ECLI:NL:GHARL:2022:9701

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
14 november 2022
Zaaknummer
P22/138
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling en afwijzing verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2022. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar verlengd en het verzoek om voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde, die verblijft in een Forensisch Psychiatrische Kliniek, gehoord, evenals zijn raadsman en de advocaat-generaal. De terbeschikkinggestelde heeft zijn frustraties geuit over zijn situatie en de kliniek, en heeft gepleit voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Het openbaar ministerie heeft echter gewezen op de recente adviezen van de kliniek en de reclassering, die de verlenging van de terbeschikkingstelling ondersteunen en de voorwaardelijke beëindiging als prematuur en niet verantwoord beschouwen. Het hof heeft geconcludeerd dat er op dit moment geen mogelijkheden zijn voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, gezien de risico's die de terbeschikkinggestelde met zich meebrengt. De beslissing van de rechtbank is bevestigd, en het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging is afgewezen.

Uitspraak

TBS P22/138
Beslissing van 27 oktober 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
verblijvende in Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) [kliniek] (hierna: de kliniek).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2022. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar en de afwijzing van het verzoek om de kliniek een onderzoek te laten verrichten.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder de stukken die zijn genoemd in de tussenbeslissing van 14 juli 2022 en de volgende stukken:
 het proces-verbaal van de terechtzitting van het hof van 30 juni 2022;
 de tussenbeslissing van 14 juli 2022;
 het reclasseringsadvies van Leger des Heils Oost-Brabant (hierna: de reclassering) van 29 september 2022;
 de aanvullende informatie van de kliniek van 3 oktober 2022, met als bijlage de wettelijke aantekeningen betreffende de periode van juni tot en met september 2022.
Het hof heeft ter zitting van 13 oktober 2022 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.G. Koopman, advocaat te Amsterdam, en de advocaat-generaal, mr. W.C.J. Stienen. Als deskundige zijn gehoord: waarnemend regiebehandelaar [deskundige 1] , verbonden aan de kliniek, en [deskundige 2] , reclasseringswerker bij Leger des Heils.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
Op 30 juni 2022, de dag van de eerdere terechtzitting in beroep, was de terbeschikkinggestelde nog blij. Inmiddels is hij een stuk bozer. Het hof wees op 14 juli 2022 een tussenbeslissing waarmee de terbeschikkinggestelde kansen werden geboden. Daarna is het helaas bergafwaarts gegaan. Er is het nodige gebeurd. Dit is uitgesproken en de terbeschikkinggestelde heeft zijn excuses aangeboden. Bij de politie trof de terbeschikkinggestelde een politieambtenaar die met hem begaan was. In de kliniek heeft hij dat gevoel niet. Hij voelt zich daar niet thuis. De terbeschikkinggestelde is niet bereid tot depotmedicatie, maar slikt wel braaf de voorgeschreven medicijnen. Er zijn geen aanwijzingen dat zich problemen voordoen met betrekking tot de inname van paliperidon. De crisis in augustus 2022 kwam voort uit angst. Daarvoor heeft de terbeschikkinggestelde zijn excuses aangeboden.
Het is onduidelijk hoe het verder moet na afloop van de terbeschikkingstelling. Een van de voorliggende opties is dat een zorgmachtiging wordt afgegeven. Dit zal waarschijnlijk gepaard gaan met plaatsing in een kliniek nabij [plaats] . Het standpunt van de terbeschikkinggestelde is dat het hof dient te beslissen tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Als de terbeschikkinggestelde de voorgeschreven medicatie inneemt en contact heeft met zijn moeder en stiefvader, dan is hij zichzelf. Wellicht kan depotmedicatie bespreekbaar worden gemaakt door de huisarts, maar bij de behandelaren in de kliniek voelt de terbeschikkinggestelde zich niet thuis. Concluderend heeft de raadsman bepleit dat het hof zal beslissen tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, waarbij zodanige voorwaarden worden gesteld dat de terbeschikkinggestelde kan wonen bij zijn moeder en stiefvader.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De duur van de terbeschikkingstelling is gemaximeerd, waardoor de maatregel met maximaal een jaar kan worden verlengd. In dat geval zal de maatregel eindigen op 2 februari 2023. De recente ontwikkelingen en de recente adviezen van de kliniek en de reclassering spreken voor zich en ondersteunen de beslissing van de rechtbank. Het is begrijpelijk dat de terbeschikkinggestelde gefrustreerd is door het vooruitzicht dat de terbeschikkingstelling zal worden gevolgd door een zorgmachtiging, maar dat is wel een scenario om rekening mee te houden. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing waarvan beroep.
Het oordeel van het hof
Bevestiging
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal het hof de beslissing waarvan beroep met overneming van die gronden bevestigen, met aanvulling van het volgende.
Aanvulling van gronden
Bij tussenbeslissing van 14 juli 2022 heeft het hof de stukken in handen gesteld van de advocaat-generaal met de volgende opdracht:
