ECLI:NL:GHARL:2022:9664

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
200.315.846
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor een jeugdige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor een jeugdige, hierna aangeduid als [verzoeker]. De kinderrechter had op 2 september 2022 een spoedmachtiging verleend voor de duur van vier weken, maar het hof oordeelt dat deze beslissing onterecht was. De kinderrechter had op 6 september 2022 de spoedmachtiging in stand gehouden, terwijl er geen nieuwe instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper was overgelegd, wat wel vereist was. Het hof concludeert dat de kinderrechter de beslissing niet had mogen nemen op basis van de eerdere instemmingsverklaring, die slechts gold voor één week. Het hof vernietigt de beschikking van de kinderrechter en stelt vast dat [verzoeker] tussen 7 september 2022 en 29 september 2022 zonder geldige machtiging in de gesloten accommodatie verbleef. De proceskosten worden door iedere partij zelf gedragen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.315.846
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 544208)
beschikking van 10 november 2022
in het hoger beroep van:
[verzoeker] ,
wonend in [woonplaats1] , verblijvend in [verblijfplaats] ,
verder: [verzoeker] ,
advocaat: mr. A.M.G. de Groot,
en
de gecertificeerde instelling
stichting De Jeugd- en Gezinsbeschermers,
gevestigd in Amsterdam,
verder te noemen: de GI,
Belanghebbenden zijn:
[de vader],
wonend in [woonplaats1] ,
verder: de vader,
[de moeder],
wonend in [woonplaats1] ,
verder: de moeder.

1.Onderwerp

Het gaat in deze zaak om de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp van [verzoeker] , die is geboren [in] 2006 in [plaats1] , Irak.

2.Belangrijke informatie

2.1
De vader en de moeder hebben samen het gezag over [verzoeker] .
2.2
[verzoeker] staat sinds 12 november 2020 onder toezicht van de GI. Nadien is de ondertoezichtstelling verlengd, de laatste keer tot 22 februari 2023.
2.3
Vanaf 7 november 2020 heeft [verzoeker] op een crisisplek verbleven. Vanaf 30 november 2020 verbleef [verzoeker] met een machtiging tot uithuisplaatsing op een woongroep in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. Die machtiging is daarna steeds verlengd.

3.De beslissing van de kinderrechter

3.1
De GI heeft de kinderrechter verzocht om een spoedmachtiging te verlenen om [verzoeker] op te nemen in een gesloten accommodatie voor de duur van vier weken. Daarnaast heeft de GI de kinderrechter verzocht om aansluitend een machtiging te verlenen voor het verblijf in de gesloten accommodatie voor de duur van de ondertoezichtstelling.
3.3.
In de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 2 september 2022 heeft de kinderrechter:
  • een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor [verzoeker] met ingang van 2 september 2022 voor de duur van vier weken;
  • de beslissing voor het overige aangehouden, en
  • bepaald dat de GI, de moeder, de vader, [verzoeker] en mr. A.M.G. de Groot zullen worden gehoord op de zitting van 6 september 2022.
3.4
Op 6 september 2022 heeft de kinderrechter een gesprek gehad met [verzoeker] , de advocaat, de vader van [verzoeker] , een vertegenwoordiger van de GI en de Buddy Coach van [verzoeker] . Daarna heeft de kinderrechter beslist dat de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp in stand blijft.
3.5
In de beschikking van 29 september 2022 heeft de kinderrechter een machtiging afgegeven voor het verblijf van [verzoeker] in de gesloten accommodatie voor de duur van drie maanden. [verzoeker] verblijft nu op grond van die machtiging in [naam2] . De beschikking van 29 september 2022 ligt niet ter beoordeling in hoger beroep voor aan het hof.

4.Het hoger beroep

[verzoeker] is het niet eens met de beslissing van de kinderrechter. Hij is in hoger beroep gegaan. [verzoeker] verzoekt het hof om de beschikking van de kinderrechter te vernietigen, kosten rechtens.

5.De rechtszaak bij het hof

5.1
Het hof heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het beroepschrift, binnengekomen op 12 september 2022, met producties, en
  • een journaalbericht van mr. de Groot van 1 oktober 2022 met producties.
5.2
De zitting bij het hof was op 14 oktober 2022. Daarbij waren aanwezig:
  • [verzoeker] met zijn advocaat, en
  • [naam1] , de buddycoach van [verzoeker] voornoemd.
5.3
Na de zitting heeft het hof kennisgenomen van de instemmingsverklaring van gedragswetenschapper [naam3] van 7 september 2022. Deze instemmingsverklaring is overgelegd als productie in de zaak met zaaknummer 200.317.573. De advocaat van [verzoeker] heeft ermee ingestemd dat het hof deze instemmingsverklaring zou bekijken.

