ECLI:NL:GHARL:2023:10239

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
200.327.753
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming curator en ondercuratelestelling van verzoekster op basis van artikel 1:378 lid 1 BW

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondercuratelestelling van verzoekster. De verzoekster, geboren in 1990, was eerder onder bewind en mentorschap gesteld, maar dit werd omgezet naar curatele op verzoek van [naam1] B.V., die als bewindvoerder en mentor fungeerde. De kantonrechter had op 3 maart 2023 besloten om verzoekster onder curatele te stellen, omdat zij niet voldeed aan de voorwaarden van het bewind en mentorschap, waaronder het niet tijdig innemen van medicatie en het niet meewerken aan een IQ-test. Verzoekster ging in hoger beroep tegen deze beslissing, met de stelling dat het bewind en mentorschap voldoende waren en dat de eisen die aan haar werden gesteld haar persoonlijke vrijheid onterecht beperkten.

Tijdens de mondelinge behandeling op 2 november 2023 gaf verzoekster aan dat zij zich niet aan de afspraken hield, wat leidde tot een incident van brandstichting. Het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht had besloten tot ondercuratelestelling, gezien de omstandigheden en het gedrag van verzoekster. Het hof bevestigde dat de benoeming van [naam1] als curator gerechtvaardigd was, omdat verzoekster niet had aangetoond dat deze niet goed functioneerde. De grieven van verzoekster werden verworpen en de beschikking van de kantonrechter werd bekrachtigd.

Het hof benadrukte dat de noodzaak tot curatele voortkwam uit de onbetrouwbaarheid van verzoekster in het naleven van afspraken en dat haar rechten niet onterecht werden beperkt. De beslissing van het hof is een bevestiging van de eerdere uitspraak van de kantonrechter, die de belangen van verzoekster en haar veiligheid vooropstelde.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.327.753
(zaaknummers rechtbank Overijssel 10302053 en 10302395)
beschikking van 30 november 2023
in het hoger beroep van:
[verzoekster],
verzoekster,
woonplaats [woonplaats1] ,
advocaat: mr. M.P. Smit in Nijverdal.
Belanghebbenden zijn:
[naam1] B.V.,
vestigingsplaats [vestigingsplaats] ,
verder te noemen: [naam1] ,
en
de ouders en de zussen van verzoekster:
[naam2],
[naam3],
[naam4],
woonplaats [woonplaats2] ,
[naam5]en
[naam6],
woonplaats [woonplaats3] .
Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Overijssel, sector kanton, zittingsplaats Enschede) van 3 maart 2023, uitgesproken onder voormelde zaaknummers.

2 Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het beroepschrift met producties, ingekomen op 1 juni 2023, en
  • een journaalbericht van mr. Smit van 19 oktober 2023 met een productie.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 2 november 2023 plaatsgevonden. Aanwezig waren verzoekster, bijgestaan door haar advocaat.
[naam1] , de ouders en de zussen waren niet aanwezig.

3.De feiten

3.1
Verzoekster is geboren [in] 1990 en zij is dus meerderjarig.
3.2
Bij beschikking van 23 december 2014 heeft de kantonrechter de goederen van verzoekster onder bewind gesteld. Bij beschikking van 10 januari 2017 is vervolgens ook een mentor benoemd voor verzoekster. [naam1] was tot 3 maart 2023 de bewindvoerder en mentor van verzoekster.
3.3
Bij beschikking van 16 december 2022 is het verzoek van [naam1] tot omzetting van het bewind en mentorschap van verzoekster in curatele afgewezen. Dit verzoek is afgewezen omdat verzoekster heeft verklaard de voorgeschreven medicatie op tijd in te zullen nemen en ook mee te werken aan een IQ-test.
3.4
Bij verzoekschrift, ingekomen bij de kantonrechter op 25 januari 2023, heeft [naam1] opnieuw verzocht het bewind en mentorschap om te zetten in een ondercuratelestelling omdat verzoekster genoemde toezeggingen niet is nagekomen.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter verzoekster onder curatele gesteld en [naam1] benoemd tot curator.
4.2
Verzoekster is met twee grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Zij verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen, het verzoek tot omzetting van bewind en mentorschap in ondercuratelestelling af te wijzen en een nieuwe bewindvoerder en mentor te benoemen, of de curator te ontslaan onder benoeming van een nieuwe nader door verzoekster aan te geven bewindvoerder en mentor.
4.3
[naam1] heeft geen verweer gevoerd.

