Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
- [de minderjarige1] (roepnaam: [de minderjarige1] ), geboren [in] 2008 in [plaats1] ,
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2015 in [plaats1] , en
- [de minderjarige3] , geboren [in] 2019 in [plaats1] .
4.De omvang van het geschil
- bepaald dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw hebben;
- bepaald dat de vrouw na ontbinding van het huwelijk alleen het ouderlijk gezag uitoefent over de kinderen;
- bepaald dat de man € 276,- per kind per maand aan kinderalimentatie moet betalen;
- de verdeling van de huwelijksgemeenschap vastgesteld zoals omschreven in de rechtsoverwegingen 4.34 tot en met 4.53;
- de proceskosten gecompenseerd;
- het meer of anders verzochte afgewezen, waaronder het verzoek van de man tot vaststelling van een omgangsregeling.
5.De motivering van de beslissing
a. omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van
b. de ouder kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of
c. het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang
d. omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.