ECLI:NL:GHARL:2023:10358
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nakomen leningsovereenkomst en de gevolgen van lopende procedures op de opeisbaarheid van vorderingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de nakoming van een leningsovereenkomst. De appellant, die in financiële problemen verkeert, heeft in totaal € 4.400 geleend van de geïntimeerden, waaronder Stichting Administratiekantoor Horaisan. De appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter, waarin de vordering van Horaisan tot terugbetaling van de lening was toegewezen, terwijl de vordering van de andere geïntimeerde was afgewezen.
De appellant betoogt dat hij niet in staat is om terug te betalen zolang er nog gerechtelijke procedures lopen tegen verzekeraars. Hij stelt dat er een afspraak is gemaakt dat terugbetaling pas hoeft plaats te vinden als deze procedures zijn afgerond. Het hof heeft echter vastgesteld dat er geen lopende procedures zijn en dat de appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat er een dergelijke afspraak is gemaakt. Bovendien blijkt uit de leningsovereenkomst dat terugbetaling 'zo snel mogelijk' moet plaatsvinden.
Het hof heeft de argumenten van de appellant verworpen en geconcludeerd dat de eisen van redelijkheid en billijkheid niet in de weg staan aan de opeisbaarheid van de lening. De uitspraak van de kantonrechter is bekrachtigd, en de appellant is veroordeeld tot betaling van de proceskosten in hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in leningsovereenkomsten en de noodzaak om bewijs te leveren voor claims die de nakoming van dergelijke overeenkomsten beïnvloeden.