ECLI:NL:GHARL:2023:10229

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
200.332.725
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uithuisplaatsing van minderjarige kinderen en de rol van de grootouder in het gezag

In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, geboren in 2016 en 2018, die voorheen bij hun grootmoeder woonden. De ouders van de kinderen hebben gezamenlijk gezag, maar na hun scheiding zijn de kinderen tijdelijk ondergebracht bij de grootmoeder. De grootmoeder heeft de kinderen echter zonder toestemming van de ouders onttrokken aan het gezag en hen in haar netwerk ondergebracht. De kinderrechter in de rechtbank Overijssel heeft op 26 juli 2023 besloten dat de kinderen in een gezinshuis moeten wonen, en heeft een machtiging tot uithuisplaatsing verleend tot 14 november 2023. De grootmoeder is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting bij het hof op 2 november 2023 zijn verschillende partijen aanwezig, waaronder de grootmoeder, de ouders, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Leger des Heils. Het hof heeft de situatie van de kinderen beoordeeld, waarbij het opmerkt dat de kinderen te maken hebben gehad met traumatische ervaringen door huiselijk geweld tussen de ouders. De grootmoeder heeft geprobeerd voor de kinderen te zorgen, maar het hof concludeert dat zij niet in staat is om de benodigde stabiliteit en emotionele ondersteuning te bieden. De kinderen zijn inmiddels gewend geraakt aan de nieuwe situatie in het gezinshuis, wat in hun belang wordt geacht.

Het hof bekrachtigt de beslissing van de kinderrechter en wijst het verzoek van de grootmoeder af. De beslissing benadrukt het belang van een veilige en stabiele omgeving voor de ontwikkeling van de kinderen, en erkent de liefdevolle band tussen de grootmoeder en de kinderen, maar concludeert dat de huidige situatie in het gezinshuis noodzakelijk is voor hun welzijn.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.332.725
(zaaknummers rechtbank Overijssel 299468 en 299719)
beschikking van 30 november 2023
in het hoger beroep van:
[verzoekster](de oma)
woonplaats: [woonplaats1] ,
advocaat: mr.. L.J.A. Eshuis-Nijmeijer in Almelo.
Belanghebbenden zijn:
(1) de gecertificeerde instelling
Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,(de GI)
in Enschede
(2)
[de moeder](de moeder)
woonplaats: [woonplaats2] ,
advocaat: mr. R.W. de Gruijl in Rotterdam.
en
(3)
[de vader](de vader)
verblijfplaats [verblijfplaats] ,
advocaat: mr M.S. Flokstra in Oldenzaal.

1.Onderwerp

Het gaat in deze zaak om de uithuisplaatsing van:
  • [de minderjarige1] ; geboren [in] 2016 in [woonplaats2] , en
  • [de minderjarige2] , geboren [in] 2018 in [woonplaats2] .

2.Belangrijke informatie

2.1
De moeder en de vader hebben samen het gezag over [de minderjarige1] en [de minderjarige2] . Dat betekent dat de ouders beslissingen over bijvoorbeeld schoolkeuze en behandelingen van de kinderen samen nemen.
2.2
De relatie tussen de ouders is geëindigd en zij zijn uit elkaar.
2.3
[de minderjarige1] en [de minderjarige2] woonden tot de uithuisplaatsing bij de oma en haar partner, [naam1] (hierna voor de leesbaarheid te noemen: de opa). De oma heeft de kinderen van 26 juli 2023 tot 22 augustus 2023 onttrokken aan het gezag en hen zonder toestemming in haar netwerk ondergebracht. Sinds 22 augustus 2023 wonen [de minderjarige1] en [de minderjarige2] een gezinshuis.

3.De beslissing van de kinderrechter

3.1
De kinderrechter in de rechtbank Overijssel, (locatie Almelo), heeft op 26 juli 2023 op verzoek van het Leger des Heils een beslissing genomen.
3.2
De kinderrechter heeft beslist dat [de minderjarige1] en [de minderjarige2] moeten wonen in een gezinshuis en een machtiging uithuisplaatsing verleend tot 14 november 2023.

4.Het hoger beroep

De oma is het niet eens met de beslissing van de kinderrechter. Zij is in hoger beroep gegaan. Zij vindt dat het hof het verzoek van het Leger des Heils alsnog moet afwijzen en bepalen dat de kinderen weer terug bij oma komen wonen.

5.De rechtszaak bij het hof

5.1
Het hof heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het beroepschrift van 25 september 2023 met bijlagen;
  • het verweerschrift van het Leger des Heils met bijlagen en
  • een formulier van mr. Eshuis-Nijmeijer van 30 oktober 2023 met bijlagen.
5.2
De zitting bij het hof was op 2 november 2023.
Aanwezig waren:
  • de oma met de opa en haar advocaat;
  • twee zittingsvertegenwoordigers van het Landelijk Expertiseteam Jeugdbescherming (LET) voor het Leger des Heils;
  • de advocaat van de moeder, en
  • de vader met zijn advocaat.
De raad was met bericht vooraf niet aanwezig.

