Uitspraak
1.Whiel B.V.,
Whielen
[appellant2]te noemen,
Beheermaatschappij Roha Nederland B.V.,
Rohate noemen,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep (spoedappel) met vier grieven en producties 23 t/m 29
- de afwijzing van het verzoek om behandeling in spoedappel door de rolraadsheer
- de memorie van antwoord met producties F t/m K
2.De kern van de zaak, het geschil en de beslissing van de rechtbank
3.Het oordeel van het hof
- een aanhangwagen (caravan), merk HOBBY met het kenteken [kenteken1] ,
- een aanhangwagen, merk FRIPAAN met het kenteken [kenteken2]
- een aanhangwagen (veewagen), merk HOTRARIJS, type PT2006 met het kenteken [kenteken3]
- een landbouwvoertuig (tractor), merk MASSEY FERGUSON, type 133 met het kenteken [kenteken4]
Via deze weg bevestig ik dat de volgende machines en werktuigen betaald én geïnvesteerd zijn door Whiel B.V.
grief II) gaat niet op.
verhuur en lease van machines en installaties voor de bouw” volstaat niet. Dit uittreksel dateert van na de beslaglegging. Roha betwist dat Whiel die activiteiten verrichtte op het moment van beslaglegging. Roha verwijst naar een uittreksel van het handelsregister van 30 oktober 2020 waarin van deze activiteit geen melding wordt gemaakt. Volgens dat uittreksel bestonden de activiteiten van Whiel toen (alleen) uit “
Ingenieurs en overig technisch ontwerp en advies”.
grief I) gaat niet op omdat het op een verkeerde lezing van het vonnis berust. De rechtbank overweegt niet dat Whiel de voertuigen waarop het beslag rust huurde. De rechtbank heeft geoordeeld dat op grond van de overgelegde producties en wat partijen hebben aangevoerd onvoldoende duidelijk is geworden wie eigenaar van de voertuigen is. De rechtbank heeft in haar oordeel mede betrokken dat in de jaarrekening van Whiel (ook) is opgenomen ook dat Whiel meerjarige financiële verplichtingen is aangegaan tot en met 1 oktober 2024 terzake van huur van
alle[cursivering hof] machines, gereedschappen en inventaris van en in de bedrijfsruimte aan de [adres] in [woonplaats1] . De rechtbank concludeert hieruit dat Whiel al haar materieel voor langere tijd heeft gehuurd. De omstandigheid dat Whiel al haar materieel voor langere tijd heeft gehuurd, wijst er volgens de rechtbank niet op dat de voertuigen tot het vermogen van Whiel behoren. Het hof volgt de rechtbank in dat oordeel.
grief III) gaat niet op. Omdat niet voldoende aannemelijk is dat de voertuigen van Whiel zijn (en niet van [appellant2] ) is er (ook) geen rechtsgrond voor toewijzing van de door hen subsidiair op straffe van een dwangsom gevorderde veroordeling van Roha om de executie te staken.
grief IV) slaagt niet. Het hof zal Whiel en [appellant2] als de in het ongelijk te stellen partij (als gevorderd: hoofdelijk) tot betaling van de proceskosten in hoger beroep veroordelen. De nakosten zullen als hierna vermeld worden toegewezen.