Voor de vorming van zijn eindoordeel wenst het hof nader te worden geïnformeerd over de mogelijkheden van het verblijf van de terbeschikkinggestelde buiten de kliniek, bijvoorbeeld in de woning van zijn stiefvader en moeder, om toe te werken naar de situatie die zal ontstaan na het aflopen van de gemaximeerde terbeschikkingstelling. Tevens wenst het hof nader te worden geïnformeerd over de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege en de voorwaarden waaronder de verpleging eventueel voorwaardelijk kan worden beëindigd. Het hof acht het verder wenselijk dat de reclassering voormelde mogelijkheden samen met de kliniek onderzoekt en hieromtrent rapporteert.
Naar aanleiding hiervan hebben de reclassering en de kliniek een rapport uitgebracht op 29 september 2022 respectievelijk 3 oktober 2022.
In het rapport van de kliniek zijn de volgende recente ontwikkelingen beschreven. Nadat in mei 2022 een herstart werd gemaakt met het antipsychotische medicijn olanzapine was een aantal weken later een verbetering waarneembaar. Onbegeleide vrijheden werden weer volledig opgebouwd. In juni en juli deed de terbeschikkinggestelde diverse keren achterdochtige uitspraken, voornamelijk wanneer hij geconfronteerd werd met de psychiater en de regiebehandelaar. Hij gaf bijvoorbeeld aan wraak te willen nemen en een wapen te zullen aanschaffen. In de maand juli leek de achterdocht toe te nemen, voornamelijk op momenten waarop iets werd verwacht van de terbeschikkinggestelde.
Op 1 augustus 2022 uitte de terbeschikkinggestelde zich zeer dreigend toen hij op de gang werd aangesproken door een medewerker van de kliniek. De terbeschikkinggestelde zei een man te willen doodschieten, dat hij buiten al een granaat onder de auto van de psychiater zou hebben geplaatst en dat hij de behandelaar en psychiater wilde slaan. Hij zei tegen een andere medewerker van de kliniek: “Als ik hier binnenkom met een Kalasjnikov, lach je dan nog steeds?” Die avond liet de terbeschikkinggestelde zich nog vaker dreigend uit. De dag erna is na intern overleg besloten alle vrijheden in te trekken en aangifte te doen van deze doodsbedreigingen. Toen de afdelingspsychiater en regiebehandelaar dit mededeelden, uitte de terbeschikkinggestelde zich weer dreigend. De afdelingspsychiater meldde de terbeschikkinggestelde dat het medicatietraject niet meer vrijwillig was en dat de medicatie wordt omgezet naar paliperidon. De terbeschikkinggestelde gooide in dit gesprek een vol, open blikje energydrank tegen de muur achter de psychiater. De dag erna was de terbeschikkinggestelde nog steeds instabiel. Hij verzocht het team om een schaar om zich te kunnen verdedigen en wilde zich voorbereiden op een gevecht, waarbij hij zei mensen te zullen beschadigen. Hierop is besloten de terbeschikkinggestelde te separeren met ondersteuning van de politie.
Na de separatie werd in zijn kamer een smeermes gevonden waar hij een dikker handvat aan had gemaakt. De dagen daarna bleef de terbeschikkinggestelde zich dreigend uiten, waardoor de separatie moest worden voortgezet. De kliniek besloot op te schalen naar beveiligingsniveau 3. Vanuit hier kon stapsgewijs worden toegewerkt naar deseparatie omdat het toestandsbeeld van de terbeschikkinggestelde opklaarde door de adequate inname van medicatie. Wanneer de mate van stress toeneemt, wordt een duidelijke en bijna onbeheersbare toename in achterdocht gezien. De terbeschikkinggestelde wordt dan erg wantrouwend en het contact is dan zeer moeilijk te herstellen. Er zijn gesprekken gevoerd met de terbeschikkinggestelde en zijn stiefvader en moeder over het belang van (depot)medicatie, maar de terbeschikkinggestelde bleef aangeven een depot niet willen omdat hij dan dood denkt te gaan of een kasplantje te zullen worden.
Gezien het verloop van de afgelopen periode heeft de kliniek de inschatting van het recidiverisico bijgesteld. Wanneer de terbeschikkinggestelde zich vrij in de maatschappij zou kunnen bewegen, wordt het risico op herhaling van bedreigingen in combinatie met verboden wapenbezit ingeschat als hoog.
De kliniek blijft bij het advies om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. Binnen het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt het risico op het staken van de medicatie, toename van achterdocht en zichzelf willen beschermen (bijvoorbeeld door zichzelf te bewapenen) ingeschat als te hoog. De kliniek heeft zich voorgenomen om in aansluiting op de terbeschikkingstelling een zorgmachtiging aan te vragen. Medicatie is het belangrijkste onderdeel van het risicomanagement. De komende periode werkt de kliniek toe naar een adequate en duurzame medicatie-inname.
De reclassering heeft geadviseerd om niet te beslissen tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. In het licht van de recente ontwikkelingen zou dit prematuur, niet verantwoord en niet uitvoerbaar zijn, aldus de reclassering.
Afwijzing verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging
In lijn met de recente adviezen van de kliniek en de reclassering ziet het hof op dit moment geen mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het hof acht in de gegeven situatie een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege niet verantwoord en zal het daartoe strekkende verzoek afwijzen.

Beslissing

Het hof:
Wijst afhet verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Bevestigtmet
aanvulling van grondenzoals hiervoor is overwogen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2022 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde,
[terbeschikkinggestelde].
Aldus gedaan door
mr. D. Visser, voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. M.E. van Wees, raadsheren,
dr. I. Troost en drs. R.J.A. van Helvoirt, raden,
in tegenwoordigheid van mr. D. van der Geld, griffier,
en op 27 oktober 2022 in het openbaar uitgesproken.
De voorzitter en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.