Uitspraak
[appellant],
Kroezen,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant], die Poolse arbeidskrachten heeft ingeleend van Kroezen Infra Kraan & Verhuur B.V. [appellant] heeft de betaling van de facturen van Kroezen opgeschort, omdat hij vreest aansprakelijk te worden gesteld voor niet afgedragen loonheffing en onderbetaling van de arbeidskrachten. Kroezen heeft in totaal € 65.640,- in rekening gebracht voor de geleverde diensten. De rechtbank Overijssel heeft in een eerdere uitspraak de vorderingen van Kroezen toegewezen en [appellant] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 67.157,57, vermeerderd met rente en kosten. [appellant] is tegen dit vonnis in hoger beroep gegaan, waarbij hij zijn vorderingen heeft gewijzigd en onder andere om afgifte van stukken en opheffing van beslag heeft gevraagd.
Het hof heeft geoordeeld dat de opschorting van betaling door [appellant] niet gerechtvaardigd was. Het hof heeft vastgesteld dat Kroezen voldoende zekerheid heeft geboden door te accepteren dat de betaling op een g-rekening zou plaatsvinden. Dit betekent dat de bevoegdheid tot opschorting is vervallen. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bekrachtigd en [appellant] in de proceskosten veroordeeld. De zaak benadrukt de verantwoordelijkheden van de inlener met betrekking tot loonheffing en de voorwaarden waaronder opschorting van betaling kan plaatsvinden.