5.De motivering van de beslissing

de wet
5.1
Ingevolge artikel 1:378 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een meerderjarige door de kantonrechter onder curatele worden gesteld, wanneer hij tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt of zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt, als gevolg van
zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel
gewoonte van drank- of drugsmisbruik,
en een voldoende behartiging van die belangen niet met een meer passende en minder verstrekkende voorziening kan worden bewerkstelligd.
5.2
Op grond van 1:383 lid 2 en lid 3 BW volgt de rechter – voor zover van belang in deze zaak – bij de benoeming van de curator de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
5.3
Ingevolge artikel 1:389 lid 2 BW kan de kantonrechter, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van de curatele niet zinvol is gebleken, de curatele opheffen op verzoek van de curator of degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 1: 379 BW, alsmede ambtshalve.
standpunten
5.4
[naam1] heeft de kantonrechter om omzetting van bewind en mentorschap naar curatele verzocht omdat verzoekster niet wilde meewerken aan de ter zitting van de zaak die voerde tot de beschikking van 16 december 2022 gemaakte afspraken. De IQ-test test is nodig om een verhuizing binnen de 24-uurszorg mogelijk te maken. Verder waren er volgens [naam1] zorgen over het medicatiegebruik van verzoekster en dat zij zich niet hield aan de afspraak niet meer dan twee nachten in de week bij haar vriend in [plaats1] te slapen. Bewind en mentorschap waren volgens [naam1] niet meer voldoende. De kantonrechter was het eens met [naam1] en heeft het bewind en mentorschap omgezet naar een curatele.
5.5
Verzoekster is het daar niet mee eens. Zij vindt bewind en mentorschap nog steeds voldoende en probeert een andere bewindvoerder en mentor of curator te vinden. Het probleem zit volgens verzoekster in de uitvoering van het bewind en mentorschap. Er zijn eisen aan verzoekster gesteld die haar recht op
family lifeonnodig beperken en haar persoonlijke vrijheid te ver inperken. Door de opgelegde eisen aan medicatiegebruik en aanwezigheid in haar eigen woning voelt verzoekster zich te zeer en onnodig ingeperkt in haar vrijheden Verzoekster vindt deelname aan een IQ-test heel stressvol en zij vindt het onnodig bezwarend om zo’n test van haar te eisen.
oordeel hof
5.6
Het hof is het eens met de kantonrechter. Zoals verzoekster op de mondeling behandeling bij het hof toegaf, hield zij zich niet aan de afspraken die zij op 1 december 2022 met de kantonrechter heeft gemaakt om de voorgeschreven medicatie op tijd in te nemen en een IQ-test te doen. Het ging volgens verzoekster in die periode niet goed met haar: zij was onrustig en nam haar medicatie niet altijd in. Het niet regelmatig innemen van haar medicatie heeft - verzoekster betreurt dat - tot een incident van brandstichting in het huis van haar vriend geleid. Verzoekster is daarvoor veroordeeld door de strafrechter. Zij heeft van 13 mei 2023 tot medio november 2023 als gevolg daarvan in de gevangenis gezeten.
5.7
Volgens verzoekster gaat het veel beter met haar sinds zij weer elke ochtend en avond haar medicijnen inneemt. Ze heeft ook voor het krijgen van passende woonruimte meegewerkt aan een IQ-test. Het verschil lijkt daarbij echter vooral te worden gemaakt door de detentie. Dankzij haar detentie neemt verzoekster niet alleen weer trouw haar medicijnen in, ook is vervoer voor haar geregeld zodat zij, anders dan bij de kantonrechter in februari 2023, aanwezig kon zijn op de mondelinge behandeling bij het hof. Deze gebeurtenissen onderstrepen de noodzaak tot benoeming van de curator door de kantonrechter. Het recht op
family lifevan verzoekster is niet onnodig beperkt.
5.8
Tot benoeming van een andere curator ziet het hof geen aanleiding, aangezien verzoekster het hof er niet van heeft overtuigd dat [naam1] zijn werk niet goed doet. Daarbij komt nog dat verzoekster tot nu toe nog niet iemand bereid heeft gevonden haar curator te zijn.
5.9
De grieven falen. Het hof zal de bestreden beschikking bekrachtigen.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, van 3 maart 2023.
Deze beschikking is gegeven door mrs. , P.B. Kamminga, J.B. de Groot en K. Mans, leden, bijgestaan door mr. J.M. van Gastel-Goudswaard, griffier, en is op 30 november 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.