ECLI:NL:GHARL:2022:9764
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.H. Lieber
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- M.L. van der Bel
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de verdeling van de voormalige echtelijke woning en de daaruit voortvloeiende financiële verplichtingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verdeling van de voormalige echtelijke woning van partijen. De man, appellant, heeft in eerste aanleg vorderingen ingesteld met betrekking tot de verdeling van de woning, die hij stelt al in 2012 te zijn overeengekomen. De vrouw, geïntimeerde, heeft hiertegen verweer gevoerd en vorderingen in reconventie ingesteld. De kern van het geschil draait om de vraag of de woning in 2012 al is verdeeld en welke financiële verplichtingen daaruit voortvloeien.
De man heeft drie data genoemd waarop volgens hem de verdeling heeft plaatsgevonden: de datum van vertrek van de vrouw uit de woning op 12 februari 2012, de datum van indiening van het verzoek tot echtscheiding op 19 september 2012, en de datum van ontbinding van het huwelijk op 22 november 2012. Het hof heeft overwogen dat er geen (stilzwijgende) overeenkomst tot verdeling is vastgesteld, mede gezien de betwisting door de vrouw en het feit dat partijen zich niet bewust waren van de gemeenschappelijke eigendom van de woning.
Daarnaast heeft de man in hoger beroep zijn eis vermeerderd en gevorderd dat de vrouw de helft van de gebruikers- en eigenaarslasten van de woning aan hem betaalt. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw deze lasten moet dragen, maar dat de gebruiksvergoeding die de man aan de vrouw moet betalen, kan worden weggestreept tegen haar bijdrage in de gezamenlijke schulden. De derde grief van de man, die betrekking had op een bedrag van maximaal € 10.000,- dat de vrouw zou moeten ontvangen, is afgewezen omdat er geen overeenstemming over deze kwestie was bereikt.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de man veroordeeld tot betaling van de proceskosten in hoger beroep. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.