In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondercuratelestelling van verzoekster. De verzoekster, geboren in 1990, was eerder onder bewind en mentorschap gesteld, maar dit werd omgezet naar curatele op verzoek van [naam1] B.V., die als bewindvoerder en mentor fungeerde. De kantonrechter had op 3 maart 2023 besloten om verzoekster onder curatele te stellen, omdat zij niet voldeed aan de voorwaarden van het bewind en mentorschap, waaronder het niet tijdig innemen van medicatie en het niet meewerken aan een IQ-test. Verzoekster ging in hoger beroep tegen deze beslissing, met de stelling dat het bewind en mentorschap voldoende waren en dat de eisen die aan haar werden gesteld haar persoonlijke vrijheid onterecht beperkten.
Tijdens de mondelinge behandeling op 2 november 2023 gaf verzoekster aan dat zij zich niet aan de afspraken hield, wat leidde tot een incident van brandstichting. Het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht had besloten tot ondercuratelestelling, gezien de omstandigheden en het gedrag van verzoekster. Het hof bevestigde dat de benoeming van [naam1] als curator gerechtvaardigd was, omdat verzoekster niet had aangetoond dat deze niet goed functioneerde. De grieven van verzoekster werden verworpen en de beschikking van de kantonrechter werd bekrachtigd.
Het hof benadrukte dat de noodzaak tot curatele voortkwam uit de onbetrouwbaarheid van verzoekster in het naleven van afspraken en dat haar rechten niet onterecht werden beperkt. De beslissing van het hof is een bevestiging van de eerdere uitspraak van de kantonrechter, die de belangen van verzoekster en haar veiligheid vooropstelde.