ECLI:NL:GHARL:2022:9412

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 oktober 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
p22/0244
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing van de rechtbank en beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 7 juli 2022. De rechtbank had besloten dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) moest worden voortgezet. De veroordeelde, geboren in 1975, verblijft in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum en heeft een verzoek ingediend tot tussentijdse beoordeling van de noodzaak van deze maatregel. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van de stukken van de rechtbank en heeft op 6 oktober 2022 de raadsvrouw en de advocaat-generaal gehoord. De raadsvrouw heeft betoogd dat de veroordeelde kan doorstromen naar een vervolgplek in een beschermde woonvorm, wat door de Penitentiaire Inrichting wordt ondersteund. Het openbaar ministerie heeft echter benadrukt dat er nog geen officiële bevestiging was van de beschikbaarheid van deze vervolgplek.

Het hof heeft vastgesteld dat er bij de veroordeelde sprake is van psychische problematiek en dat hij 24-uurs begeleiding nodig heeft. De WLZ-indicatie is per 20 september 2022 afgegeven, maar het recidiverisico blijft hoog. De P.I. heeft inmiddels bevestigd dat de veroordeelde per 14 oktober 2022 kan doorstromen naar de beschermde woonvorm. Gezien deze nieuwe informatie heeft het hof besloten de beslissing van de rechtbank te vernietigen en de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders per 14 oktober 2022 te beëindigen.

Uitspraak

ISD P22/0244
Beslissing d.d. 13 oktober 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
verblijvende in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum
(hierna: PPC)te [plaats] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 7 juli 2022, op het verzoek tot tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
(hierna: de maatregel), inhoudende dat voortzetting van de tenuitvoerlegging van die maatregel vereist is en afwijzing van het verzoek tot aanhouding van de zaak in afwachting van afgifte van een WLZ (Wet Langdurige Zorg)-indicatie.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de veroordeelde van 12 juli 2022;
- het indicatiebesluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg van 20 september 2022;
- de evaluatie rapportage ISD van de Penitentiaire Inrichting
(hierna: P.I.)[plaats] van
22 september 2022;
- een e-mailwisseling tussen de raadsvrouw en een medewerker van [Beschermde woonvorm] van oktober 2022;
- twee e-mailberichten van de P.I. [plaats] van 7 oktober 2022 doorgestuurd door de advocaat-generaal.
Het hof heeft ter zitting van 6 oktober 2022 gehoord de raadsvrouw mr. F.H.J. de Graaf, advocate te Tilburg, en de advocaat-generaal mr. R.J.A. Segerink.

Overwegingen

Het standpunt namens de veroordeelde
Veroordeelde kan binnenkort doorstromen naar een vervolgplek. Hij is aangemeld bij de beschermde woonvorm [Beschermde woonvorm] in [plaats] en vaststaat dat hij daar terecht kan. De P.I. is hiervan op de hoogte en ondersteunt deze plaatsing. Veroordeelde zal worden opgehaald door een medewerker van [Beschermde woonvorm] en de financiering voor deze beschermde woonvorm is rond. Veroordeelde is toe aan de volgende stap.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het is belangrijk dat er een goede vervolgplek voor veroordeelde is, anders bestaat de kans dat betrokkene terugvalt in delictgedrag. Die overgang moet goed worden vormgegeven. De vraag is of die vervolgplek er is. Een officiële bevestiging van de P.I. is er nog niet. Om die reden heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. Daarnaast heeft de advocaat-generaal toegezegd op 6 of 7 oktober 2022 bij de P.I. te informeren naar de stand van zaken met betrekking tot de vervolgplek voor veroordeelde. In het geval de P.I. bevestigt de overgang naar de vervolgplek goed te keuren, heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot beëindiging van de maatregel met ingang van de datum waarop veroordeelde bij de vervolgplek terecht kan, ook al zou die informatie dan pas na de zitting in hoger beroep zijn gekomen.
Het oordeel van het hof
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen, omdat het komt tot een andere beslissing op het verzoek van de veroordeelde tot beëindiging van de maatregel.
Uit de verschillende stukken in het dossier blijkt onder meer dat er bij veroordeelde sprake is van psychische problematiek. Binnen het PPC wordt ingezet op behandeling. Dit gaat in kleine stappen. Ondanks de vele hulpverleningstrajecten en behandeltrajecten lukt het veroordeelde niet om grip te krijgen op zijn dagelijks functioneren. Structuur, veiligheid en duidelijkheid zijn belangrijk voor veroordeelde om zo goed als mogelijk te functioneren en niet te vervallen in negatieve patronen. Het is van belang dat veroordeelde 24-uurs begeleiding heeft. Het zorgprofiel ‘GGZ wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering’ is het best passend bij de zorgsituatie van veroordeelde. Per
20 september 2022 is de WLZ-indicatie afgegeven. Het recidiverisico is nog altijd onverminderd hoog. De voornaamste reden van het advies vanuit de P.I. om de maatregel voort te zetten, was het ontbreken van een vervolgplek voor veroordeelde.
Uit de e-mailwisseling tussen de advocaat-generaal en de P.I. is inmiddels echter expliciet gebleken dat veroordeelde per 14 oktober 2022 bij de beschermde woonvorm [Beschermde woonvorm] in [plaats] terecht kan. De P.I. heeft aangegeven dat zij achter de beslissing staat om de maatregel per die datum op te heffen.
Het hof zal daarom bepalen dat de maatregel wordt beëindigd met ingang van 14 oktober 2022.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 7 juli 2022 met betrekking tot veroordeelde
[veroordeelde].
Beëindigtde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
met ingang van 14 oktober 2022.
Aldus gedaan door
mr. J.A.W. Lensing als voorzitter,
mr. M.J. Vos en mr. W.A. Holland als raadsheren,
en dr. R.A. Graaff en drs. DM.L. Versteijnen als raden,
in tegenwoordigheid van mr. K. van Laarhoven als griffier,
en op 13 oktober 2022 in het openbaar uitgesproken.
Mrs. M.J. Vos, W.A. Holland en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.