6.De redenen voor de beslissing

Bevoegdheid en toepasselijk recht
6.1
Deze zaak heeft een internationaal karakter, want [verzoeker] is geboren in Irak. De Nederlandse rechter is in deze zaak bevoegd, omdat [verzoeker] in Nederland woont (artikel 8 van Verordening Brussel-IIbis). Omdat de Nederlandse rechter bevoegd is, past het hof Nederlands recht toe in deze zaak (artikel 15 van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996).
Ontvankelijkheid
6.2
[verzoeker] is ontvankelijk in zijn hoger beroep op grond van artikel 6.1.1 lid 2 van de Jeugdwet (Jw).
Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp
6.3
De kinderrechter kan een spoedmachtiging verlenen om de jeugdige op te nemen in een gesloten accommodatie als een machtiging gesloten jeugdhulp niet kan worden afgewacht. De kinderrechter kan een spoedmachtiging alleen verlenen als:
onmiddellijke verlening van jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren, of een ernstig vermoeden daarvan, en
de opname noodzakelijk is om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken (artikel 6.1.3 Jw).
6.4
Voor het verzoek voor een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp is de instemming vereist van een gekwalificeerde gedragswetenschapper die de jeugdige met het oog daarop kort van tevoren heeft onderzocht, tenzij dit onderzoek feitelijk onmogelijk is.
6.5
Het hof is van oordeel dat de kinderrechter op 2 september 2022 terecht een spoedmachtiging heeft afgegeven om [verzoeker] op te nemen in een gesloten accommodatie. Het hof is echter ook van oordeel dat de kinderrechter die spoedmachtiging ten onrechte op 6 september 2022 in stand heeft gelaten voor de duur van in totaal vier weken.
6.6
[verzoeker] is op 4 september 2022 opgenomen bij [naam2] op grond van de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp, die is afgegeven in de beschikking van 2 september 2022. [verzoeker] heeft op grond van deze machtiging tot 29 september 2022 verbleven bij [naam2] .
6.7
Gedragswetenschapper [naam3] (verder ook: [naam3] ) heeft op 1 september 2022 een instemmingsverklaring opgesteld, waarin zij instemt met de opname van [verzoeker] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp voor de duur van één week, omdat zij [verzoeker] niet persoonlijk gesproken heeft. Op 6 september 2022 heeft [naam3] een gesprek gehad met [verzoeker] . Zij heeft op 7 september 2022 een nieuwe verklaring opgesteld, waarin zij instemt met een machtiging gesloten jeugdhulp voor [verzoeker] .
6.8
Het hof stelt vast dat op 2 september 2022 veel zorgen bestonden over [verzoeker] . Hij is in het vorige schooljaar vaak zonder reden niet op school geweest. Op momenten dat [verzoeker] wel op school was, hield hij zich niet aan de afspraken en kwam en ging hij wanneer hij wilde. Daarnaast is [verzoeker] in de maanden voor september 2022 regelmatig betrokken geweest bij geweldsincidenten, zowel thuis bij zijn ouders als op de woongroep. Ook hadden de GI en de ouders van [verzoeker] zorgen over zijn drugsgebruik.
Op 28 augustus 2022 had [verzoeker] thuis ruzie met zijn ouders. Toen heeft een fysieke escalatie plaatsgevonden, waarbij de politie betrokken is geweest. Het hof is daarom van oordeel dat op zijn minst een ernstig vermoeden bestond dat gesloten jeugdhulp noodzakelijk was om ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van [verzoeker] aan te pakken.
6.9
Het hof is van oordeel dat het voor [naam3] feitelijk onmogelijk was om voor 2 september 2022 persoonlijk met [verzoeker] te spreken. ‘Feitelijk onmogelijk’ kan betekenen dat de gedragswetenschapper de jeugdige niet kan spreken, omdat niet bekend is waar hij is, maar het kan ook betekenen dat het niet wenselijk is om de jeugdige te spreken, bijvoorbeeld als sprake is van vluchtgevaar. De gedragswetenschapper schrijft dat zij [verzoeker] niet gesproken heeft, omdat [verzoeker] gedreigd had om te vluchten naar het buitenland. Het hof merkt daarnaast op dat het in de dagen voor 2 september 2022 niet bekend was waar [verzoeker] verbleef. [verzoeker] was niet op de woongroep en niet bij zijn ouders. De advocaat heeft tijdens de zitting verteld dat [verzoeker] in die week noodgedwongen op straat leefde, omdat hij een (tijdelijk) huisverbod had gekregen van de politie. Hoe dan ook wist de GI op dat moment niet waar [verzoeker] was, waardoor het voor [naam3] feitelijk onmogelijk was om hem te spreken.
6.1
Nadat [verzoeker] op 4 september 2022 was opgenomen in [naam2] , was bekend waar hij verbleef. Het hof is daarom van oordeel dat de GI voldoende mogelijkheden had om voor de zitting van 6 september een nieuwe instemmingsverklaring te overleggen. Deze instemmingsverklaring is op 7 september 2022 afgegeven, maar toen had de kinderrechter al beslist dat de spoedmachtiging voor de duur van in totaal vier weken in stand zou blijven. Het hof is van oordeel dat de kinderrechter deze beslissing niet had mogen nemen op grond van de instemmingsverklaring van 1 september 2022. Daarin schrijft [naam3] immers dat zij instemt met een spoedmachtiging voor de duur van één week, oftewel tot en met 8 september 2022. De advocaat heeft verteld dat zij dit tijdens de zitting op 6 september heeft aangekaart. Het hof is van oordeel dat de kinderrechter ten onrechte over dit bezwaar is heengestapt.
6.11
Het hof zal daarom het verzoek van [verzoeker] toewijzen en de bestreden beschikking vernietigen. Daarmee komt de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp te vervallen. Dit betekent dat [verzoeker] tussen 7 september 2022 en 29 september 2022 zonder geldige machtiging bij [naam2] heeft verbleven.
Proceskosten
6.12
Het hof zal bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

7.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de kinderrechter van de rechtbank Midden-Nederland van 2 september 2022 voor zover de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp daarbij is verlengd voor de periode ná 7 september 2022;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.B. de Groot, K.A.M. van Os-ten Have en S. Kuijpers, in samenwerking met mr. L.M. de Wit, griffier. De beschikking is in het openbaar uitgesproken op 10 november 2022.