en haar medicatie niet meer gebruikt. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten de bestreden beschikking te bekrachtigen, zowel wat betreft de ondertoezichtstelling als de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing. Het hof benadrukt dat het van belang is dat de moeder meewerkt met de GI om de situatie van [de minderjarige] te verbeteren.