Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de hoofdverblijfplaats van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], die onder voogdij staan van de gecertificeerde instelling William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI). De moeder van de kinderen, die in hoger beroep is gekomen, verzocht het hof om de bestreden beschikking van de rechtbank Midden-Nederland te vernietigen. De rechtbank had op 22 mei 2023 de GI toestemming verleend om de hoofdverblijfplaats van de kinderen te wijzigen zonder de moeder vooraf te horen, wat leidde tot de grieven van de moeder in hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat op grond van artikel 807 onder c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geen hoger beroep openstaat tegen een beschikking op grond van artikel 1:336a van het Burgerlijk Wetboek (BW), maar alleen cassatie in het belang der wet. De moeder stelde dat het appelverbod in haar geval doorbroken kon worden, omdat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er sprake was van een spoedverzoek. Het hof oordeelde echter dat de rechtbank niet buiten het toepassingsgebied van artikel 1:336a BW was getreden en dat er geen verzuim van essentiële vormen was. De belangen van de kinderen vereisten een spoedbeslissing, en het hof concludeerde dat het recht op hoor en wederhoor was gewaarborgd.
Uiteindelijk heeft het hof het hoger beroep van de moeder verworpen en de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van het waarborgen van de belangen van minderjarigen in juridische procedures en de beperkingen van hoger beroep in zaken betreffende voogdij.