Uitspraak
de vrouw,
de man,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is aangespannen door de vrouw tegen de man, na een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter. De partijen zijn voormalige echtgenoten die in 2010 zijn gescheiden. In het convenant is een partneralimentatie van 12 jaar afgesproken. De vrouw heeft meerdere keren beslag gelegd op de bankrekeningen en het loon van de man wegens vermeende achterstallige alimentatie. De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak het beslag opgeheven en de vrouw in de proceskosten veroordeeld. De vrouw is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan, waarbij zij onder andere aanvoert dat het exploot van 12 juni 2020 een vergisexploot was en dat de bedragen in de latere exploten correct zijn. Het hof heeft echter geoordeeld dat de vrouw haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd en dat het beslag onterecht was. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de voorzieningenrechter en veroordeelt de vrouw in de proceskosten van het hoger beroep.