Uitspraak
Raak,
1.H2 Tech B.V.,
H2 Tech,
[geïntimeerde2],
[geïntimeerde3],
H2 Tech c.s.,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een huurgeschil tussen Raak Installatiebouw B.V. en H2 Tech B.V. Raak had in de periode van december 2019 tot en met oktober 2020 elf facturen gestuurd aan H2 Tech voor huur, elektra en gas van een bedrijfsruimte. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat er een huurovereenkomst tot stand was gekomen tussen Raak en H2 Tech, en dat H2 Tech € 15.554,48 aan huur moest betalen. Raak stelde echter dat de huurovereenkomst was aangegaan met [geïntimeerde2], de natuurlijk persoon achter H2 Tech, en niet met de vennootschap zelf, die pas na de aanvang van de huurovereenkomst was opgericht. Het hof oordeelde dat [geïntimeerde2] als contractpartij van Raak moet worden aangemerkt en dat H2 Tech niet aansprakelijk is voor de huurachterstand. De vordering tegen H2 Tech werd afgewezen, terwijl [geïntimeerde2] werd veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met rente en kosten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de kantonrechter en wees de vordering van Raak in hoger beroep gedeeltelijk toe.