6.De redenen voor de beslissing

de wet
6.1
De kinderrechter kan een kind uit huis plaatsen als dit voor de verzorging en opvoeding van een kind noodzakelijk is (artikel 1:265b BW).
standpunten
6.2
De oma is het niet eens met de beslissing van de kinderrechter. Zij vindt dat de kinderen het goed hadden bij haar thuis en dat zij weer bij haar moeten komen wonen. De vader was het aanvankelijk eens met de oma, zijn moeder, maar zijn advocaat heeft ter zitting gezegd dat de vader zich refereert aan de beslissing van het hof.
6.3
De GI is het niet eens met de oma. De hulpverleners van [naam2] hebben gezien dat de oma samen met de opa erg hun best deden voor de kinderen, maar dat het niet voldoende is geweest om de kinderen in alle opzichten te geven wat zij nodig hebben. De moeder steunt de GI.
oordeel hof
6.4
Het hof is het eens met de beslissing van de kinderrechter om van 26 juli 2023 tot 14 november 2023 een machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen in een gezinshuis te verlenen. Hierna zal het hof uitleggen hoe het tot deze beslissing is gekomen.
6.5
De kinderen hebben op jonge leeftijd te maken gehad traumatische ervaringen als gevolg van huiselijk geweld tussen de vader en de moeder. Nadat de moeder en de vader uit elkaar zijn gegaan, waren de ouders door hun eigen problemen allebei niet in staat om voor de kinderen te zorgen. De kinderen zijn daarop bij de oma ondergebracht. Hoewel de moeder de oma terecht dankbaar is dat zij in deze onrustige fase de zorg voor de kinderen op zich heeft genomen, vindt het hof – net als de kinderrechter – dat dit inmiddels niet meer de goede plek voor de kinderen is. Door de ervaringen met huiselijk geweld en de instabiele situatie waar de kinderen uit kwamen en waar de oma dus niets aan kan doen, vraagt de opvoeding van deze kinderen meer dan van een gemiddeld kind. De oma kan dat niet bieden, ook niet met de inzet van hulpverlening.
6.6
In de concept-rapportage van [naam3] over de onderzoeksperiode van mei - september 2022 staat dat [de minderjarige1] heel vermoeid oogt en een vlakke indruk maakt. [de minderjarige1] lijkt op haar hoede en komt wantrouwend over. Het is voor de onderzoekers moeilijk in te schatten welke impact de gebeurtenissen thuis op haar hebben (gehad), omdat [de minderjarige1] weinig emoties laat zien. Ook bij [de minderjarige2] rapporteren de onderzoekers van [naam3] vermoeidheidsklachten. De peuteropvang meldt spraakproblemen, angstklachten en een grote afhankelijkheid van [de minderjarige2] richting de opa.
6.7
Tussen maart 2023 en juni 2023 zijn er regelmatig gesprekken bij de oma thuis geweest waarbij de GI in samenwerking met de hulpverleners van [naam2] de zorgen heeft besproken met de oma en de opa. Zo is bijvoorbeeld besproken dat het huis van de oma netjes en schoon moet zijn, is benoemd dat het niet goed voor de kinderen is als de oma negatief over de moeder praat waar zij bij zijn en dat het voor de kinderen juist goed is als de oma zich tegenover hen neutraal opstelt als het gaat over de vader en de moeder. De oma heeft er ook nadien hard aan gewerkt om het huishouden op orde te krijgen, maar de belangrijkste zorgen over de opvoeding van de kinderen zijn daarmee niet weggenomen. Vooral het bieden van duidelijkheid, voorspelbaarheid, de emotionele ondersteuning en het begrijpen van de behoeften van de kinderen was onvoldoende voor de kinderen om tot ontwikkeling te komen. Vanuit de hulpverleners van [naam3] , [naam2] en de school is gezien dat de ontwikkeling van de kinderen stilstond.
6.8
De oma heeft na de zitting bij de rechtbank de kinderen bijna een maand lang onttrokken aan de uitgesproken maatregelen. Deze ontvoering van de kinderen door de oma in de periode van 26 juli 2023 tot 22 augustus 2023 heeft de kinderen volgens de GI nog verder beschadigd. De kinderen hebben de GI verteld dat zij in die periode vaak moesten schuilen in auto's om niet ontdekt te worden door de politie en dat zij zich op veel verschillende plekken hebben verschuild. Ze zijn in deze periode erg bang geweest. De oma betwist overigens deze gevolgen.
6.9
Volgens de GI zijn de kinderen inmiddels redelijk gewend en tot rust gekomen in het gezinshuis. Het is in het belang van de kinderen dat zij vanuit een zeer onrustige thuissuatie naar een rustige en stabiele leefomgeving van een gezinshuis zijn gebracht. Het hof beoordeelt de uithuisplaatsing van de kinderen in de periode van 26 juli 2023 tot 14 november 2023 dan ook als noodzakelijk.
6.1
Dat de oma de dagelijkse zorg niet aan de kinderen kan bieden, betekent niet dat dat zij niet van de kinderen houdt: door de ambulant hulpverleners is gezien dat de oma en opa een warme, liefdevolle band met de kinderen hebben. De GI is daarom ook al bezig om in overleg met de hulpverleners bezoekafspraken voor de opa en oma aan de kinderen te maken.
6.11
Kortom, het hof vindt dat de beslissing van de kinderrechter moet blijven gelden. Het hof zal die beslissing daarom bekrachtigen.

7.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, van 26 juli 2023, waarover de oma een beslissing heeft gevraagd;
wijst af wat verder is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mrs. P.B. Kamminga, J.B. de Groot en K. Mans, in samenwerking met mr. J.M. van Gastel-Goudswaard, griffier. De beschikking is in het openbaar uitgesproken op 30 november 2023.