Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure bij het hof
2.De kern van de zaak
- vier woningen gelegen aan de [adres1] 2A, [adres1] 2B, [adres2] 50 en 52 in [woonplaats1] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] sectie [Y] nummer 4777 ;
- vijf bankrekeningen met de volgende IBAN:
- [nummer1]
- [nummer2]
- [nummer3] (spaarrekening)
- [nummer4]
- [nummer5]
3.Het oordeel van het hof
nietteminzo heeft gewild.
(niettemin)heeft gewild. Bij die uitleg moet immers worden gelet op de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk wenst te regelen en de omstandigheden waaronder de uiterste wil is gemaakt.
nietteminheeft gewild. Zij heeft geen toelichting gegeven over wat moeder wist of niet wist of zich wel of niet heeft gerealiseerd toen zij het testament maakte. Zij heeft geen inzicht gegeven in de verhoudingen die moeder met haar testament op dit punt kennelijk wilde regelen. Ook is niet bekend wat de notaris die het testament heeft gepasseerd daarover kan verklaren. Die informatie is wel nodig voor de beoordeling door het hof. Grief I van [geïntimeerde] slaagt wel, maar slechts ten dele. Het legaat is geldig wat het 1/3e onverdeeld aandeel in de woningen betreft en is vervallen voor het overige deel. Het hof zal met dit legaat of liever gezegd de waarde daarvan rekening bij de hierna te bepalen wijze van verdeling van de vier woningen.
“ten tijde van het overlijden van moeder aanwezige spullen”en dat [geïntimeerde] die terugbrengt in de woning aan de [adres2] 50 om ze te verdelen. Het hof kan deze vordering niet zo toewijzen, omdat onduidelijk is om welke
‘spullen’het gaat. Het hof zal wel bepalen dat partijen de inboedelgoederen samen moeten verdelen en wat [appellante] verder vordert afwijzen. In zoverre faalt grief IV van [appellante] .
4.De beslissing
Leidraad deskundige in civiele zakenvolgen die is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.