Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 17 augustus 2021
- het herstelexploot van 23 augustus 2021
- het arrest van 19 oktober 2021
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 1 februari 2022
- de memorie van grieven, met een incidentele vordering ex artikel 843a Rv (van de man)
- de memorie van antwoord in principaal appel, tevens houdende antwoordmemorie in het incident, tevens houdende memorie van grieven in incidenteel appel, tevens houdende een afzonderlijke incidentele vordering ex artikel 843a Rv (van de vrouw)
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel, alsmede antwoord in het door de vrouw ingestelde incident (van de man).
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
- afschriften van de bankrekeningen van de vrouw bij [de bank2] ( [nummer4] ) en de [de bank1] over de periode van 31 januari 2013 tot en met 23 oktober 2015, alsmede alle opvolgende afschriften van de bankrekeningen waar de vrouw blijkens de mutaties van en op haar bankrekeningen bij [de bank2] en de [de bank1] gelden naartoe heeft overgemaakt over dezelfde periode;
“Naar aanleiding van uw telefonisch verzoek van 4 februari 2022 delen wij u mee dat de restschuld van uw lening met contractnummer [nummer3] per 23 oktober 2015 € 0,00 was.”;
4.De beslissing
6 december 2022voor akte aan de zijde van de man zoals bedoeld onder 3.3 en 3.8;
2 wekenin de gelegenheid wordt gesteld bij akte te reageren op de akte van de man alsmede op de onder 3.7 genoemde stukken;